Netwerken van communicatiesystemen
tieveranderingen of alle voor het netwerk van de installatie gebruikte aanslui-
tingen bedrijfsklaar zijn.
Een aantal van de in Q.SIG mogelijke eigenschappen worden door de
OpenCom X320 niet met alle opties ondersteund, bijvoorbeeld het terugbellen
indien bezet binnen het Q.SIG-net. De in het Q.SIG gedefinieerde oproepcatego-
rieën (call category; bv. alarmnummer, operator, normaal) en het doorgeven van
namen in Q.SIG ("deelnemersnamen") worden volledig ondersteund.
De bij de open nummering te gebruiken kengetallen voor toekenning van een
route worden niet aan het doelcommunicatiesysteem doorgegeven en kunnen
dus door het doelcommunicatiesysteem niet worden geëvalueerd. Voor de terug-
beltoewijzing (bijvoorbeeld voor het terugbellen) moet u dus in de bundelconfi-
guratie een overeenkomstige getallenprefixen instellen voor de route die bij het
terugbellen moet worden toegewezen.
Tip:
Niet alle S
-aansluitingen van de OpenCom X320 kunnen als gevolg van hun
0
hardware-eigenschappen onbeperkt voor telecommunicatienetwerken worden
gebruikt. Al naargelang het type installatie kan een aantal aansluitingen alleen in
de modus L1-master of in de modus L1-slave worden gebruikt. De externe S
sluitingen kunnen aan de hand van de onderstaande tabel worden ingesteld.
OpenCom X320
Legenda
S = Slave
M/S = Master/Slave
M = Master
U stelt bijvoorbeeld een route in die bezet kan worden met
het prefix "5". U kiest één of meerdere bundels voor deze
route. Wijzig voor deze bundel de instelling Prefix voor bro-
noproepnummers bij inkomend intern op "5" om de bezet-
ting in omgekeerde richting toe te laten.
Opmerking: De S
kunnen in de modus L1-master en in de modus L1-slave wor-
den gebruikt.
S
1
0
S
-aansluitingen op uitbreidingskaarten
0
Technische tips
-aan-
0
S
2
0
M/S
149