Rijden met uw auto
• Zorg ervoor dat uw auto niet gaat
kruipen als uw auto is voorzien van
een automatische transmissie/Double
clutch-transmissie. Voorkom kruipen
door het rempedaal ingetrapt te
houden als de auto stilstaat.
• Neem de nodige voorzorgsmaat-
regelen in acht bij het parkeren op een
helling. Activeer de parkeerrem en zet
de
selectiehendel
in
(parkeren) (automatische transmissie/
Double clutch-transmissie) of in de
eerste versnelling of de achteruit
(handgeschakelde transmissie). Draai
de voorwielen naar de stoeprand als
de auto met de voorzijde naar
beneden wijst, om te voorkomen dat
de auto wegrolt.
Draai de voorwielen naar de stoeprand
als de auto met de voorzijde naar
beneden wijst, om te voorkomen dat
de auto wegrolt. Draai de voorwielen
van de stoeprand af als de auto met de
voorzijde naar boven wijst, om te
voorkomen dat de auto wegrolt. Als er
geen geschikte stoeprand naast de
weg aanwezig is die de auto tegen kan
houden, leg dan blokken voor de
wielen.
5
66
• Onder bepaalde omstandigheden kan
de
parkeerrem
toestand vastvriezen. De kans daar op
is
het
grootst
achterremmen sprake is van een
opeenhoping van sneeuw of ijs of als
de remmen nat zijn. Als de kans
bestaat dat de parkeerrem vast gaat
vriezen, gebruik hem dan alleen maar
tijdelijk
tijdens
stand
P
(parkeren) zetten van de transmissie
(automatische
clutch-transmissie) of het in de eerste
versnelling
(handgeschakelde transmissie) en
blokkeer daarna de wielen zodat de
auto niet kan wegrollen. Deactiveer
daarna de parkeerrem.
• Houd de auto op een helling niet op
zijn plaats door gas te geven. Hierdoor
kan de transmissie oververhit raken.
Gebruik altijd de voetrem of de
parkeerrem.
in
geactiveerde
als
er
rond
de
het
in
stand
P
transmissie/Double
of
achteruit
zetten