R (achteruit)
Gebruik deze stand om achteruit te
rijden.
OPMERKING
Breng de auto altijd helemaal tot
stilstand
alvorens
selectiehendel in of uit stand R
(achteruit) te zetten; de transmissie
kan beschadigd raken als u tijdens
het rijden stand R (achteruit)
inschakelt.
N (neutraal)
De wielen en de transmissie zijn niet
ingeschakeld.
Gebruik stand N (neutraal) als u de auto
opnieuw moet starten nadat hij is
afgeslagen of als u stil moet staan met
draaiende motor. Zet de selectiehendel
de
in stand P (parkeren) als u de auto om de
een of andere reden moet verlaten.
Trap altijd het rempedaal in als u vanuit
stand N (neutraal) een andere stand
inschakelt.
WAARSCHUWING
Trap het rempedaal altijd stevig in
als u een versnelling inschakelt.
Als u een versnelling inschakelt
terwijl de motor met een hoog
toerental draait, kan de auto zeer
snel in beweging komen. U kunt de
controle over de auto verliezen en
mensen of voorwerpen raken.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de selectiehendel in
stand N (neutraal).
Het afremmen op de motor werkt
dan niet, wat kan leiden tot een
ongeval.
Rijden met uw auto
D (rijden)
Dit is de normale rijstand. De transmissie
schakelt automatisch tussen de zeven
versnellingen vooruit voor een zo laag
mogelijk brandstofverbruik bij optimale
prestaties.
Trap voor extra vermogen tijdens
inhaalmanoeuvres of het hellingop rijden
het gaspedaal verder in totdat u voelt dat
de
transmissie
naar
een
versnelling schakelt.
lagere
5 37