4. Gebruik de schroef om de kaart in zijn sleuf vast te zetten.
5. Herstart de gespreksmanager door op de Aan/Uit-knop op de gespreksmanager-
kaart te drukken.
6. 3. 3. 2
Nieuwe kaart met minder poorten
Een kaart wordt vervangen door een vergelijkbare kaart met minder poorten.
Procedure:
Verwissel de kaart en stel het systeem weer in werking. Vergelijkbare procedure als
beschreven in "Vervangen van een interfacekaart", page 214.
De volgende gegevens worden verwijderd:
• De systeem- en eindstationconfiguratiegegevens van de eindstations op de eindsta-
tioninterfaces die niet langer aanwezig zijn in de nieuwe configuratie.
• De systeemconfiguratiegegevens van de netwerkinterfaces die niet langer aanwe-
zig zijn in de nieuwe configuratie.
Tab. 88
Voorbeeld: Vermindering van het aantal eindstation- of netwerkinterfaces
16DSI → 8DSI
8BRI → 4BRI
Opmerking:
Als de eindstationconfiguratiegegevens van systeemtelefoons worden verwijderd na de hercon-
figuratie van een kaart, zal een waarschuwingsbericht vooraf verschijnen om u de mogelijkheid
te geven het proces te annuleren. Dit is echter alleen mogelijk als de configuratiegegevens van
de originele kaart nog niet vooraf waren verwijderd.
6. 3. 3. 3
Nieuwe kaart met meer poorten
Een kaart wordt vervangen door een vergelijkbare kaart met meer poorten.
Procedure:
1. Verwissel de kaart en stel het systeem weer in werking. Vergelijkbare procedure als
beschreven in "Vervangen van een interfacekaart", page 214.
2. In het WebAdmin scherm
kaarten.
3. Configureren van nieuwe poorten.
De systeemconfiguratiegegevens (Gebruiker nr., Gebruikersconfiguratie enz.) van de
eindstations op de nieuwe poorten worden aangemaakt als nieuwe gegevens (stan-
daard waarden).
Mitel 470
syd-0679/2.2 – R6.2 – 05.2020
De configuratiegegevens van de eindstationinterfaces 9 ... 16 worden verwijderd.
De configuratiegegevens van de netwerkinterfaces 5 ... 8 worden verwijderd.
Kaarten en modules
Bediening en Onderhoud
(
=4g)
Bevestigen
van de nieuwe
215