3.3.5 Maximale opvoerhoogte* (continu bedrijf) voor media
met een viscositeit gelijksoortig aan die van water
Pompmodel
Pomptype
DMH 251
Alle
DMH 252
Alle
DMH 21-10
DMH 43-10
DMH 253
DMH 67-10
DMH 83-10
DMH 100-10
DMH 50-10
DMH 97-16
DMH 102-10
DMH 136-16
DMH 143-10
DMH 254
DMH 166-16
DMH 175-10
DMH 202-16
DMH 213-10
DMH 276-16
DMH 291-10
DMH 255
Alle
DMH 272-16
DMH 340-16
DMH 440-10
DMH 450-16
DMH 520-16
DMH 575-10
DMH 257
DMH 680-16
DMH 750-4
DMH 770-10
DMH 880-10
DMH 1150-10
DMH 1500-4
* Geldt bij een gevulde doseerkop.
3.3.6 Maximale opvoerhoogte (continu bedrijf) voor media
met maximale toegestane viscositeit
Voor maximaal toegestane viscositeit, zie paragraaf:
3.9 Doseermedium
.
Pompmodel
Alle
3.4 Geluidsbelasting
Pompmodel
DMH 251
DMH 252
DMH 253
DMH 254
DMH 255
DMH 257
* Testen overeenkomstig DIN 45635-01-KL3.
Maximale opvoer-
hoogte
[mwk]
1
1
1
1
1
1
Positieve toeloop
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Positieve toeloop
1
Positieve toeloop
1
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Positieve toeloop
Maximale opvoerhoogte
[mwk]
Positieve toeloop
dB(A)*
55 ± 5
55 ± 5
65 ± 5
65 ± 5
75 ± 5
75 ± 5
3.5 Elektrische gegevens
3.5.1 Behuizingsklasse
De behuizingsklasse hangt af van de gekozen motorvariant,
raadpleeg de motortypeplaat.
De gespecificeerde behuizingsklasse kan alleen worden gewaar-
borgd wanneer de voedingskabel is aangesloten met dezelfde
beschermingsklasse.
Pompen met elektronica: de behuizingsklasse wordt alleen gere-
aliseerd wanneer de connectoren zijn beschermd! De data m.b.t.
de behuizingsklasse geldt voor pompen met correct aan-
gebrachte connectoren of opgeschroefde doppen.
3.5.2 Motor
Versie: raadpleeg typeplaten van motor en pomp.
3.6 AR-besturingseenheid
Functies van pompen met elektronica:
•
"Continu bedrijf" knop voor functietest en ontluchting van
doseerkop
•
Geheugenfunctie (slaat maximaal 65.000 pulsen op)
•
Twee-traps tank-leeg signaal (bijv. via Grundfos tank-leeg sensor)
•
Slagsignaal / voormelding leeg signaal (instelbaar), bijv. als
een feedback naar de regelkamer
•
Doseer besturingsfunctie (alleen met sensor - optioneel)
•
Membraanlekkagedetectie (alleen met sensor - optioneel)
•
Instellingen beveiligd met toegangscode
•
Aan/uit op afstand
•
Hall-sensor
•
Bedrijfsurenteller
•
Motorbewaking.
Bedrijfsmodi:
•
Handmatig
Slagfrequentie: Handmatig instelbaar tussen nul en maximum
•
Contactsignaalbesturing
Vermenigvuldigingsfactor (1:n) en deelfactor (n:1)
•
Stroomsignaalbesturing 0-20 mA / 4-20 mA
Instelling van de slagfrequentie proportioneel aan het stroom-
signaal. Weging van de stroomingang.
345