NEDERLANDS
Vertaling van de originele instructies
Deblokkeer de drie pennen van het draaiende deel van de mechanische afdichting. N.B.:
Het volstaat ze een kwart slag terug te draaien. Als de pennen overmatig losgedraaid
worden, verliezen ze de koppeling met de mechanische afdichting.
Draai de schroeven los waarmee de motor op de pomp bevestigd is.
Draai de schroeven van de verbinding los en verwijder het uitneembare gedeelte.
Trek de pen uit de as.
Verwijder de motor en de druklagergroep.
Draai de schroeven vast in de schroefdraadgaten om de motor van de druklagergroep
te scheiden.
8.2.3 Pompen van meer dan 4 kW (afb. A20)
Draai de schroeven los waarmee de motor op de pomp bevestigd is.
Verwijder de motor. N.B.: Controleer of het schokbreker-inzetstuk zich in het gat van de
tussenas van de pomp bevindt Breng het indien nodig opnieuw in positie.
8.3 Installatie van de optionele druklagergroep
Alleen voor pompen tot 4kW zonder druklagergroep.
Volg de instructies voor de VERWIJDERING VAN DE MOTOR.
Volg de instructies voor de INSTALLATIE VAN DE DRUKLAGERGROEP EN VAN DE
MOTOR (hoofdst. 6).
8.4 Vervanging van de mechanische afdichting
Zie afb. A26 voor de reserveonderdelen.
8.4.1 Pompen tot 4 kW (afb. A16)
Volg de instructies voor de VERWIJDERING VAN DE MOTOR.
Schroef de patroon van de mechanische afdichting los.
Smeer de as en het schroefdraad met alcohol. Reinig door eventueel residu weg te
nemen.
Plaats de nieuwe patroon en schroef die vast met het aangegeven koppel.
Volg de instructies voor de INSTALLATIE VAN DE MOTOR (hoofdst. 6).
8.4.2 Pompen van meer dan 4 kW (afb. A21)
Verwijder de afschermingen die de verbinding bedekken.
Deblokkeer de drie pennen van het draaiende deel van de mechanische afdichting. N.B.:
Het volstaat ze een kwart slag terug te draaien. Als de pennen overmatig losgedraaid
worden, verliezen ze de koppeling met de mechanische afdichting.
Draai de schroeven van de verbinding los en verwijder de verbinding.
Verwijder de pen.
Schroef de patroon van de mechanische afdichting los.
Smeer de as en het schroefdraad met alcohol. Reinig door eventueel residu weg te
nemen.
Plaats de nieuwe patroon en schroef die vast met het aangegeven koppel.
Steek de pen in de as en in het gat van een deel van de verbinding.
Til de verbinding op tot die aan de schouder van de tussenas gekoppeld wordt. De
verbinding moet in positie blijven als hij eenmaal losgelaten is. Koppel het tweede
deel van de verbinding aan. Steek de schroeven naar binnen en haal ze aan op het
aangegeven koppel, let op de twee delen van de verbinding symmetrisch te houden.
Haal de drie pennen van het draaiende deel van de mechanische afdichting aan.
Controle: draai de as met de hand en let op eventuele metalen geluiden, die aangeven
dat er mogelijk problemen met de aankoppeling zijn. Neem in dat geval contact op met
de fabrikant.
Installeer de afschermingen die de verbinding bedekken.
8.5 Vervanging van de motor
Volg de instructies voor de VERWIJDERING VAN DE MOTOR.
8.5.1 Pompen zonder druklagergroep tot 4 kW
VOORBEREIDING VAN DE MOTOR (afb. A17)
Trek het verlaagde lipje uit de oude motor.
Verwijder het lipje dat één geheel met de nieuwe motor vormt, indien aanwezig.
Installeer het verlaagde lipje in de holte van de as van de nieuwe motor.
Volg de instructies voor de INSTALLATIE VAN DE MOTOR (hoofdst. 6)
N.B.: voordat de oude motor weggedaan wordt, moet gecontroleerd worden of het
verlaagde lipje uit de holte op de as getrokken is en moet het bewaard worden.
8.5.2 Pompen met druklagergroep tot 4 kW:
Volg de instructies voor de VERWIJDERING VAN DE DRUKLAGERGROEP (afb. A15).
Volg de instructies voor de INSTALLATIE VAN DE DRUKLAGERGROEP EN VAN DE
MOTOR (hoofdst. 6).
8.5.3 Pompen van meer dan 4 kW (afb. A20):
Volg de instructies voor de VERWIJDERING VAN DE MOTOR.
Volg de instructies voor de INSTALLATIE VAN DE MOTOR.
