3.6.1 Ingangen en uitgangen
Ingangen
Contactsignaal
Stroom 0-20 mA
Aan/uit op afstand
Twee-traps tank-leeg signaal
Doseerbesturing en membraanlekkagesensor
Uitgangen
Stroom 0-20 mA
Foutsignaal
Slagsignaal
Bijna-leeg signaal
AR-besturingseenheid fabrieksinstellingen
•
Ingangen en uitgangen: NO (normaal open)
of
•
ingangen en uitgangen: NC (normaal gesloten).
3.7 Voeding
Voeding voor AC-spanning
Nominale spanning
230 / 400 V
240 / 415 V
115 V
Maximum toelaatbare netspanningsimpedantie
(0.084 + j 0.084) Ω (testen conform DIN EN 61000-3-11).
Deze details gelden voor 50 Hz.
3.8 Omgevings- en bedrijfsomstandigheden
•
Toelaatbare luchtvochtigheid: max. relatieve vochtigheid:
70 % bij +40 °C, 90 % bij +35 °C.
De lokatie van de installatie moet overdekt zijn!
Voorzichtig
Niet buiten installeren!
3.8.1 DMH met motor gelabeld voor koelmiddeltemperatuur
-20 °C ≤ T
≤ 40 °C
amb
•
Toelaatbare omgevingstemperatuur:
0 °C (standaard) tot +40 °C
(voor een installatiehoogte tot 1000 m boven zeeniveau)
•
Pompen met minimaal T
amb
•
Toegestane opslagtemperatuur: -20 °C tot +50 °C.
3.8.2 DMH met motor gelabeld voor koelmiddeltemperatuur
-20 °C ≤ T
≤ 55 °C en met rvs of PVDF als materiaal
amb
voor de doseerkop
•
Toelaatbare omgevingstemperatuur:
0 °C (standaard) tot +55 °C
(voor een installatiehoogte tot 1000 m boven zeeniveau)
•
Pompen met minimaal T
amb
•
Toegestane opslagtemperatuur: -20 °C tot +55 °C.
Bekijk het typeplaatje van de motor.
N.B.
346
Maximale belasting: 12 V, 5 mA
Maximale belasting: 22 Ω
Maximale belasting: 12 V, 5 mA
Maximale belasting: 12 V, 5 mA
Maximale belasting: 350 Ω
Maximale Ohmse belasting
50 VDC / 75 VAC, 0,5 A
Contacttijd/slag: 200 ms
Maximale Ohmse belasting
50 VDC / 75 VAC, 0,5 A
Toegestane afwijking van
nominale waarde
± 10 %
± 10 %
± 10 %
-20 °C beschikbaar op aanvraag
-20 °C beschikbaar op aanvraag
3.9 Doseermedium
Neem in geval van vragen over de materiaalbesten-
N.B.
digheid en geschiktheid van de pomp voor specifieke
doseermedia contact op met Grundfos.
Het doseermedium moet de volgende basiseigenschappen heb-
ben voor de standaard pompen:
•
vloeibaar
•
niet abrasief
Doseren van abrasieve media is mogelijk bij bepaalde versies,
op aanvraag.
•
niet-ontvlambaar
Het doseren van ontvlambare media is mogelijk met bepaalde
uitvoering van explosiebestendige pompen, conform ATEX.
Maximaal toegestane viscositeit bij bedrijfstemperatuur*
Geldt voor:
•
Newtonse vloeistoffen
•
Niet ontgassende media
•
media met materie in suspensie
•
Media met een dichtheid gelijksoortig aan die van water.
Merk op dat de viscositeit toeneemt bij afnemende
N.B.
temperatuur!
Tot slagfre-
quentie 63
Pompmodel
[n/min]
Maximale viscositeit* [mPa s]
DMH 251
300
DMH 252
300
DMH 253
300
DMH 254
300
DMH 255
200
DMH 257
200
* De vermelde waarden zijn waarden bij benadering en gelden
voor standaard pompen.
Toegestane mediumtemperatuur
Min.
medium-
Doseerkop
temperatuur
materiaal
[°C]
PVC
0
Roestvast staal,
-10
DIN 1.4571*
Legering C-4,
-10
2.4610*
PP
0
PVDF**
-10
* Voor SIP/CIP-toepassingen (niet met ATEX): Een temperatuur
van 145 °C bij een tegendruk van max. 2 bar is toegestaan
gedurende een korte periode (15 minuten).
** Bij 70 °C bedraagt de maximale tegendruk 9 bar.
Waarschuwing
Houd de veiligheidsinstructies van de producent van
de chemische stof aan bij de omgang met chemica-
liën!
Slagfrequentie
Slagfrequentie
64-120
121
[n/min]
[n/min]
100
50
100
50
100
10
100
5
100
5
50
5
Max. mediumtemperatuur
p <
p <
p <
10 bar
16 bar
25 bar
[°C]
[°C]
[°C]
40
20
-
90
90
90
90
90
90
40
20
-
60
20
-