Pagina 1
OpenCom X320 Montage en in gebruik nemen Gebruiksaanwijzing...
Pagina 2
Hartelijk bedankt dat u voor een product van Aastra DeTeWe hebt gekozen. Ons product staat voor zeer hoge kwaliteit, gecombineerd met een hoogwaardig design. Deze gebruiksaanwijzing begeleidt u tijdens het gebruik van uw OpenCom X320 en alle belangrijke vragen. Mocht u nog meer technische ondersteuning nodig hebben of informatie over andere producten van Aastra DeTeWe willen hebben, dan staan onder www.Aastra-DeTeWe.de onze Internetpagina's ter beschikking.
VoIP-spraak- en datatoepassingen is ontworpen. Met VoIP (“Voice over Internet Protocol”) kunnen telefonieverbindingen via intranet- en internet-datalijnen worden geleid. VoIP maakt nieuwe toepassingen mogelijk en is in veel gevallen gunstiger. Bovendien kan de OpenCom X320 voor conventionele telefonie worden gebruikt. ■...
Pagina 10
(point-to-point-aansluiting). Beide soorten aansluiting kunnen parallel worden ingesteld. De OpenCom X320 voldoet aan de wettelijke bepalingen voor telecom- municatiesystemen. Aan het protocol DSS1 is eveneens voldaan. Het kleinste model van de OpenCom X320 biedt al de volgende aansluitingsmo- gelijkheden op de basismodule: ■...
Pagina 11
Via een fax/V.24-interfacekaart kan er een COM-interface en/of een intern fax- modem worden aangesloten. Om de OpenCom X320 te koppelen aan de in uw bedrijf al aanwezige technische apparatuur, kan er op een actuator een deuropenercontact worden aangesloten. Door middel van extra apparatuur kunnen er ook deurbellen en parlofoons worden geïntegreerd.
Pagina 12
Via de OpenCTI 50 kunnen de gebruikers telefoonfuncties op hun pc oproepen en gebruiken. Netwerkintegratie Bij hogere eisen aan het systeem kan de OpenCom X320 via vaste ISDN-lijnen (“Q.SIG”) of internetverbindingen (“Q.SIG-IP”) samen met andere communicatie- systemen in een netwerk worden geïntegreerd. Daarbij maakt u van locaties en filialen een enkel groot telefonienetwerk.
Pagina 13
(“Softphone”). Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Voice over IP (VoIP) vanaf pagina 97). De OpenCom X320 biedt bovendien externe SIP-verbindingen als “SIP-kieslijnen”. Het instellen en toewijzen van externe SIP-verbindingen verloopt voor de telefo- niegebruiker volledig transparant. Daardoor kan u eenvoudig beginnen met gun- stige bellen via internet en bij storingen of bezette lijnen gebruik maken van normale ISDN-lijnen.
Pagina 14
OpenCom X320 aan te sluiten. De PC’s kunnen via de OpenCom X320 toegang krijgen tot Internet. Wanneer er al een Internet-toegang via een Internet Service Provider bestaat, kan die in de OpenCom X320 worden ingesteld. Als er nog geen netwerk bestaat dat met IP kan samenwerken, kan de OpenCom X320 de voor Internet-toegang noodzakelijke IP-configuratie beheren.
Pagina 15
Eigenschappen het IP-adres van de OpenCom X320 vertaald. De clienten-PC’s in het LAN zijn dus van buitenaf (d.w.z. vanuit het Internet) niet direct te bereiken en beschermd tegen gerichte aanvallen vanuit het Internet. Als extra bescherming van het LAN biedt de OpenCom X320 filterlijsten, die individueel kunnen worden geconfigu- reerd (firewall-functie).
Pagina 16
Eigenschappen Met een NET-CAPI (driversoftware op de systeem-CD) kan u ISDN-functies ook met PC’s op de werkplek gebruiken die niet beschikken over een ingebouwde ISDN- kaart. Verklarende woordenlijst neem ook de toelichtingen in de verklarende woordenlijst (als PDF-bestand op de meegeleverde CD te vinden).
Basisinstellingen bij levering Bij levering zijn de volgende basisinstellingen en eigenschappen ingesteld. Wij adviseren om de OpenCom X320 voor het eerste gebruik te configureren op basis van individuele wensen (zie Configuratie vanaf pagina 68). Opmerking: de basisinstellingen gelden voor het kleinste model OpenCom X320, dat wil zeggen zonder extra inter- facekaarten.
Basisinstellingen bij levering Bevoegdheden Bevoegdheden Welke functies op de toestellen van OpenCom X320 mogen worden gebruikt, wordt geregeld door het toewijzen van bevoegdheden. Deze bevoegdheden worden ingesteld voor zogenaamde gebruikersgroepen waaraan de gebruikers met hun toestellen dan weer worden toegewezen.
Pagina 19
Basisinstellingen bij levering Bevoegdheden Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Tekst voor het melden Telefoonboek Invoeren (persoonlijk) Centraal wijzingen Oproepen (uitgaand) Extern Inter- Internationaal Alleen inko- nationaal mend Externe toewijzing spontaan Externe toewijzing via centrale LCR deactiveerbaar LCR bij oproepafleiding naar extern VIP oproep...
Pagina 20
Basisinstellingen bij levering Bevoegdheden Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Oproeponderdrukkin op parallel eindtoestel Reactie: verbinding wordt beëindigd Oproep wachtrij Oproepafleidingen Oproepafleiding Deuroproep afleiden Oproepafleiding naar extern Oproepafleiding MSN Oproepafleiding na tijd parallel signalisieren Oproepafleiding voor andere gebruikers Oproepafleiding door andere ge- bruikers voorkomen...
Pagina 21
Basisinstellingen bij levering Bevoegdheden Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Pickupbescherming Weergave oproepnummer onder- drukken intern Weergave oproepnummer onder- drukken extern Weergave oproepnummer onder- drukken per keuze Telefoonslot Onderscheppen Listen Blokkeringslijst leeg leeg leeg Vrijgavelijst leeg leeg leeg Speciale lijst Oproepfilter...
Pagina 22
Basisinstellingen bij levering Bevoegdheden Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Inkomende verbindingen op Uitgaande verbindingen op Aantal onderdrukte cijfers Basisbedrag inkomend 0,00 0,00 0,00 Basisbedrag uitgaand 0,00 0,00 0,00 Tariefmultiplicator 100% 100% 100% NET configuratie Callback geen geen geen E-mail berichtgeving...
De variant voor meerdere firma’s is niet geactiveerd. Internet-functies ■ Voor elke gebruiker van OpenCom X320 kan een RAS-toegang (met of zonder callback) worden ingesteld. Met de RAS-toegang kunnen gebruikers op locatie via VPN (PPTP of IPSec) of via ISDN (met of zonder callback) inbellen. Voor-...
Pagina 24
■ Gebruikers kunnen bestaande Internet-verbindingen verbreken (via de Web- console van de OpenCom X320 en vanaf de systeemtelefoon, als op de sys- teemtelefoon deze functie is ingesteld). Voor de netwerkconfiguratie zijn vooraf de volgende IP-adressen ingesteld: ■...
