Hoofdstuk 5
instellingen van de opties Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen
gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Druk op de knop
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Geavanceerde instellingen en vervolgens Terugbellen indien bezet of
Terugbellen bij geen antwoord.
•
Terugbellen indien bezet: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer
automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is
AAN.
•
Terugbellen bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de
printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt.
De fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
3. Blader naar en selecteer de gewenste opties. Druk op de knop rechts van OK.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en
overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te
verlagen:
•
Een Internet-telefoonservice
•
Een PBX-systeem
•
Fax over Internet-protocol (FoIP)
•
Een ISDN-service
Gebruik een lagere faxsnelheid als u bij het verzenden en ontvangen problemen
ondervindt. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheid
Snel
Normaal
Langzaam
De faxsnelheid instellen
1. Druk op de knop
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Geavanceerde instellingen. Selecteer dan Faxensnelheid.
3. Scrol naar en selecteer de vereiste instelling. Druk dan op de knop rechts van OK.
66
Fax
(Instellingen) in het startscherm.
Faxsnelheid
v.34 (33600 baud)
v.17 (14400 baud)
v.29 (9600 baud)
(Instellingen) in het startscherm.