Hoofdstuk 7
•
Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de inktcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
•
Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de
printer lekt of dat de printer beschadigd raakt:
◦
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de knop Aan/Uit. De printkoppen
moeten aan de rechterkant van de printer in het onderhoudsstation worden
geplaatst. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
◦
Zorg ervoor dat u de inktcartridges en de printkop op hun plaats houdt.
◦
De printer moet vlak worden getransporteerd; het mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Verwante onderwerpen
•
De geschatte inktniveaus bekijken
•
Onderhoud aan de printkop
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren via het bedieningspaneel van de printer,
de printersoftware of de geïntegreerde webserver. Zie Hulpprogramma's printerbeheer
voor meer informatie over het gebruik van de printersoftware of de geïntegreerde
webserver. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te
bekijken (zie Het printerstatusrapport begrijpen).
Geschatte inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op de knop
2. Met de knoppen rechts selecteert u Inktinformatie en vervolgens Geschatte
inktniveaus.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde cartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator
mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de
printer en de cartridges worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan
de printkop, dat ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed
blijft stromen. Daarnaast blijft er altijd wat inkt in de cartridge achter na gebruik.
Raadpleeg www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
78
Werken met inktcartridges
(Instellingen) in het startscherm.