8.6 Smering van het druklager
Alleen pompen van meer dan 11 kW:
De druklagergroep moet gesmeerd worden met een interval dat verband houdt met de
kriticiteit van de toepassing, het aantal trappen van de pomp, de werkomstandigheden
(druk) en de omgevingsomstandigheden (temperatuur). Er wordt aangeraden de
eerste controle uit te voeren na 3000 werkuren en om het smeerinterval vervolgens
aan te passen op grond van de hoeveelheid ingevoerd vet en de werkomstandigheden
(temperatuur en maximumdruk). Handel als volgt:
Volg de instructies voor de VERWIJDERING VAN DE MOTOR.
32
VERTICALE MEERTRAPSELEKTROPOMPEN
Breng vet type SKF LGHP 2 of equivalent aan via de daarvoor bestemde smeernippel.
Pomp vet en draai de as met de hand om de verdeling te vergemakkelijken.
Volg de instructies voor de INSTALLATIE VAN DE MOTOR.
Tijdens de eerste uren werking is het normaal om een kleine toename van de
temperatuur en de uitstoting van het te veel aan vet te kunnen constateren, tot de
optimale situatie bereikt wordt.
8.7 Rotatie van de motor
8.7.1 Pompen tot 4 kW (afb. A12):
Verwijder de afschermingen die de verbinding bedekken (alleen pompen tot 2,2 kW).
Draai de schroeven los waarmee de motor op de pomp bevestigd is.
Draai de motor 90° of 180°.
Bevestig de motor op de pomp met gebruik van de schroeven. Haal ze aan op het
aangegeven koppel.
Monteer de afschermingen die de verbinding bedekken.
8.7.2 Pompen van meer dan 4 kW (afb. A13):
Draai de schroeven los waarmee de motor op de pomp bevestigd is.
Draai de motor 90° of 180°.
Bevestig de motor op de pomp met gebruik van de schroeven. Haal ze aan op het
aangegeven koppel.
9 BEHEER VAN NOODGEVALLEN
9.1 Brand
• Het brandgevaar van delen van de machine is beperkt tot de motor. Houd rekening
met het brandgevaar van materialen die niet tot de machine behoren maar zich
vlakbij de machine bevinden.
• Gebruik bij brand blussers die goedgekeurd zijn voor het gebruik op elektrische
apparaten.
9.2 Vloeistoflekkage
• De gepompte vloeistof kan uit de machine lekken na de installatie, het starten, het
onderhoud of het afdanken, onvoorziene breuken of overmatige slijtage van de
afdichtingsonderdelen.
• Als de lekken gevaarlijk of schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mensen,
dieren of voor het milieu, zorg dan voor een waterdichte opvangbak rondom de
machine. Verzamel de vloeistof en verwijder die op correcte wijze, vermijd lozingen
in het milieu.
10 VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Voor het verhelpen van problemen die verband houden met de werking van de
elektropomp moeten de aanwijzingen opgevolgd worden van onderstaande tabel Tab.
1. Als u niet over de kennis en de benodigde competenties beschikt, wendt u zich dan
tot gekwalificeerd personeel.
Gebruik altijd de geschikte PBM (zie het betreffende gedeelte) en werktuigen.
Als het niet mogelijk is het probleem te verhelpen door de aanwijzingen van de
tabel toe te passen, neem dan contact op met een professioneel en geautoriseerd
assistentiecentrum
11 VERWIJDERING
De inrichtingen die met dit symbool aangeduid worden, mogen
niet weggegooid worden met het huishoudafval maar moeten
verwijderd worden in de speciale centra voor de inzameling van
Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA)
die op het grondgebied aanwezig zijn, of moeten overhandigd
worden aan de distributeur, die verplicht is ze aan te nemen.
De huishoudelijke AEEA/WEEE (eenfasige elektropompen
met vermogen < 3 kW) moeten kosteloos aan gemeentelijke
of private inzamelcentra of aan kleinhandelaars of herstellers
worden gegeven.
De industriële AEEA (alle producten die niet als huishoudelijk
geclassificeerd zijn) moeten aan daartoe bestemde
inzamelcentra of aan kleinhandelaars of herstellers worden
gegeven.
Het product is niet potentieel gevaarlijk voor de menselijke
gezondheid en het milieu omdat het geen schadelijke stoffen
bevat volgens richtlijn 2011/65/EU (RoHS) maar bij lozing in het
milieu heeft het een negatieve impact op het ecosysteem.
Misbruik bij de afvalverwerking, of de niet correcte
afvalwerking, van het product, leidt tot juridische sancties van
administratieve en/of strafrechtelijke aard.