9. Bediening
9.1 Aan/uit schakelen
Controleer vóór het inschakelen van de pomp
Voorzichtig
of deze juist is geïnstalleerd. Zie paragrafen
6. Installatie
en
8. Opstarten / uitschakelen
•
Schakel de voeding in om de pomp te starten.
•
Schakel de voeding uit om de pomp te stoppen.
9.2 Instellen van de doseercapaciteit
Afb. 29 Instellen van de doseercapaciteit
Pos.
Componenten
L
Slaglengte-instelknop
1l
Deksel
2l
Borgschroef
3l
Schroef
4l
Schaalring
9.2.1 Instellen van de doseercapaciteit en borgen van de
slaglengte-instelknop
1. Verwijder het deksel (1l) van de slaglengte-instelknop (L).
2. Gebruik een schroevendraaier om de borgschroef (2l) ca.
2 slagen los te draaien.
3. Vergroot of verminder de doseerdoorstroming terwijl de
pomp draait.
– Draai de instelknop langzaam linksom of rechtsom om het
gewenste doseervolume in te stellen.
4. Draai, afhankelijk van de toepassing, de borgschroef (2l) zo
aan dat de slaglengte-instelknop nog kan worden gedraaid /
niet meer kan worden gedraaid.
5. Plaats het deksel (1l) weer.
De pomp kan niet worden bediend wanneer de slag-
lengte-instelknop volledig open is! Afhankelijk van de
pompinstelling, kan deze waarde al lager zijn dan
100 % van de schaal voor systeemdrukken hoger
Voorzichtig
dan 100 bar.
Open de slaglengte-instelknop volledig en sluit deze
vervolgens ca. 10 %, om de doseerdoorstroming in
te stellen op 100 %.
9.3 Gebruik van de AR-besturingseenheid (optioneel)
Houd bij het gebruik van de AR-besturingseenheid,
naast de instructies in deze handleiding, de installatie- en
bedieningsinstructies voor de "AR-besturingseenheid" aan.
9.4 Elektrische servomotor (optioneel)
Raadpleeg voor de bediening van de servomotor, de installatie- en
bedieningsinstructies van de servomotor.
9.5 Elektronische voorselectie teller (optioneel)
Raadpleeg de installatie- en bedieningsinstructies van de teller
voor de bediening van de voorselectieteller.
366
.
3l
2l
1l
3l
L
4l
9.6 Elektrisch verwarmde doseerkop (optioneel)
Raadpleeg voor de bediening van de temperatuurregelaar de
installatie- en bedieningsinstructies van de temperatuurregelaar.
10. Onderhoud
10.1 Algemene opmerkingen
Waarschuwing
Houd bij het doseren van gevaarlijke media de
betreffende veiligheidsmaatregelen aan!
Draag beschermende kleding (handschoenen en bril)
bij het werken aan de doseerkop, aansluitingen of
leidingen!
Het pomphuis mag uitsluitend worden geopend door
personeel dat is geautoriseerd door Grundfos!
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel!
Schakel de pomp uit en koppel deze los
van de voeding, voordat onderhouds- of reparatie-
werkzaamheden worden uitgevoerd!
Leeg al het resterende medium uit de doseerkop in
een lekbak door het voorzichtig losschroeven van het
zuigventiel, voordat u de doseerkop, ventielen en lei-
dingen verwijderd.
Let op de doorstroomrichting van ventielen (aange-
geven door een pijl op het ventiel)!
Voorzichtig
Kunststof ventielen uitsluitend met de hand vast-
draaien.
10.2 Membraanlekkagebesturing voor
membraanlekkagedetectie
Wanneer membraanlekkage is gedetecteerd, controleer dan eerst
of een fout wordt weergegeven, omdat verschillende externe fac-
toren, zoals de verwarming van de dosering of hydraulisch
medium kan leiden tot doorgebroken medium tussen de membra-
nen dat verdrongen moet worden in het ventiel, waarbij een fout
wordt gegenereerd.
Controles na een membraanlekkagedetectie:
1. Open kort de ontluchtingsschroef (2u) en sluit deze weer.
2. Zet de pomp aan.
3. Indien na een korte periode wederom membraanlekkage
wordt gedetecteerd, dan is een membraan defect.
Vervang bij membraanlekkage de membranen en rei-
nig de keerklep, zie paragraaf
Voorzichtig
het membraan voor doseerkop met dubbel mem-
braan
.
1u
Afb. 30 Doseerkop met dubbel membraan
Pos.
Componenten
S
Contactmanometer
T
Kogelkeerklep
U
Aansluitstuk
1u
Vulschroef
2u
Ontluchtingsschroef
10.7 Vervangen van
S
U
2u
T