Configuratievoorbeelden
kunnen de protocollen PPTP en IPSEC worden gebruikt. Bij PPTP is de codering
optioneel.
De vereiste IP-instellingen worden bij het opbouwen van de verbinding door de
OpenCom 510 standaard uitgevoerd. De ingekozen/zich verbindende pc kan nu
van alle diensten in het LAN gebruik maken die via het protocol IP kunnen worden
aangesproken. De bevoegdheid voor de RAS-verbinding wordt in de Configu-
rator, menu Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen ingesteld.
De technische eigenschappen van de verbinding configureert u in de Configu-
rator, menu NET Configuratie: RAS. Kies een van de aangeboden verbindings-
protocollen (ISDN, PPTP of IPSEC). Meer informatie vindt u in de online-help van
de webconsole.
In een LAN zonder server gebruikt Windows voor de toegang tot bestanden en
printer via de netwerkomgeving het protocol NetBIOS. NetBIOS kan als transport-
protocol NetBEUI, IPX/SPX of IP gebruiken. U kan via de netwerkomgeving alleen
toegang krijgen tot bestanden en printers op PC's die voor NetBIOS het protocol IP
gebruiken.
7.4
OpenCom X320 in een LAN met IP-server
In een LAN waarin een server wordt gebruikt die voor IP geschikt is, moet u de
integratie van de OpenCom X320 met de verantwoordelijke netwerkadministrator
coördineren. Daarbij moet worden afgesproken welke IP-adresruimte wordt
gebruikt en welke netwerkdiensten (DHCP, DNS, RAS, Internet-toegang) de
OpenCom X320 in het LAN moet overnemen.
ISP
OpenCom
(DNS)
S
S
net
S
0
0
Ext.
PC 1
PC
S
net
0
OpenCom X320 in een LAN met IP-server
Server
(DHCP, RAS,
int. DNS,
Internet)
int
S
net
0
0
PC 2
hub
net
OpenCom X320 in een LAN met IP-server
89