Systeemoverzicht
2. Plaats interfacekaarten (indien aanwezig) beginnend bij sleuf 3 en draai de schroef
erop vast. Laat sleuf 2 leeg.
On/Off key
LAN interfaces
3. Installeer systeemmodules (DSP-modules of een EIP-module) indien aanwezig:
– Verwijder de CPU1 kaart.
– Monteer de systeemmodules op de CPU1 kaart.
– Plaats de CPU1 kaart terug in sleuf 1 draai de schroef vast.
4. Sluit de LAN-kabel aan op één van de LAN-interfaces op het voorpaneel.
5. Zet de spanningsomvormer op het achterpaneel op de spanning van de beschik-
bare netspanning (230 VAC or 115 VAC).
VOORZICHTIG!
Printplaten kunnen worden beschadigd of defect raken als de communicatieserver op een ander voltage
werkt dan dat op de spanningskiezer is ingesteld.
6. Sluit de stroomadapter aan op het contactpunt op het achterpaneel en op de voe-
ding).
VOORZICHTIG!
Zorg dat alle openingen in de behuizing van de communicatieserver gesloten zijn tijdens de handeling om
een gecontroleerde luchtstroom te garanderen.
7. Start de communicatieserver door op de Aan/Uit-knop op de CPU1 te drukken.
Wanneer het opstarten is compleet is, draait de communicatieserver in de normale
operationele modus. De status-LED boven de Aan/Uit-knop knippert groen. DHCP
is standaard aangeschakeld.
2. 9. 5
In werking zetten
Zoek de communicatieserver op in het IP-netwerk
1. Verbind uw computer met het IP-netwerk en garandeer dat uw computer in het-
zelfde subnet zit als de communicatieserver.
2. Dubbelklik op
System Search
3. Klik in
System Search
Alle communicatieservers in hetzelfde subnet worden vermeld.
42
C U
CPU1
1
1
1
1
2
Reserved for CPU2
om de applicatie te starten.
op Zoeken.
Slots
Slots
3
5
4
6
syd-0679/2.2 – R6.2 – 05.2020
7
8
Mitel 470