Advertenties
1. Activeer het Smart Parking Assist-
systeem
• Druk de toets van het Smart Parking
Assist-systeem in (het controlelampje
in de toets gaat branden).
• Het Smart Parking Assist-systeem
wordt
ingeschakeld
controlelampje in de toets gaat
branden).
Er
klinkt
waarschuwingssignaal wanneer een
obstakel wordt waargenomen.
• Druk
gedurende
ten
seconden nogmaals op de toets van
het Smart Parking Assist-systeem om
het systeem uit te schakelen.
• De standaardinstelling voor het Smart
Parking Assist-systeem is UIT als het
contact in stand ON wordt gezet.
■
Modus rechts fileparkeren
OVF041105
2. Selecteer de parkeerhulpmodus
• Selecteer de parkeerhulpmodus door
de toets van het Smart Parking Assist-
systeem in te drukken met de
selectiehendel in de stand N (vrijstand)
of stand D (rijden) en het rempedaal
ingetrapt.
(het
• Wanneer het Smart Parking Assist-
een
systeem wordt geselecteerd, wordt
automatisch
fileparkeren geselecteerd.
minste
2
• Druk nogmaals op de toets van het
Smart Parking Assist-systeem om de
modus
links
schakelen.
• Als u de toets nogmaals indrukt, wordt
het systeem uitgeschakeld.
■
■
Modus links fileparkeren
Modus rechts fileparkeren
OVF045388HO
3. Zoek een parkeerplaats
• Rijd langzaam naar voren en houd
• Als de rijsnelheid hoger is dan 20
de
modus
rechts
• Als de snelheid hoger is dan 30 km/h,
fileparkeren
in
te
Kenmerken van uw auto
■
Modus links fileparkeren
OVF045389HO
daarbij een afstand aan van ongeveer
50 - 150 cm tot geparkeerde auto's. De
sensoren opzij zoeken naar een
parkeerplaats.
km/h, verschijnt een melding die
aangeeft om langzamer te rijden.
wordt het systeem uitgeschakeld.
4 119
Advertenties