Installatie Installatie Voor de installatie van de OpenCom X320 dient u de onderstaande stappen uit te voeren in de aangegeven volgorde. 1. Inhoud van de verpakking controleren (zie Inhoud van de levering op pagina 24), de Veiligheidsinstructies vanaf pagina 25 en de instructies voor Montageplek vanaf pagina 28 lezen.
Paswoord: leeg Systeem-PIN: 0000 13.Configuratie-assistent gebruiken Inhoud van de levering De inhoud van de levering bestaat uit: ■ 1 communicatiesysteem OpenCom X320 (in basisuitvoering) in basisuitvoering met basismodule ■ 1 Voedingsadapter met netkabel ■ 1 aansluitkabel voor ISDN- S -aansluiting ■...
De OpenCom X320 mag alleen in gebouwen worden geïnstalleerd en mag alleen worden gebruikt nadat deze aan de wand is gemonteerd. Installeer de OpenCom X320 niet als het onweert. Als het onweert mag u geen kabelverbindingen aanbrengen of losmaken. PAS OP! Statische opladingen kunnen de OpenCom X320 beschadi- gen.
Pagina 28
Veiligheidsinstructies Aanbeveling: sluit de OpenCom X320 aan op een aparte 230-V-stroomkring. Op die manier wordt de OpenCom X320 niet buiten bedrijf gesteld bij kortsluiting in andere toestellen. De stroomaansluiting dient te zijn geïnstalleerd door een erkende elektricien om letsel en materiële schade te voorkomen! GEVAAR! Gevaarlijke spanningen in het apparaat.
Pagina 29
(PE-leiding) worden verbonden. Voorbeeld: let er bij een geaarde huisdeur op dat een deuropener die met de actuatoraansluiting van de OpenCom X320 is verbonden nergens met metalen delen van de deur in aan- raking komt. Op de OpenCom X320 mogen alleen toestellen worden aangesloten die SELV- spanning (veiligheids-laagspanningsstroomkring) leveren.
+5 °C en +40 °C liggen. De stroomverzorging geschiedt met 230 V/50 Hz wissel- spanning. Een aparte uitwijkmogelijkheid voor de stroomverzorging wordt aanbe- volen. Om de voorgeschreven omgevingstemperatuur te kunnen aanhouden monteert u de OpenCom X320 op goed geventileerde plekken die zijn afgeschermd tegen directe instraling van warmte. Monteer de OpenCom X320: ■...
OpenCom X320 openen en sluiten OpenCom X320 openen en sluiten De OpenCom X320 kan door de gebruiker zelf worden gemonteerd. Delen die onder stroom staan mogen voor de gebruiker niet of alleen door het bewuste gebruik van gereedschap toegankelijk zijn. Daarom beschikt de OpenCom X320 over een speciaal kastmechanisme waarmee de kast in stappen kan worden geopend.
Pagina 32
Hier wordt de deksel vastgehouden, zodat deze niet verder kan worden geopend. Voor wandmontage en voor de installatie van interfacekaarten dient u de deksel van de behuizing van de OpenCom X320 te verwijderen: 3. Trek stroomaansluitkabel uit de voedingsadapter. 4. Duw de vergrendeling van de voedingsadapter omlaag.
Pagina 33
Deksel verder naar boven schuiven 6. Verwijder de deksel naar boven toe. Deksel verwijderen Als u de OpenCom X320 weer dicht wilt doen, geldt dezelfde procedure in omge- keerde volgorde: 7. Plaats de deksel weer op het toestel. 8. Schuif de deksel tot aan de kap naar beneden.
Pagina 34
Installatie OpenCom X320 openen en sluiten Voedingsadapter vergrendelen 10.Sluit de stroomaansluitkabel aan op de voedingsadapter. Stroomaansluitkabel aansluiten 11.Schuif de deksel helemaal naar beneden. Deksel sluiten...
DeOpenCom X320 biedt op de hoofdmodule twee grote en één kleine slots voor de montage van interface-kaarten. Let op! Schakel de OpenCom X320 uit. Haal de stroomkabel uit het stopcontact. Er mogen geen interfacekaarten worden inge- bouwd op verwijderd als de OpenCom X320 is ingeschakeld.
Pagina 36
Inbouwen van een interfacekaart Voer het inbouwen van een interfacekaart volgens de volgende stappen uit: 1. Schakel de OpenCom X320 uit. Open de deksel van de behuizing (zie OpenCom X320 openen en sluiten vanaf pagina 29). 2. Raak ter ontlading een verwarmingsradiator of een ander metalen oppervlak met aardpotentiaal aan.
Zorg ervoor dat de beide connectoren goed vastzitten. 4. Schuif de deksel van de behuizing tot aan de kap (zie OpenCom X320 openen en sluiten vanaf pagina 29, Stap 7 tot 9). Sluit de gewenste aansluitkabels aan op de bijbehorende drukklemmen van de drukklemmengroep die bij de slot hoort (zie ook Plaats van de interfaces vanaf pagina 37).
Pagina 38
Interface-kaarten Om een of beide interface-kaarten te installeren, voert u de volgende stappen uit: 1. Schakel de OpenCom X320 uit. Open het deksel van het huis (zie OpenCom X320 openen en sluiten vanaf pagina 29). 2. Raak ter ontlading een verwarmingsradiator of een andere metalen oppervlak met aardpotentiaal aan.
Interface-kaarten U kan de status van de parlofoon- en van de V.24-interface-kaartin de Webconsole opvragen, als u de OpenCom X320 weer in gebruik heeft genomen. Roep daarvoor de menupagina PBX Configuratie: Aansluitingen: Slots op. In de kolom Status staat naast de benaming van de interface-kaart een groen vinkje.
Installatie Interface-kaarten 3.6.4 OpenCom X320 (2 slots) Het volgende overzicht toont de ter beschikking staande interface-kaarten. Interface-kaart Slots Bijzonderheden FAX/ V.24 ● M100-IP Interne aansluiting op Ethernet- (Media-Gateway-kaart) switch via slot ● ● M100-U4d: 4 x U zijn DECT-RFP-compatibel ●...
Pagina 41
Installatie Interface-kaarten Slot 1 Slot 2 1/1 U 2/1 U 2/3 U 1/5 U 1/7 U 2/5 U 2/7 U M100-U8 of M100-U8d: 8 x U Slot 1 Slot 2 1/1 U 1/3 U 2/1 U 2/3 U 1/5 U 2/5 U M100-S2U6 of M100-S2U6d: 2 x S en 6 x U...
Pagina 42
Installatie Interface-kaarten Slot 1 Slot 2 ab 1/1 ab 1/2 ab 1/3 ab 1/4 ab 2/1 ab 2/2 ab 2/3 ab 2/4 M100-A4 V2: 4 x a/b Slot 1 Slot 2 ab 1/1 ab 1/2 ab 1/3 ab 1/4 ab 2/1 ab 2/2 ab 2/3 ab 2/4 ab 1/5 ab 1/6 ab 1/7 ab 1/8...
1. Als u de voedingsadapter wilt vervangen: schakel de Schakel de OpenCom X320 uit. Trek daartoe de stekker uit het stopcontact. 2. Haal het deksel van de OpenCom X320 (zie OpenCom X320 openen en sluiten vanaf pagina 29). 3. Doe het klittenband dat voor de bevestiging dient door de uitsparingen in de bodem van de behuizing.
