C
6
HAPTER
Table
6.20:Betekenis van de parameterwaarden voor het gebeurtenisbericht Email versturen mislukt
(Continued) (Sheet 3 of 3)
12
13
14
15
1. Actie uitgevoerd door de SMTP-cliënt op het moment dat de fout optrad.
Gebeurtenistabellen
Gebeurtenistabellen (
Gebeurtenistypes, in alfabetische
Er zijn 7 voorvaltabellen. Na een eerste-ingebruikname wordt aan alle gebeurtenissentabellen tenminste
een berichtenbestemming toegewezen. Deze toewijzing kan worden gewijzigd in de Berichtenbestem-
mingen ((
=h1)) weergave. Elke voorvaltabel kan individueel worden geconfigureerd. Dit betekent dat
het mogelijke is met een filter om te beslissen welk voorvalbericht - indien aanwezig - naar een bepaalde
signaalbestemming moet worden gestuurd, ofwel direct of met een vertraging of helemaal niet.
•
Geen voorval:
Dit type inkomende gebeurtenisberichten worden nooit naar de gekoppelde bestemming verstu-
urd.
•
Elk voorval:
Dit type inkomende gebeurtenisberichten worden Allemaal verzonden naar de gekoppelde be-
stemming.
•
Op maat:
Met deze instelling kunt u bepalen hoe vaak het voorvalbericht voor elke periode kan verschijnen,
totdat ze naar de gekoppelde bestemming worden verstuurd.
De Frequentie van een voorvalbericht kan variëren tussen 2 en 20. De Periode wordt aangegeven
in uren, variërend tussen 1 en 672. De langste periode correspondeert met 28 dagen of 4 weken.
Table
6.21:Voorbeeld van gebeurtenissentabel (Sheet 1 of 2)
Gebeurtenistype
Indeling van
emailbijlage
wordt niet
ondersteund
Geen
emailontvangersa
dres
Ongeldig
emailontvangersa
dres
Ongeldig
emailverzenderad
res
=f4) vermeldt alle gebeurtenisberichten die het systeem kan genereren (zie
volgorde).
Frequentie
Authenticatie
(GEWOON)
Voorbereiding
versleutelde
authenticatie
(CRAM-MD5)
Versleutelde
authenticatie
(CRAM-MD5)
Voorbereiden om
volgende email te
verzenden
T
OEZICHT OP HANDELINGEN
B
EDIENING EN
Periode
O
NDERHOUD
238