Invloeden op de radiowerking
Radiowerking wordt aangetast door de volgende invloeden:
• Interferentie van buiten (EMC)
• Voorwerpen in het omringende gebied beïnvloeden de radiokarakteristieken
Neem om optimale omstandigheden voor de radiowerking te verkrijgen de volgende
punten in acht:
• Optimale radiowerking hangt af van de radio-unit → draadloze telefoonlijn.
• Wanden werken als een obstakel voor de voortplanting van radiogolven. Verliezen
hangen af van de wanddikte, constructiemateriaal en gebruikte versterking.
• Plaats geen radio-units en draadloze telefoons in de directe nabijheid van TV-sets,
radio's, CD-spelers of krachtinstallaties (vanwege EMC, e.g. verdeeldozen, stij-
gende hoogspanningslijnen).
• Plaats geen radio-units en draadloze telefoons in de nabijheid van röntgeninstalla-
ties (EMC).
• Plaats geen radio-units en draadloze telefoons in de nabijheid van metalen schei-
dingswanden.
• Neem de minimale afstandsvereisten tussen naastgelegen radio-units in acht (zie
Fig. 71).
• Minimale afstand tussen draadloze telefoon voor storingsvrije werking: 0,2 m. (De
laadstations van de Office 135 kunnen worden gekoppeld met behulp van verbin-
dingsstrips. Echter, het bedienen van meerdere telefoons op onderling verbonden
laadstations kan leiden tot storingen.)
• Minimale afstand tussen laadstations met draadloze telefoon op de haak voor sto-
ringsvrije werking: 0,2 m.
Omgevingscondities
• Bij het installeren: Zorg voor convectie (ruimte voor ventilatie).
• Vermijd overmatig stof.
• Vermijd blootstelling aan chemicaliën.
• Vermijd direct zonlicht.
• Zie ook de technische gegevens in Tab. 123.
Opmerking:
Als niet aan deze vereisten kan worden voldaan (e.g.installatie buiten), gebruik dan de juiste
beschermende behuizing.
Mitel 470
syd-0679/2.2 – R6.2 – 05.2020
Installatie
175