Wandmontage Zoek een geschikt plek voor de installatie, houd daarbij rekening met de instructies bij Montageplek vanaf pagina 28. De OpenCom X320 wordt met 3 schroeven aan de wand bevestigd aan de hand van dit schema: Om de schroeven op de bevestigingspunten...
-bus telkens een afsluitweerstand van 100 Ohm aan elk uiteinde nodig heeft. Controleer of de afsluitweerstand in de NTBA is ingeschakeld? Bij de OpenCom X320 worden de afsluitweerstanden via de software ingeschakeld. Deze instelling verricht u bij de configuratie van de S -aansluitingen in de Configurator van de webconsole.
Pagina 46
Installatie Toewijzing van de interfaces, afsluiting, kabellengte NTBA S 0 1 extern S 0 2 extern Aansluiting op een NT1-kastje (NTBA) Op elke interne S -bus kan u ten hoogste 8 eindtoestellen (ISDN-telefoons, ISDN- faxtoestellen, ISDN-basisstations en ISDN-handsets, ISDN-kaarten voor de pc etc.) aansluiten.
Pagina 47
Installatie Toewijzing van de interfaces, afsluiting, kabellengte 2a 2b 1a 1b 1a 1b 2a 2b ISDN-toestel Aansluiting S0 intern Doos met 100 OHM afsluitweerstand Kabellengte max. 500 m Aansluiting van een IAE-doos Met een businstallatie kunnen er meerdere IAE-dozen in serie worden geschakeld. In het volgende voorbeeld moet de optie PBX Configuratie: Aansluitingen: S0(#): Bus Afsluiting in de Configurator ingeschakeld zijn.
Pagina 48
IAE = ISDN-Aansluit Eenheid (“ISDN-doos”) Als de S -bus, uitgaand van de OpenCom X320, uitgevoerd is met een of meer IAE-do- zen, moeten de afsluitweerstanden (“TR”) in de OpenCom X320 en in de IAE-doos die het verst verwijderd is worden ingeschakeld. Bus NT1-kastje:...
Installatie Toewijzing van de interfaces, afsluiting, kabellengte 2a 2b 1a 1b 1a 1b 2a 2b 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Drukklemmen worden gebruikt voor interne en externe S -aansluitingen. De aanslui- tingstoewijzing van de drukklemmen verandert door de omschakeling van intern naar extern, zoals op de nevenstaande tekening te zien is.
Pagina 50
Installatie Toewijzing van de interfaces, afsluiting, kabellengte Elke U -aansluiting heeft een toevoervermogen van ca. 3 W. /RFP met 1 U 1 2 3 4 5 6 7 8 RFP met 2 U 1 2 3 4 5 6 7 8 Pin-toewijzing van de U -interfaces Voor de aansluiting van een digitale systeemtelefoon of een DECT-basisstation...
Installatie Toewijzing van de interfaces, afsluiting, kabellengte basisstation 8 7 6 5 4 3 2 1 2 U pn -aansluitingen Kabellengte max. 1000 m Als u een basisstation op twee U pn -aansluitingen aansluit, kunnen er tegelijkertijd acht gesprekken met mobiele DECT-toestellen worden gevoerd Aansluiting van een UAE-doos op twee U -aansluiting 3.9.3 a/b-aansluitingen...
Pagina 52
OpenCom X320! Analoge telefoons Bij analoge telefoons adviseren wij het gebruik van toestellen met toonkies- systeem, daar de bijkomende functies van de OpenCom X320 met het pulskies- systeem niet gebruikt kunnen worden. Modems De maximale transmissiesnelheid voor analoge modems bedraagt 33,6 kBit/s...
Pagina 53
Voor de aansluiting van een extern toestel voor wachtmuziek is bv. het product Genius 2000 van de firma Speech Design geschikt. Indien u geen extern toestel wenst te gebruiken, biedt de OpenCom X320 een vaste interne wachtmuziek, die u in de Configurator, menu SYS Configuratie: Componenten door een eigen melodie kunt vervangen.
“M100-AT4-interfacekaart”. 3.9.4 Actor Met de OpenCom X320 kan er een parlofoon van het type “DoorLine” worden gebruikt. Deze parlofoon wordt via de “DoorLine”-module op een van de a/b-aan- sluitingen van de OpenCom X320 aangesloten (zie Parlofoon (a/b) vanaf pagina 51).
Pagina 55
Toewijzing van de interfaces, afsluiting, kabellengte daarmee de OpenCom X320 o. a. voor VoIP-telefonie gebruiken, de webconsole bedienen of de OpenCom X320 als IP-router voor het tot stand brengen van ver- bindingen met het internet gebruiken. De omschakeling van overdrachtssnelheid en modus gebeurt automatisch (“auto- sensing-functie”).
PoE-ondersteuning wordt aangesloten. 3.9.6 Aansluiting WAN- Op de OpenCom X320 kan zowel een extern DSL-modem als een internet-router worden aangesloten. De veilige en van het LAN gescheiden verbinding met het internet loopt via de WAN-aansluiting. De omschakeling van overdrachtssnelheid en modus wordt automatisch uitgevoerd (“auto-sensing-functie”).
(uit de centrale) gezet. Let op! Reset de OpenCom X320 niet door de stekker uit het stop- contact te trekken. Daardoor kunnen er actuele configuratie- wijzigingen verlorengaan en kan het tot stand brengen van een nieuwe verbinding met een SIP-provider langer duren.
OpenPhone 71/73/75: Uitbreidingen en toebehoren voor systeemtelefoons Voedingsadap- OpenPhone 71/73/75: Uitbreidingen en toebehoren voor systeemtelefoons Voedingsadapter De voedingsadapter 4516000 (in Groot-Brittannië de voedingsadapter met het productnummer 4516001) is in de volgende gevallen nodig: ■ bij aansluiting van een toetsenblok op een systeemtelefoon OpenPhone 73/75 (zie hiervoor het hoofdstuk Toetsenblokken vanaf pagina 56) ■...
Pagina 59
Het aantal toetsenblokken (maximaal 3) dat op een systeemtelefoon is aange- sloten, wordt in de Configurator van de webconsole van de OpenCom X320 inge- steld (in het menu PBX Configuratie: Toestellen: Systeemtelefoons of VoIP-toe- stellen). Daar kunnen ook de toetsen als gesprekstoetsen geprogrammeerd of van functies of doenummers voorzien worden.
Pagina 60
PAS OP! Bescherming tegen elektrostatische ontlading Elektrostatische lading kan de elektronischen onderdelen van de OpenCom X320 beschadigen. Zorg ervoor dat uzelf en uw gereedschap zijn ontladen voor en tijdens installatiewerk- zaamheden die u aan de OpenCom X320 en de aangesloten apparatuur uitvoert.
OpenPhone 71/73/75: Uitbreidingen en toebehoren voor systeemtelefoons Headset Dit symbool op de systeemtelefoon staat voor de aansluiting voor het toet- senblok, het bevindt zich op de onderkant van het toestel. Op het toet- senblok geeft dit symbool de aan- sluiting voor nog een toetsenblok aan. Dit symbool op het toetsenblok staat voor de aansluiting voor de voe- dingsadapter, het bevindt zich op de...
