C
4
HAPTER
Controle-outputs en controle-inputs
Als de optieskaart is geïnstalleerd op sleuf IC1 (Mitel 415) of sleuf IC1, 2 of 3 (Mitel 430), kan de analoge
eindstationinterface niet worden gebruikt. Er kunnen echter twee controle-inputs worden gebruikt voor het
wisselen van een schakelgroep en twee controle-outputs voor het besturen van externe apparaten of
apparatuur.
Jumperconfiguratie
De jumperconfiguratie wordt getoond in het volgende schema.
: Als de optieskaart in sleuf IC1 (Mitel 415) of sleuf IC1, 2 of 3 (Mitel 430) wordt geplaatst, dan
NOTE
moeten de jumpers worden geplaatst zoals aangegeven in
controle-inputs.
Table
4.21:Aansluiting in sleuf IC1 (Mitel 415) of sleuf IC1, 2 of 3 (Mitel 430) (Sheet 1 of 2)
RJ45
Aansluitpunt
Pin
X1
1
2
3
4
5
6
7
8
Figure 4.32:
Jumperconfiguratie voor controle-outputs en
Communicati
eserver
Signaal
–
–
O1-1
O2-1
O2-2
O1-2
–
–
controle-inputs
Jumperconfiguratie voor controle-outputs en
RJ45
Aansluitpunt
X3
B
EKABELINGSINTERFACES
Communicati
eserver
Pin
Signaal
1
–
2
–
3
–
4
–
5
–
6
–
7
–
8
–
I
NSTALLATIE
134