Kenmerken van uw auto
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
Op auto's die zijn uitgerust met een
antidiefstalsysteem
is
aangebracht met de volgende tekst:
1. WARNING (WAARSCHUWING)
2. SECURITY SYSTEM
(VEILIGHEIDSSYSTEEM)
4
20
Alarm
uitgescha-
keld
OJC040170
Dit systeem is ontworpen om inbraak in
een
sticker
de auto te voorkomen. Het systeem heeft
drie standen: in de eerste is het alarm
ingeschakeld, in de tweede stand klinkt
het alarm en in de derde stand is het
alarm uitgeschakeld. Als het systeem
wordt geactiveerd, klinkt er een alarm en
knipperen de alarmknipperlichten.
Alarm ingeschakeld
Met de Smart Key
Antidiefstal
Parkeer de auto en zet de motor uit.
systeem
Schakel het alarm in zoals hieronder
ingescha-
beschreven is.
keld
1. Zet de motor uit.
2. Controleer of alle portieren, de
Alarm
geacti-
veerd
3. • Vergrendel de portieren door de toets
motorkap en de achterklep goed
gesloten zijn.
van
de
portiergreep
buitenzijde van het voorportier in te
drukken met de Smart Key in uw
bezit.
Na het voltooien van bovenstaande
stappen
knipperen
alarmknipperlichten eenmaal om aan
te
geven
dat
het
alarm
ingeschakeld.
Als de achterklep of de motorkap
open
is,
werken
alarmknipperlichten niet en wordt het
antidiefstalsysteem
ingeschakeld.
Als hierna de achterklep en de
motorkap zijn gesloten, knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal.
aan
de
de
is
de
niet