Pagina 62
OpenPhone 71/73/75: Uitbreidingen en toebehoren voor systeemtelefoons Headset De headset moet voldoen aan de DHSG-standaard (aansluiting via RJ45-stekker). Geschikt zijn bijv. toestellen van de fabrikanten Plantronics en GN Netcom. Via een adapter kan er ook een “normale” headset (RJ11-stekker) worden aangesloten. De headset moet voldoen aan de norm DIN EN 60950-1 punt 6.2 (“Veiligheid van apparatuur voor informatietechniek inclusief elektrische kantoorapparatuur”).
-kabels buiten gebouwen is toegestaan, als er intern geen S -toestellen worden aangesloten. Gebruik voor het aansluiten van de OpenCom X320 op een lokaal netwerk (LAN, Local Area Network) een afgeschermde Ethernet-kabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pair-kabel). De omgevingstemperatuur van de ITK-installatie OpenCom X320 Rack mag niet hoger zijn dan 45°C.
Montage van het communicatiesysteem OpenCom X320 Rack Veiligheidsinstructies De patchkabels moeten worden aangesloten voordat de installatie op de stroom- voorziening etc. wordt aangesloten. De installatie, met name de stroomvoor- ziening en de randaarding, mag uitsluitend door deskundig personeel worden aangesloten. Daarbij moeten de voorschriften EN, IEC en andere voorschriften met goedgekeurde technische regels in acht worden genomen.
Montage van het communicatiesysteem OpenCom X320 Rack Interface-kaarten installeren Interface-kaarten installeren Voor elk van de twee slots zit er op de voorkant een bijbehorend veld voor de montage van een bijpassende aansluitplaat (“slotplaat”). De velden zijn voorzien van het opschrift “SLOT 1” en “SLOT 2”. Afhankelijk van het type interfacekaart in een slot dient u de bijpassende plaat te monteren.
Een overzicht van de interfacekaarten vindt u onder het kopje Interface-kaarten installeren vanaf pagina 33. Voor elke van de twee slots zit er een LED op de voorkant van de OpenCom X320. Deze LED’s zijn voorzien van het opschrift SLOT1 en SLOT2. Een LED brandt continu als er een insteekkaart in de bijbehorende slot is geplaatst en de bestu- ringssoftware de insteekkaart heeft herkend.
Fax/V.24-kaart inbouwen vanaf pagina 35. Om de fax/V.24-kaart te installeren, dient u als volgt te werk te gaan: 1. Schakel de OpenCom X320 Rack uit. Trek de stekker uit het stopcontact. Draai de schroeven van de behuizingsdeksel aan de bovenkant los. Haal de behui- zingsdeksel eraf.
Pagina 68
6. Plaats de behuizingsdeksel weer op de bovenkant en schroef deze vast. Schakel de OpenCom X320 Rack in. U kan de status van de parlofoon- en van de V.24-interface-kaartin de Webconsole opvragen, als u de OpenCom X320 weer in gebruik heeft genomen. Roep...
Pagina 69
Montage van het communicatiesysteem OpenCom X320 Rack Interface-kaarten installeren daarvoor de menupagina PBX Configuratie: Aansluitingen: Slots op. In de kolom Status staat naast de benaming van de interface-kaart een groen vinkje.
Configuratie Configuratie Het configureren en programmeren van de OpenCom X320 gebeurt via een in het systeem geïntegreerde software, de Configurator. De Configurator wordt bediend via de Webconsole en kan door een willekeurige, aan de OpenCom X320 aangesloten PC worden opgeroepen.
Website http://www.aastra-detewe.de te downloaden. Voor de eerste configuratie kan u de PC via Ethernet-interface aansluiten op de OpenCom X320. Via één van deze interfaces bouwt u een verbinding op met behulp van het netwerkprotocol TCP/IP. Via deze verbinding kan u de Webconsole van de OpenCom X320 openen en van daaruit de Configurator oproepen.
Pagina 72
Configuratie Eerste configuratie De aanmeldingspagina van de webconsole wordt weergegeven. Voor de eerste configuratie gebruikt u de gebruikersnaam “Administrator” en laat u het wacht- woordveld leeg. Opmerking: Ter ondersteuning van de verdere configura- tiestappen kan u de modus Assistent op de beginpagina van de Configurator inschakelen.
IPEI’s, als u DECT-toestellen in een veilige procedure wilt aanmelden ■ lijst van gebruikers die moeten worden ingesteld (medewerkers die diensten van de OpenCom X320 mogen gebruiken) met naam, afdelingen en interne nummers die u aan die gebruikers wilt toewijzen ■...
Hij kan in de Configurator veranderd worden (menu NET Configuratie: LAN). 2. De Webconsole van de OpenCom X320 wordt opgeroepen. Stel om te beginnen in, in welk land u de OpenCom X320 gebruikt en in welke taal de Webconsole moet worden weergegeven. OpenCom X320: Login-dialoog 3.
Configuratie OpenCom X320 configureren manier bv. dat vanaf die toestellen international extern getelefoneerd wordt, terwijl u de OpenCom X320 configureert en de gebruikers instelt. OpenCom X320: eerste toegangsdialoog 5. De software opent een eerste toegangsdialoog. Leg een administrator-pas- woord vast en registreer het daar. Vul de andere invoervelden ook in.
Deze vooraf voorbereide configuratie moet bij de klant ter plekke worden afge- maakt (LAN-configuratie en DECT-toestellen). Voor de configuratie van de Internet-functies van de OpenCom X320 moet u bij de verantwoordelijke systeembeheerder naar gedetailleerde informatie over de LAN- voorwaarden van de klant vragen.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk PC-Offline-configuratie vanaf pagina 173. 6.2.7 Configuratie op afstand De configuratie van de OpenCom X320 kan ook door een servicecenter of spe- ciaalzaak via Remote Access veranderd of geactualiseerd worden. Voorwaarde daarvoor is dat de interne RAS-toegang voor het servicecenter/de speciaalzaak in de OpenCom X320 vrijgeschakeld wordt.
Pagina 78
Via de configuratie op afstand kunnen alle instellingen van de OpenCom X320 (met uitzondering van de systeem-PIN) veranderd of geactualiseerd worden. Ook een nieuwe softwareversie van de OpenCom X320 en van de software voor de aangesloten systeemtoestellen en basisstations kan worden ingelezen (in de Con- figurator, Menu SYS Configuratie: Firmware).
De andere gebruiker kan nu geen wijzigingen meer aanbrengen aan de confi- guratie. 6.2.8 Kengetallen voor IP-configuratie De IP-configuratie van de OpenCom X320 vindt plaats op de Webconsole in de Configurator, menu NET Configuratie: LAN. Voor het geval dat de IP-configuratie van de OpenCom X320 moet worden ver- anderd en de toegang via de Webconsole of de seriële interface niet mogelijk is,...
