Als een overbelasting optreedt, verlaag dan de vereiste stroomtoevoer (e.g. door het
lokaal voeden van DECT radio-units en/of systeemtelefoons) of gebruik de externe
hulpvoedingsunit voor eindstations.
3. 4. 10. 2
Voeding per interface
DSI interfacekaart
De maximaal beschikbare stroomtoevoer op de DSI-poorten per interface is beperkt. In
sommige gevallen (e.g. 32 aangesloten SB-4+ radio-units met HW versie " - 2" op een
32DSI interface gedurende gelijktijdige hoge verkeersbelasting) kan deze waarde
overschreden worden en wordt de uitschakeling na overbelasting geactiveerd. Om in-
dividuele eindstations te herstellen, moeten ze ofwel lokaal worden gevoed of worden
verdeeld over verschillende DSI interfacekaarten.
Tab. 37
Maximale voeding per interfacekaart
Maximale voeding per interfacekaart
DSI interfacekaart
3. 4. 10. 3
Voeding per eindstationinterface
De voeding per eindstationinterface wordt bepaald door het interfacetype. De interfa-
cebelasting hangt af van de volgende variabelen:
• Eindstations in gebruik incl. hulpapparaten
• Busconfiguratie
• Lijnlengte en diameter geleider
Voor informatie over de berekeningen raadpleeg "Eindstationinterfaces", page 141.
Mitel 470
syd-0679/2.2 – R6.2 – 05.2020
Uitbreidingsstadia en Systeemcapaciteit
Output P [W]
41,5
101