Kenmerken van uw auto
De vulpijp van het reservoir bevindt zich
vooraan
in
de
motorruimte
passagierszijde.
OPMERKING
Gebruik de ruitensproeiers niet
wanneer het reservoir leeg is, om
beschadiging
van
sproeierpomp te voorkomen.
WAARSCHUWING
Gebruik de ruitensproeiers niet bij
temperaturen onder het vriespunt
zonder eerst de voorruit met behulp
van de voorruitontwaseming te
hebben verwarmd; de vloeistof kan
anders op de voorruit bevriezen en
uw uitzicht belemmeren.
4
142
OPMERKING
aan
• Schakel de ruitenwissers niet in
als
de
beschadiging van de wissers en
de voorruit te voorkomen.
• Gebruik geen benzine, petroleum,
thinner of andere oplosmiddelen
de
ruiten-
in de buurt van de ruitenwisser-
bladen
voorkomen.
• Probeer de ruitenwissers nooit
met de hand te bewegen om
beschadiging van de ruiten-
wisserarmen
onderdelen te voorkomen.
ruit
droog
is
om
om
beschadiging
te
en
van
andere
Koplampsproeier
(indien van toepassing)
Als uw auto is voorzien van een
koplampsproeier, zal deze gelijktijdig met
de ruitensproeier van de voorruit in
werking treden. De sproeier werkt als de
koplampschakelaar in de eerste of
tweede stand staat en het contact/de
startknop in de stand ON staat. De
ruitensproeiervloeistof wordt op de
koplampen gesproeid.
✽ AANWIJZING
Controleer
regelmatig
ruitensproeiervloeistof nog correct op
de koplampen wordt gesproeid.
of
de