Meer tips vindt u in de online-help onder het hulpthema SYS Configuratie: Gegevens-backup. 6.2.11 Systeemmeldingen als e-mail ontvangen Belangrijke evenementen en fouten houdt de OpenCom X320 bij in een intern logboek, het storingsgeheugen. Om de systeembeheerder te informeren of te...
Firmware). Voor de aansluitmogelijkheden van de configuratie-PC zie Eerste configuratie vanaf pagina 69. De toestellensoftware is bestanddeel van de software van de OpenCom X320 en wordt automatisch via de OpenCom X320 an de toestellen doorgegeven, als de softwareversie in het toestel verschilt van de in de OpenCom X320 opgeslagen toestellensoftware.
Daarbij gaan alle individuele instellingen en gebruikersgege- vens verloren! Om de OpenCom X320 terug te zetten op de basisinstelling, gaat u als volgt te werk. Houd er voor de rack-versie van de OpenCom X320 rekening mee dat de basisinstellingsschakelaar op het frontpaneel van de behuizing wordt bediend...
Pagina 83
5. Laat de drukknopschakelaar los. De systeemgegevens zijn nu teruggezet. De OpenCom X320 start nu in de standaardconfiguratie. De procedure is afge- sloten als de tijd wordt weergegeven op de displays van de systeemtoestellen die op de basismodule zijn aangesloten.
6.2.16 Eigen wachtmuziekbestanden aanmaken In de OpenCom X320 is voor wachtmuziek (Music on Hold) een interne wacht- muziek aanwezig. Op de product-CD van de OpenCom X320 vindt u meerdere bestanden voor wachtmuziek met verschillende volumes, waarvan u er desge-...
Pagina 85
Het wachtmuziekbestand moet gecodeerd zijn conform CCITT, A-Law met 8.000 Hz, 8 bit mono. Deze voor de OpenCom X320 noodzakelijke codering stelt u in de “Sound Recorder” bij het opslaan van het bestand onder Format (CCITT, A- Law) en Attributes (8.000 Hz, 8 bit mono) in. De maximaal toegelaten grootte voor MoH-bestanden bedraagt 640 KB (ca.
Configuratievoorbeelden OpenCom X320 en netwerken Een van de uitstekende eigenschappen van de OpenCom X320 is de integratie van telefoneren en PC-netwerken. Als de OpenCom X320 via een PC-netwerk (LAN, Local Area Network) met een op de juiste wijze geconfigureerde terminal is ver- bonden kan u de netwerkeigenschappen van de OpenCom X320 vanaf die PC gebruiken.
Inleiding TCP/IP In een LAN kunnen voor de gegevensoverdracht verschillende protocollen worden gebruikt. De verbinding tussen een terminal en de OpenCom X320 gebeurt via het in het Internet gebruikte protocol IP respectief TCP/IP. IP kan op dezelfde netwerkkabels naast andere protocollen (bv. NetBEUI, AppleTalk of IPX/ SPX) worden doorgegeven.
Configuratievoorbeelden OpenCom X320 in een LAN zonder server In een LAN kan u IP-adressen gebruiken die niet wereldwijd eenduidig hoeven te zijn: IP-bereik Gebruikelijk netmasker Commentaar 192.168.0.0- 255.255.255.0 256 kleine netwerken 192.168.255.255 172.16.0.0- 255.240.0.0 1 middelgroot netwerk 172.31.255.255 10.0.0.0-10.255.255.255 255.0.0.0...
PC 2 OpenCom X320 in een LAN zonder server In een LAN zonder server neemt de OpenCom X320 de IP-configuratie van de aan- gesloten terminal over. Daarbij worden voor de terminal alle vereiste IP-instel- lingen via DHCP (“Dynamic Host Configuration Protocol”) door de OpenCom X320 toegewezen.
Als u een Webpagina uit het Internet wilt oproepen, voert u gewoon de gewenste URL (Uniform Resource Locator; Internet-adres; “http://...”) in uw browser in. In een LAN zonder server is de OpenCom X320 als DNS-server en als default gateway ingesteld. Daarom geeft een terminal de OpenCom X320 opdracht om te bemiddelen voor de Internet-verbindingswens.
OpenCom X320 in een LAN met IP-server In een LAN waarin een server wordt gebruikt die voor IP geschikt is, moet u de integratie van de OpenCom X320 met de verantwoordelijke netwerkadministrator coördineren. Daarbij moet worden afgesproken welke IP-adresruimte wordt gebruikt en welke netwerkdiensten (DHCP, DNS, RAS, Internet-toegang) de OpenCom X320 in het LAN moet overnemen.
DNS-naam. Als u de Configurator door het invoeren van een DNS-naam oproept moet u die naam op de server verbinden met het door de OpenCom X320 gebruikte IP-adres. Tips daarover vindt u in de documentatie van de server.
In een LAN met een server die voor IP geschikt is, kan u het inbellen van externe PC’s ook via de OpenCom X320 mogelijk maken. Daarvoor moet u het IP-adres- bereik, dat bij het inbellen aan externe PC’s kan worden toegewezen, met de net- werkadministrator afspreken en in de Configurator, menu Net Configuratie: RAS: PPTP/IPSEC/ISDN onder Adresbereik invoeren.
Filiaal-koppeling Met de OpenCom X320 kan u twee LAN’s via ISDN of via een gecodeerd VPN (Virtual Private Network) met elkaar verbinden. Bij een VPN gebruiken beide OpenCom X320 een internetverbinding voor de gegevensoverdracht.
Pagina 95
■ ISDN: Altijd wanneer een IP-datatransfer in het andere LAN wordt aange- vraagd, legt de OpenCom X320 de verbinding via ISDN. Let op dat de verbinding alleen bij doelgerichte aanvragen wordt gerealiseerd. Dat kunnen b.v. FTP-bestandtransfers, e-mails of het oproepen van Web-pagina’s zijn.
Internet. Voer gewoon de gewenste URL in het adresveld van de Web-browser in. In vergelijking met de toegang van een solitaire PC via een Online-dienst zijn bij de Internet-toegang via de OpenCom X320 de volgende ver- schillen te constateren: ■...
Mail-servers worden bijvoorbeeld door een Internet Service Provider ingezet. Met de OpenCom X320 kan u voor elk op de OpenCom X320 geconfigureerd user account een of meer e-mail-accounts vastleggen, die in regelmatige afstanden worden opgevraagd.
Pagina 98
Het protocol werkt zonder TCP/UDP-poort-nummers, bv. ICMP of IGMP. Voor vele belangrijke protocollen die door deze regels betroffen zijn, kent het NAT van de OpenCom X320 passende procedures om de functie te verzekeren. Dit zijn de protocollen FTP (in de modus “Active”), CuSeeMe (“Videoconferencing”), IRC (“Chat”), ICMP errors (“Trace route”) en ICMP echo (“Ping”).
Bovendien kan ook op het intranet het gestandaardiseerde protocol SIP worden gebruikt. De controle over de gebruikte dataleidingen maakt een precies gedefinieerde gespreks- en dienstkwaliteit mogelijk. VoIP-Telefonie over het internet met de OpenCom X320 biedt de volgende moge- lijkheden (zie ook SIP-telefonie vanaf pagina 110): ■...
