®
DECToverIP
De WLAN-functie van de WLAN-compatibele DECToverIP-basisstations is nu
gereed voor gebruik. Stel vervolgens de gewenste eindtoestellen in.
WLAN-profiel instellen
De WLAN-functie van de DECT-basisstation RFP 42 beschikt ook over eigen-
schappen die zelden nodig zijn, bijvoorbeeld voor netwerken in grote bedrijfslo-
caties of luchthavens. Voor de overzichtelijkheid worden in deze handleiding
alleen de eigenschappen beschreven die nodig zijn voor veilig standaardgebruik.
DECToverIP/OpenMobility manager: WLAN-profielen
De volgende instellingen dient u alleen voor standaardgebruik uit te voeren.
Algemene instellingen
■
Kies het gewenste WLAN Profiles en schakel de optie Profile Active in.
■
Geef als identificatie van het draadloze netwerk een SSID (Service Set Iden-
tifier, radiocode) op. Deze radiocode wordt met regelmatige tussenpozen uit-
gezonden. Daardoor wordt het gemakkelijker om het gewenste draadloze
netwerk te vinden, bijvoorbeeld met de functie "Beschikbare draadloze net-
werken weergeven" in Windows XP.
■
De volgende instellingen dient u bij standaardgebruik ongewijzigd te laten:
VLAN Tag op 0 (uitgeschakeld), Beacon Period op100 ms, DTIM Period op 5,
134
Configuratie