Voice over IP (VoIP)
De bestandsnaam wordt bepaald door het type telefoon.
Type telefoon
:OpenPhone 63 IP
:OpenPhone 65 IP
:OpenPhone 73 IP
:OpenPhone 75 IP
:RFP 31/32/33/34/41/42
Nadat de voeding van een VoIP-systeemtelefoon is aangesloten, gebeurt het
opstarten in de volgende stappen:
1. De lader start, en geeft het MAC-adres van de VoIP-systeemtelefoon weer op
het display. Tegelijk wordt via broadcast een DHCP-aanvraag verzonden naar
het rondzendadres 255.255.255.255.
2. De DHCP-server gaat een IP-adres, het netmasker, en de default-gateway voor
het opstarten doorgeven. Bovendien geeft de DHCP-server via de optie "Next-
Server" het IP-adres van de TFTP-server en een bestandsnaam voor de bedrijfs-
software aan. Aan de hand van het MAC-adres kiest de DHCP-server daarbij de
bij het apparaattype passende bedrijfssoftware uit.
3. De lader laadt het zowat 2 Mb grote bestand met de bedrijfssoftware vanuit de
aangegeven TFTP-server. De IP-adressen van de TFTP-server en de bestand-
snaam worden op het display zichtbaar. De ingeladen bedrijfssoftware wordt
opgestart.
4. De bedrijfssoftware verzendt een DHCP-aanvraag naar het rondstuur-adres
255.255.255.255. De VoIP-systeemtelefoon krijgt nu van de DHCP-server een
IP-adres, een netwerkmasker en een default-gateway om te gaan werken. Met
de voor dit doel gereserveerde "Option 43" deelt de DHCP-server bovendien
het IP-adres van het communicatiesysteem en het poortnummer 8100 voor de
registratie mee.
5. De VoIP-systeemtelefoon bouwt nu een TCP-verbinding op met de aange-
geven IP-adres/poortcombinatie, en verstuurt een registratie-aanvraag. De
OpenCom X320 probeert het bij de registratie mee verzonden MAC-adres, en
bevestigt de registratie-aanvraag, indien de VoIP-systeemtelefoon is geënstal-
120
Bestandsnaam
/ram/ip_tel/opi63.cnt
/ram/ip_tel/opi65.cnt
/ram/ip_tel/opi7x.cnt
/ram/ip_tel/opi7x.cnt
/ram/ip_tel/ip_rfp.cnt
VoIP-systeemtelefoons