Pagina 100
DECT-netwerk worden gebruikt. De DECT-basissta- tions die speciaal voor dit doeleinde geschikt zijn, kunnen worden beheerd met de web-interface van de OpenCom X320 (zie DECToverIP® vanaf pagina 128). De integratie van spraak- en datacommunicatie in een intranet maakt bespringen mogelijk, en opent nieuwe mogelijkheden.
Optional: Geef bij IP-adres een IP-adres op dat nog niet is gebruikt en dat binnen het IP-net van de OpenCom X320 ligt. Klik op Toepassen. 4. Sluit de LAN-aansluiting van de IP-systeemtelefoon aan op het LAN. Zorg voor stroomtoevoer via de meegeleverde stekkervoeding.
Voice over IP (VoIP) Beknopt overzicht 8.1.2 Externe SIP-lijn Als de OpenCom X320 voor de toegang tot het internet zorgt, kan u snel en een- voudig een “SIP-kieslijn” instellen. 1. Installeer een media-gatewaykaart (zie MGW-interfacekaart vanaf pagina 109). 2. Roep in de configurator de pagina PBX Configuratie: Aansluitingen: Slots op.
Klik op de desbetreffende slot. Selecteer MGC VoIP onder geconfigureerd. Facultatief: geef bij IP-Adres geconfigureerd een IP-adres op dat nog niet is gebruikt en dat binnen het IP-net van de OpenCom X320 ligt, bijvoorbeeld 192.168.99.253. Klik op Toepassen. 3. Roep in de configurator de pagina PBX Configuratie: Toestellen: VoIP-toe- stellen op.
Voice over IP (VoIP) Principes 6. Stel de SIP-telefoon of de SIP-telefoniesoftware in. Raadpleeg daarvoor de instelhulp op de pagina PBX Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen. Klik voor het gewenste oproepnummer op (Help) en kies bij Type de bijbehorende hulppagina. Configuratie-dialoogscherm van SIP-telefoniesoftware 7.
Voice over IP (VoIP) Principes 8.2.1 Signaallooptijd en bandbreedte Op IP steunende netwerken zijn over het algemeen niet in staat, een bepaalde minimum bandbreedte en een gedefinieerde signaallooptijd te garanderen. Een synchrone 64 kbit/s-lijn bij ISDN garandeert een vaste data-snelheid, zolang de verbinding bestaat.
Voice over IP (VoIP) Principes Bij SIP-telefonie in het internet worden er normaal gesproken langere spraakgege- venspakketten gebruikt. De volgende tabel geeft een overzicht van de bandbreedte, nodig voor een telefo- nieverbinding, in functie van verschillende parameters. De informatie heeft betrekking op een half duplex-ethernet;...
Pagina 107
Voice over IP (VoIP) Principes De volgende uitvoeringen geven regels voor de spraakkwaliteit met de volgende kwaliteitsstappen: Kwaliteitsstappen voor spraakoverdracht met VoIP Stap Verstaanbaarheid Vergelijkbaar met Zeer goed ISDN Goed DECT Bevredigend Beperkt ontregeld GSM > 4 Niet aannemelijk Geen verbinding Tijdens de opbouw van het gesprek bespreken de betrokken eindapparaten, welke compressie van de spraakgegevens zal worden ingezet (“codec”).
(“Layer 2 Switching”) voorkomt botsingen. Moderne switch- componenten interpreteren bovendien de TOS-byte van IP-pakketten en scheppen daarmee optimale voorwaarden voor VoIP-telefonie. Opmerking: De OpenCom X320 maakt gebruik van de TOS- Byte (“Type of Service”) met de waarde 0xB8 voor IP-pakket-...
(zie ook Startproces vanaf pagina 119). Voor het opstarten van telefoons, het aanmelden en de signalering bestaan er tussen de IP- telefoon en de OpenCom X320 meerdere TCP-verbindingen. Gespreksinformatie wordt echter direct tussen de IP-telefoons overgedragen via het protocol RTP (“Realtime Transport Protokoll”).
Bovendien heeft de media-gateway een routingfunctie voor SIP-verbindingen. Er zijn derhalve acht externe SIP-verbindingen mogelijk. 8.3.1 Software-MGW Met de systeemsoftware voor OpenCom X320 staat een beperkte media-gateway- functie ter beschikking. Al naargelang de belasting van de systeemprocessor en het beschikbare geheugensysteem kunnen er tot 32 extra MGW-kanalen beschikbaar zijn.
De MGW-interfacekaart wordt via de connector verbonden met de interne ethernet-switch. Er zijn geen externe aansluitingen uitgevoerd via druk- klemmen. ■ Met de OpenCom X320 kan een MGW-interfacekaart worden gebruikt op con- nector 2. ■ De MGW-interfacekaart ondersteunt alle door VoIP-telefoons gebruikte codecs, Silence Detection, echo-onderdrukking en DTMF-toonherkenning.
DHCP-server. SIP-telefonie Met het internetprotocol SIP (Session Initiation Protocol) kan u gunstig en gestan- daardiseerd via op IP gebaseerde netwerken telefoneren. Met de OpenCom X320 kan u externe SIP-telefoonverbindingen (“SIP-kieslijnen”) gebruiken. Bovendien worden interne SIP-deelnemers, zoals SIP-telefoons en SIP-telefoniesoftware, ondersteund.
Pagina 113
(“login”) bij de SIP-registrar worden uitgevoerd. Informatie die voor de aan- melding van belang is (gebruikersnaam en paswoord) kan u met de OpenCom X320 met één of meerdere SIP-conto’s beheren. Met één SIP-conto kunnen er tegelijkertijd meerdere gesprekken worden gevoerd.
Pagina 114
RTP-verbindingen vaak belemmerd worden door een aanwezige firewall- of NAT-configuratie bij het toegepaste internet- gatewayproduct. Als u niet de OpenCom X320 als internet-gateway gebruikt, dient het product dat u gebruikt compatibel met SIP-telefonie te zijn. Derge- lijke producten hebben bijvoorbeeld een instelling “Full Cone NAT”...
De OpenCom X320 stelt als SIP-server telefonie-centralediensten aan interne SIP- deelnemers ter beschikking. Via LAN aangesloten SIP-telefoons of op workstations geïnstalleerde SIP-programma’s kunnen daarmee verbindingen met alle andere op de OpenCom X320 aangesloten toestellen of lijnen tot stand brengen. Voor de toepassing als SIP-server is een MGW-interfacekaart nodig. Licentietoekenning Het aantal mogelijke SIP-deelnemers hangt af van de licentie die is aangeschaft.
Pagina 116
Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen en de volgende instructies bij het instellen van SIP-deelnemers: ■ Het SIP-bericht “REGISTER” moet naar het IP-adres van de OpenCom X320 met gebruikmaking van de doelpoort 5060 worden verzonden. Deze instelling vindt u bij SIP-deelnemers vaak bij “SIP Server” of “SIP Settings” met de aan- duiding “Domain”, “Server IP”...
