Inhoudsopgave
Advertenties
NEDERLANDS
Vertaling van de originele instructies
A) Serienummer
B) Productiejaar
C) Identificatiecode van het model
D) Elektrische frequentie (in Hz)
E) Voedingsspanning, driehoekaansluiting (in V)
F) Voedingsspanning, steraansluiting (in V)
G) IP-beschermklasse van de machine
H) Maximumstroom, driehoekaansluiting (in A)
I) Maximumstroom, steraansluiting (in A)
J) Omgevingstemperatuur (in °C)
K) Gewicht van de motor
De motor is ontworpen voor continu bedrijf (klasse S1 volgens IEC 60034-1).
2.3 Andere plaatjes en markeringen
Op het oppervlak van de pomp kunnen afhankelijk van het model andere plaatjes
aanwezig zijn die de kenmerken, de naleving van normen en reglementen of de
voorschriften inzake installatie, gebruik en verwijdering identificeren. Zie de volgende
lijst.
Besteed aandacht aan de risico's die verband houden met de installatie,
het onderhoud en de verwijdering van het product.
Lees de handleiding met instructies met aandacht vóór de installatie en
het gebruik.
Apparaat goedgekeurd voor de verplaatsing van water dat bestemd is
voor menselijke consumptie (certificaat WRAS nummer 1511053), tot
de maximumtemperatuur van 85°C
Maximumtemperatuur van de vloeistof voor gebruik in een
huishoudelijke, woon- of commerciële omgeving, de landbouw of de
dienstverlening: 85°C.
Maximumtemperatuur van de vloeistof UITSLUITEND voor gebruik in
een industriële of gelijkwaardige omgeving: 120°C.
Tmax 120°C
Deze markering identificeert de pompen voor hoge druk (speciale
versies)
• De rotatierichting van de functionele delen wordt aangegeven door de markering
(pijl) op de motorsteun, zie afb. A3.
• De stroomrichting wordt aangegeven door de markering (pijl) op de basis van de
pomp. Zie afb. A3.
2.4 Informatie over de energetische efficiëntie van de motoren
Alle elektropompen maken gebruik van motoren die voldoen aan de EG-verordening
2019/1781 en latere wijzigingen, derhalve conform aan de rendementsklasse IE2 (voor
nominale vermogens tot 0,55 kW) of IE3 (voor hogere vermogens). Meer informatie
over de energetische prestaties van de motoren zijn online beschikbaar (franklinwater.
eu - productblad) en staan op het gegevensplaatje van de motor.
2.5 Informatie over de energetische efficiëntie van de pompen
Alle pompen zijn conform ver. 547/2012 EG. De energetische efficiëntie-index MEI is
groter dan of gelijk aan 0.4 (Benchmark MEI 0.7). Raadpleeg het gegevensplaatje en
het etiket dat op deze handleiding aangebracht is voor de informatie over de pomp.
De prestatiecurves van de machine, de efficiëntiekenmerken en de informatie over de
energetische prestaties zijn online beschikbaar (franklinwater.eu - productblad).
3 TOEPASSINGEN EN GEBRUIK
3.1 Toegestaan gebruik
Deze apparaten zijn bestemd voor professioneel gebruik in toepassingen zoals
waterbevoorrading uit grondwater, drukverhoging, irrigatie of circulatie van
warmtegeleidende media. Ze kunnen gebruikt worden in een industriële omgeving,
een omgeving waarin vervaardigingsprocessen plaatsvinden of een gelijkwaardige
omgeving. De elektropompen kunnen ook gebruikt worden in een huishoudelijke,
commerciële omgeving, in de landbouw, de ambachtelijke sector of de dienstverlening,
voor dezelfde toepassingen, uitsluitend op een temperatuur niet hoger dan 85°C.
N.B.: Voor de andere toepassingen is de maximaal toegestane temperatuur 120°C.
28
De elektropompen moeten geïnstalleerd worden op een droge plaats die bescherming
tegen overstromingen biedt.
De elektropomp kan continu werken op de maximum omgevingstemperatuur die op
het gegevensplaatje van de motor staat. Volg voor de pompen met onbedekte as de
aanwijzingen van de fabrikant van de motor.
3.2 Gepompte vloeistoffen
Afb. 3
Schone vloeistoffen die compatibel zijn met de constructiematerialen van de
elektropomp. De vloeistof moet fysieke kenmerken hebben die gelijkaardig zijn met
die van schoon water op omgevingstemperatuur (maximum dichtheid van 1030 kg/
m
fabrikant).
