WAARSCHUWING
- Laden van de accu
Neem bij het laden van de accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
• De accu moet uit de auto worden
verwijderd
en
in
een
geventileerde ruimte geplaatst
worden.
• Houd sigaretten, vonken en open
vuur uit de buurt van de accu.
• Houd de accu tijdens het laden in
de gaten; beëindig het laden of
wijzig de laadstroom wanneer het
elektrolyt in de cellen begint te
borrelen of de temperatuur van
het elektrolyt hoger dan 49°C
wordt.
• Draag
een
veiligheidsbril
wanneer u de accu tijdens het
opladen controleert.
(Vervolg)
• Neem
de
onderstaande volgorde los.
1. Zet de hoofdschakelaar van de
acculader uit.
2. Neem de klem los van de
minpool.
goed
3. Neem de klem los van de
pluspool.
• Schakel vóór het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden aan
de accu of het laden van de accu
alle elektrische verbruikers uit en
zet de motor af.
• Neem de minkabel van de accu
altijd eerst los en sluit de
minkabel van de accu altijd als
laatste weer aan.
(Vervolg)
Te resetten onderdelen
Te resetten onderdelen nadat de accu is
acculader
in
de
ontladen of na het weer aansluiten van
de accukabels.
• Automatische ruitbediening
• Schuif-/kanteldak (zie hoofdstuk 4)
• Geheugen bestuurdersstoel
• Boordcomputer (zie hoofdstuk 4)
• Verwarmings- en ventilatiesysteem
• Klok (zie hoofdstuk 4)
• Audio (zie hoofdstuk 4)
• Elektrisch bedienbare achterklep
Onderhoud
(zie hoofdstuk 4)
(zie hoofdstuk 4)
(zie hoofdstuk 4)
(zie hoofdstuk 4)
7 31