Pagina 117
Behalve kengetalprocedures kunnen SIP-deelnemers ook een serie functionele eigenschappen gebruiken die met behulp van het SIP-protocol worden verwezen- lijkt. Afwijkend van de gebruikelijke procedure op internet is de OpenCom X320 altijd het eindpunt voor alle SIP-verbindingen. Zodoende kunnen SIP-deelnemers eigenschappen van de OpenCom X320 gebruiken. Directe uitwisseling van gegevens tussen twee SIP-deelnemers is derhalve niet mogelijk.
Voice over IP (VoIP) VoIP-systeemtelefoons VoIP-systeemtelefoons Voor de VoIP-systeemtelefonie staan de volgende telefoons en softwarepakketten ter beschikking: ■ OpenPhone 73 IP: Deze telefoon is de voor VoIP geschikte versie van de sys- teemtelefoon OpenPhone 73 Deze systeemtelefoon kan met tot 3 toetsenmo- (KeyExtension 73P) dules worden uitgebreid.
In het standaardgeval spreekt dit proces de geïntegreerde DHCP-server van de OpenCom X320 aan, zodat het opstarten zonder problemen verloopt. Gaat u te werk als volgt om een nieuwe VoIP-systeemtelefoon aan te melden: 1.
Voice over IP (VoIP) VoIP-systeemtelefoons het op het display zichtbare MAC-adres, bijvoorbeeld “MAC: 00:30:42:00:00:00”. Neem de voedingsspanning weg. 2. Gaat u in de Configurator naar de pagina PBX Configuratie: Toestellen: VoIP- toestellen. Klik op de knop Nieuw. 3. Kiest u het Type van de VoIP-systeemtelefoon, en voert u het genoteerde MAC- adres in.
Voice over IP (VoIP) VoIP-systeemtelefoons 2. Maakt u voor de OpenCom X320 zelf een vast IP-adres aan. Gaat u in de Confi- gurator naar de pagina NET Configuratie: LAN. Klik op de knop Wijzigen. 3. Voert u de actuele IP-adresconfiguratie in onder IP-Adres en Netmask.
IP-adres van het communicatiesysteem en het poortnummer 8100 voor de registratie mee. 5. De VoIP-systeemtelefoon bouwt nu een TCP-verbinding op met de aange- geven IP-adres/poortcombinatie, en verstuurt een registratie-aanvraag. De OpenCom X320 probeert het bij de registratie mee verzonden MAC-adres, en bevestigt de registratie-aanvraag, indien de VoIP-systeemtelefoon is geënstal-...
Voice over IP (VoIP) VoIP-systeemtelefoons leerd in het menu PBX Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen. In het regis- tratie-antwoord worden ook de Keep alive-tijdsduur, het poortnummer voor de telefonie-signalisatie (8101) en de waarde van de te gebruiken TOS-byte doorgegeven. 6. De VoIP-systeemtelefoon bouwt een tweede TCP-verbinding op met het signa- lisatie-poortnummer 8101, en verstuurt daarover een aanmelding, net als bij een U -systeemtelefoon.
Pagina 124
Voice over IP (VoIP) VoIP-systeemtelefoons past. Deze omgeving kan u via het internetadres “http:// www.java.com/” downloaden. 1. De “IP Phone Configurator” kan direct vanaf de product-cd worden gestart. Start de Windows Explorer. Navigeer naar de product-cd. Dubbelklik op het bestand “Aastra-DeTeWe\IpPhoneConfigurator.jar”. Het dialoogscherm “IP Phone Configurator”...
Pagina 125
Voice over IP (VoIP) VoIP-systeemtelefoons teemtelefoon moet derhalve direct, via een hub of een switch, op uw pc zijn aangesloten. - Schakel de optie IP Phone address in om een point-to-point-verbinding via “UDP-Unicast” tot stand te brengen. Geef in het invoerveld ernaast het IP-adres van de VoIP-systeemtelefoon op.
Pagina 126
TFTP server IP address en TFTP server filename: Geef het IP-adres en de vol- ledige bestandsnaam voor de besturingssoftware van de VoIP-systeemtelefoon op (zie tabel op pagina 120). Bij de OpenCom X320 is dat altijd het IP-adres van het communicatiesysteem.
Voice over IP (VoIP) OpenPhone IPC OpenPhone IPC Naast de hardware VoIP-systeemtelefoons kan ook een programma worden gebruikt voor VoIP-telefonie. Dit programma kan worden gebruikt in combinatie met de operating systems Windows 98 SE/ME en Windows 2000/XP. Software VoIP-systeemtelefoon OpenPhone 75 IPC met toetsenmodules Naast VoIP-systeemtelefonie vanaf het werkstation, biedt OpenPhone IPC de vol- gende mogelijkheden: ■...
OpenCom X320. Er staan aantallicenties ter beschikking, die het gelijktijdige gebruik van een bepaald aantal OpenPhone IPC mogelijk maken. De licenties worden vrijgegeven in de Configurator van de OpenCom X320 in het menu SYS Configuratie: Uitbreidingen. De systeemsoftware omvat voor een licentie een demo-versie voor een in de tijd beperkt gebruik (60 dagen).
Pagina 129
Kiest u een toevallig apparaat -ID voor het beveiligen van het tele- foongebruik. De apparaat-ID kan alleen via de web-console worden uitgelezen. De weergegeven menuteksten en onderdelen van de bedrijfssoftware maken deel uit van de OpenPhone IPC-installatie, maar worden zo nodig via TFTP vanuit de OpenCom X320 gedownload.
Functionele eigenschappen 9.1.1 DECT-basisstations DECT-basisstations kunnen via U -aansluitingen of via het netwerk (TCP/IP) op de OpenCom X320 worden aangesloten. Voor het geselecteerde type aansluiting zijn de volgende DECT-basisstations beschikbaar: ■ RFP 22: aansluiting via U met maximaal 1000 meter kabellengte; geïnte- greerde antennen;...
TFTP door de OpenCom X320 overgedragen. De configuratie voor het star- ten wordt door de DHCP-server van de OpenCom X320 over- gedragen naar een startend DECToverIP-basisstation. Aansluiting via ethernetkabel resp. TCP/IP ligt voor de hand als er al VoIP-telefonie wordt gebruikt.
Selecteer bij MAC-adres (IP-adres) het gewenste DECTo- verIP-basisstation. Bevestig met Toepassen. Als u de DHCP-server van de OpenCom X320 niet voor gereserveerde adressenver- strekking hebt geconfigureerd, moet u het IP-adres van de DECToverIP-manager met behulp van een extra programma van tevoren instellen (zie Lokale IP- adresconfiguratie vanaf pagina 136).
OpenCom X320. 9.2.1 Gemengd gebruik Het is mogelijk om op een OpenCom X320 tegelijkertijd basisstations met U aansluiting en basisstations met ethernetaansluiting te gebruiken. Een transpa- rante handover tijdens een gespreksverbinding is echter alleen mogelijk tussen DECT-basisstations die dezelfde aansluitingstechniek hebben.
® DECToverIP Configuratie 9.2.2 Synchronisatie Om ervoor te zorgen dat DECT-toestellen meerdere DECT-basisstations tegelij- kertijd kunnen ontvangen, moeten alle DECT-basisstations op een locatie syn- chroon zenden. De synchronisatie kan worden uitgevoerd via een U -aansluiting, maar niet via een ethernet/IP-verbinding. DECToverIP-basisstations worden der- halve onderling gesynchroniseerd via de draadloze verbinding.