Het eventuele gehalte van zand in het water mag niet groter zijn dan 50 g/m3. Een
hogere zandconcentratie zal de levensduur van de elektropomp verlagen en het risico
op blokkering verhogen. Eventuele vaste deeltjes in suspensie mogen niet groter zijn
dan 2 mm.
Water bestemd voor menselijke consumptie: alleen modellen met certificatie WRAS, op
de maximumtemperatuur van 85°C.
3.3 Gebruiksvoorwaarden
• Maximum bedrijfsdruk (de druk bij de aanvoerzijde van de pomp als resultaat van
• Debiet en opvoerhoogte: tijdens de normale werking moeten deze binnen de velden
• Maximumtemperatuur van de aangezogen vloeistof: 85°C of 120°C al naargelang het
• Minimumtemperatuur van de aangezogen vloeistof: -30°C (pakkingen van EPDM);
• Omgevingstemperatuur: maximaal 40°C tot 1000 m hoogte. Neem buiten deze
• Elektrische voedingsspanning: raadpleeg het gegevensplaatje van de motor. De
• Maximumaantal starten per uur: voor elektropompen met standaardmotor, zie afb.
3.4 Niet toegestaan gebruik
Gebruik de elektropomp niet voor andere toepassingen dan die eerder beschreven
werden en hoe dan ook voor alle niet door de fabrikant geautoriseerde toepassingen.
Oneigenlijk gebruik kan ook ernstige schade berokkenen (inclusief de dood) aan
mensen, dieren, voorwerpen en het milieu.
• pomp geen levensmiddelenvloeistoffen of producten die voor menselijke voeding
• Pomp geen viskeuze vloeistoffen en/of die dikker dan water zijn, tenzij met de
• Gebruik de machine niet in een potentieel explosieve omgeving of met ontvlambare
• Laat de machine niet werken in afwezigheid van vloeistoffen.
• Laat de elektropomp niet continu werken met een debiet van nul of lager dan 10%
• Overschrijd niet de maximumdruk die op het gegevensplaatje aangeduid staat.
3.5 Andere gebruikswijzen
Neem contact op met de fabrikant in de volgende gevallen:
• De te pompen vloeistof heeft een viscositeit of een dichtheid die groter is dan
• Het te pompen water is chemisch behandeld (onthard, gechloord, gedemineraliseerd,
• Er doet zich een situatie voor die anders is dan de situaties die opgesomd zijn bij het
4 INSTALLATIE – ALGEMEEN
Het apparaat moet geïnstalleerd worden conform de instructies van deze handleiding.
Het apparaat en de uiteinden van de voedingskabel moeten beschermd worden tegen
VERTICALE MEERTRAPSELEKTROPOMPEN
en maximum viscositeit van 2 cPs. Neem buiten deze limieten contact op met de
3
Oneigenlijk gebruik kan tot oververhitting van de machine en van de
voedingskabels leiden, met gevolgen als defecten en mogelijk brand.
de som van de ingangsdruk van de pomp en de drukverhoging die door de pomp
verstrekt wordt): zie het gegevensplaatje. De maximum druk bij de ingang van de
apparatuur wordt bepaald door de drukverhoging die door de pomp verstrekt wordt,
zodat de maximum bedrijfsdruk niet overschreden wordt (zie het gedeelte dat aan
de berekening gewijd is).
liggen die op het gegevensplaatje staan. In deze omstandigheden wordt de optimale
werking van de machine verkregen.
gebruik (zie paragraaf 3.1).
-10°C (pakkingen van Viton®/FKM)
limieten contact op met de fabrikant.
toegestane maximumafwijking is 6%.
A4 (in appendix); volg voor de pompen met onbedekte as de aanwijzingen van de
fabrikant van de motor.
Gebruik de elektropomp niet aangesloten op zwembaden, baden, meertjes en
gelijkaardige plekken, wanneer mensen in het water zijn.
bestemd zijn.
specifieke autorisatie van de fabrikant.
vloeistoffen.
van de nominale waarde, om oververhitting te voorkomen. Als de temperatuur van
de vloeistof bij binnenkomst de 90°C overschrijdt, verhoog het minimumdebiet dan
met 20% van de nominale waarde.
die van water (er zal een motor gebruikt moeten worden met een vermogen dat
verhoudingsgewijs groter is)
enz.)
toegestane gebruik.
Advertenties
Inhoudsopgave
