®
DECToverIP
DECT-gesprekken bij RFP 32, RFP 34 en RFP 42 kan indien gewenst worden uitge-
schakeld.
De VoIP-spraakcommunicatie tussen het DECToverIP-basisstation en de
OpenCom X320 loopt via het RTP/RTCP-protocol. De RTP-spraakgegevens worden
direct door het basisstation omgezet in DECT-spraakgegevens. De basisstations
ondersteunen de VoIP-codec G.711 (niet-gecomprimeerd) en de codecs G.729 en
G.723 (gecomprimeerd).
9.2
Configuratie
Een van de geïnstalleerde DECToverIP-basisstations zorgt voor de coördinatie en
configuratie van de DECToverIP-functies ("DECToverIP-manager"). Selecteer
hiervoor een basisstation dat over een goede dataverbinding met de
OpenCom X320 beschikt. Roep in de configurator de pagina PBX Configuratie:
Toestellen: DECToverIP op. Klik op Nieuw om een DECToverIP-basisstation toe te
voegen. Voer het MAC-adres in van het basisstation dat u als DECToverIP-
manager hebt geselecteerd. Het MAC-adres staat op het typeplaatje van het basis-
station. Voer een IP-adres voor dit basisstation in. Bevestig met Toepassen. Klik
vervolgens op Wijzigen om de DECToverIP-manager te definiëren. Normaal
gesproken dient u de instelling Type op "IP-adres von de DHCP-server van het
systeem" te laten staan. Selecteer bij MAC-adres (IP-adres) het gewenste DECTo-
verIP-basisstation. Bevestig met Toepassen.
Als u de DHCP-server van de OpenCom X320 niet voor gereserveerde adressenver-
strekking hebt geconfigureerd, moet u het IP-adres van de DECToverIP-manager
met behulp van een extra programma van tevoren instellen (zie Lokale IP-
adresconfiguratie vanaf pagina 136). Wijzig bovendien op de pagina PBX Configu-
ratie: Toestellen: DECToverIP de instelling Type in "IP-adres lokaal configureren"
en geef het geconfigureerde IP-adres voor de DECToverIP-manager daar ook op.
Voor alle andere basisstations kan een vast toegekend IP-adres of een dynamisch
IP-adres, dat via DHCP is toegekend, worden gebruikt. De configuratie van de DEC-
ToverIP-manager via een statische DHCP-invoer moet werken. Raadpleeg hiervoor
de informatie in het hoofdstuk DHCP-servers in de LAN vanaf pagina 118.
130
Opmerking: een DECToverIP-basisstation kan niet tegelij-
kertijd als DECToverIP-manager en WLAN-Access Point wor-
den gebruikt. U dient daarom als DECToverIP-Manager een
DECToverIP-basisstation zonder WLAN-functie te gebruiken.
Configuratie