Te bereiden product
Kip
Parelhoen
Gans, kalkoen, eend
Eendenborst, rosé
Eendenborst, doorbakken
Struisvogelsteak
Lamsvlees
Lamsbout, rosé
Lamsbout, doorbakken
Lamsrug, rosé
Lamsrug, doorbakken
Schapenvlees
Schapenbout, rosé
Schapenbout, doorbakken
Rug van het schaap, rosé
Rug van het schaap, doorbakken
Vis
Filet
Heel
Terrine
Diversen
Brood
Pasteitje
Terrine
Foie gras
Gerechten opwarmen
15.3 Steek de kerntemperatuursensor in het
te bereiden product
Steek de kerntemperatuursensor volledig in het te
1.
bereiden product.
Steek de kerntemperatuursensor niet in het vet.
2.
Zorg ervoor dat de kerntemperatuursensor geen
3.
vorm en geen bot aanraakt.
Plaats het gerecht in de binnenruimte.
4.
Kerntemperatuursensor in vlees steken
Steek de kerntemperatuursensor aan de zijkant in
1.
het dikste stuk tot in de aanslag in het vlees.
Richtwaarde voor
kerntemperatuur
in °C
90
80-85
85-90
55-60
70-80
60-65
60-65
70-80
55-60
65-75
70-75
80-85
70-75
80
62-65
65
62-65
96
72-75
60-70
45
75
Steek wanneer er meerdere stukken zijn de kern-
2.
temperatuursensor in het midden van het dikste
stuk.
Kerntemperatuursensor in gevogelte steken
Steek de kerntemperatuursensor door de dikste
1.
plaats van de gevogelteborst tot de aanslag er in.
Afhankelijk van de kwaliteit van het gevogelte de
2.
kerntemperatuurvoeler dwars of langs erin steken.
Let er bij gevogelte op dat de punt van de kerntem-
3.
peratuursensor niet in de holle ruimte steekt.
Kerntemperatuursensor in vis steken
Steek de kerntemperatuursensor achter de kop, in
1.
de richting van de middelste graten tot de aanslag
er in.
Plaats een hele vis met behulp van een halve aard-
2.
appel in de "zwemstand" op het rooster.
15.4 Product keren
1.
Trek de kerntemperatuursensor bij het keren van
het product er uit.
Wanneer u de kerntemperatuursensor er tijdens het
gebruik uit trekt, dan reset het apparaat alle instellin-
gen. U moet deze dan opnieuw instellen.
Het product keren.
2.
Kerntemperatuursensor nl
21