4. Schuif de interfacekaart voorzichtig in de schacht van sleuf 2 en druk rustig de kaart
zover als mogelijk is in de aansluiting op de achterplaat.
5. Gebruik de schroef om de kaart in zijn sleuf vast te zetten.
6. Sluit de kabels van toegewezen interfaces aan op het voorpaneel van de applicatie-
kaart.
7. Start de communicatieserver door op de Aan/Uit-knop op de applicatiekaart te druk-
ken.
Zie ook:
Voor meer informatie over het installeren, configureren en upgraden van de software van de
CPU2-Sapplicatiekaart, zie de installatiehandleiding voor de CPU2-S applicatiekaart.
6. 3. 8
Vervangen van systeemeindstations
6. 3. 8. 1
DSI systeemtelefoons
Telefoons met hetzelfde niveau van toegevoegde kenmerken
Vervangen van een defecte telefoon
Zodra de defecte DSI systeemtelefoon is vervangen door een identieke telefoon wor-
den de eindstationconfiguratiegegevens automatisch overgezet.
Verplaatsen van een telefoon
De toegewezen poort kan worden gewijzigd in de eindstationconfiguratie via
WebAdmin en de telefoon kan worden aangesloten op de nieuwe sleuf. De eindstati-
onconfiguratiegegevens blijven behouden.
Telefoons met een ander niveau van toegevoegde kenmerken
Als een telefoon wordt vervangen door een ander type telefoon, kunnen de meeste
eindstationconfiguratiegegevens worden overgenomen door het gebruik van
werken. Een aparte
guratie. Details zijn de vinden in het scherm WebAdmin help bij
(
=qd).
Mitel 470
syd-0679/2.2 – R6.2 – 05.2020
Multi bewerken (toetsen)
Bediening en Onderhoud
functie is beschikbaar voor toetsenconfi-
Standaard eindstations
Multi be-
223