Pagina 135
WLAN-instellingen de volgende stappen uit: 1. Stel ten eerste de aanwezige DECToverIP-basisstations in de Configurator van de OpenCom X320 in. Ga vervolgens naar de webconfigurator van de DECTo- verIP-manager. 2. Configureer op de pagina WLAN-Profiles minstens één set instellingen (zie hieronder: WLAN-profiel instellen).
Pagina 136
® DECToverIP Configuratie De WLAN-functie van de WLAN-compatibele DECToverIP-basisstations is nu gereed voor gebruik. Stel vervolgens de gewenste eindtoestellen in. WLAN-profiel instellen De WLAN-functie van de DECT-basisstation RFP 42 beschikt ook over eigen- schappen die zelden nodig zijn, bijvoorbeeld voor netwerken in grote bedrijfslo- caties of luchthavens.
Pagina 137
® DECToverIP Configuratie RTS Threshold op 2347 (uitgeschakeld), Fragmentation Threshold op 2346 (uitgeschakeld), Maximum Bitrate op 54 MBit/s, 802.11b/g-Mode op “Mixed” en Interference Avoidance op “Uit”. Tip: Als u uitsluitend moderne WLAN-kaarten met 802.11g ge- bruikt, kunt u de snelheid van de dataoverdracht verhogen door de instelling 802.11b/g-Mode op “802.11g only”...
9.2.4 Configuratie van een locatie buiten het bereik Als u een DECToverIP-basisstation in hetzelfde LAN als de OpenCom X320 gebruikt, worden de IP-adresconfiguratie en het downloaden van de software bij het opstarten van een DECToverIP-basisstation door de OpenCom X320 gestuurd via de protocols DHCP en TFTP.
Pagina 139
IP-Address. – OMM Port Number: Laat de instelling “16321” ongewijzigd. – PBX-IP-Address: IP-adres van de OpenCom X320 – PBX-Port: Laat de instelling “8099” ongewijzigd. 4. Voer bij TFTP Server Address het IP-adres in dat gebruikt gaat worden om de...
Pagina 140
OpenCom X320. Laat de instelling TFTP File Name “/ram/ip_tel/ip_rfp.cnt” ongewijzigd. 5. Bij een locatie buiten het bereik wordt het LAN van de OpenCom X320 normaal gesproken via een (VPN-)router bereikt. Klik op Add Parameter, kies uit de lijst de instelling Router Addresses en bevestig de keuze met Add. Voer het IP- adres van de router in bij Router Addresses.
Daarmee kan u de OpenCom X320 bijvoorbeeld ook als DECT- server gebruiken. ■ U wilt de OpenCom X320 gebruiken in een netwerk met een OpenCom 1000. Dan kan u de OpenCom X320 bijvoorbeeld als communicatiesysteem voor een filiaal gebruiken.
10.1 Verbindingen Om twee of meer communicatiesystemen met elkaar tot een netwerk te ver- binden moeten ze onderling verbonden worden. Met de OpenCom X320 kan u de volgende verbindingen gebruiken: ■ ISDN-kieslijnen ■...
Netwerken van communicatiesystemen Verbindingen binding als interne of externe oproep kan met het protocol DSS1 niet worden doorgegeven. Beide protocollen realiseren de communicatie in meerdere protocolniveaus: ■ L1: niveau 1 definieert de fysische eigenschappen van de leiding en de elek- trische codering van de signalen.
L1 type=“slave” en de geactiveerde instelling L1 Sync mogelijk zijn geconfigu- reerd, wordt willekeurig een van de aansluitingen tot bron van de L1-klokpuls vastgelegd. De OpenCom X320 wisselt de klokpulsbron (bijvoorbeeld bij het uit- vallen van een kabel) automatisch naar een andere aansluiting, die als L1-klok- pulsbron geconfigureerd is.
L2-Slave L3-Master L3-Slave Directe verbinding ■ Voor een S -verbinding tussen twee OpenCom X320 gebruikt u telkens de RJ- 45-bussen van een van de externe S -aansluitingen. Voor S -aansluitingen op interface-kaarten kan u de overeenkomstige drukklemmen gebruiken. telecomsysteem 1,...
Als u op twee of meer locaties een snelle en continue internetverbinding gebruikt, kan u telecommunicatienetwerken ook via een internetverbinding tot stand brengen. De OpenCom X320 gebruikt het voor vaste ISDN-verbindingen bedoelde protocol Q.SIG en transporteert de protocol- en gespreksgegevens met behulp...
Voor de vereiste uitbreidingen van het Q.SIG-protocol bestaat er momenteel geen standaard. U kan Q.SIG-IP daarom alleen tussen OpenCom-systemen gebruiken. Voor de netwerkschakeling van twee OpenCom X320 met Q.SIG-IP zijn er twee licenties vereist, d.w.z. voor ieder eindpunt een licentie. Het aantal mogelijke gespreksverbindingen wordt door de licentie niet beperkt.
Netwerken van communicatiesystemen Configuratie 10.3.1 Bundel Een bundel is een samenvatting van aansluitingen van dezelfde soort en richting. Een aansluiting kan maar aan een bundel worden toegewezen. telecom- telecom- provider systeem systeem 1 bundel telecom- externe lijn systeem2 vaste verbinding Voorbeeld van een netwerk van een communicatiesysteem met bundels In het bovengenoemde voorbeeld zijn voor het communicatiesysteem 1 de vol- gende bundels geconfigureerd:...
Netwerken van communicatiesystemen Configuratie communicatiesysteem 2 bereiken wil, is de volgorde van de toewijzing als volgt vastgelegd: ■ Om te beginnen wordt er een vrij kanaal in bundel “C” gezocht. ■ Als alle kabels van bundel “C” bezet zijn wordt geprobeerd om een verbinding via bundel “E”...
Netwerken van communicatiesystemen Technische tips De OpenCom X320 bepaalt bij de verborgen nummering aan de hand van het telefoonnummer welke route moet worden toegewezen. De voor deze “routing” benodigde informatie kan u in een tot 100 ingaven omvattende nummeringstabel configureren. In die tabel wijst u aan oproepnummers of het bereik van oproep- nummers elk een route toe.
Pagina 151
Een aantal van de in Q.SIG mogelijke eigenschappen worden door de OpenCom X320 niet met alle opties ondersteund, bijvoorbeeld het terugbellen indien bezet binnen het Q.SIG-net. De in het Q.SIG gedefinieerde oproepcatego- rieën (call category; bv. alarmnummer, operator, normaal) en het doorgeven van namen in Q.SIG (“deelnemersnamen”) worden volledig ondersteund.
Teamfuncties Inleiding 11. Teamfuncties 11.1 Inleiding Met teamfuncties kan u de telefooncommunicatie in uw bedrijf taakgericht orga- niseren. Daartoe worden lijnen met aparte telefoonnummers op de toetsen van verschillende toestellen geprogrammeerd. De gebruikers van de toestellen, de teamleden, kunnen dan elkaars oproepen aan- nemen en via de ingestelde toetsen met elkaar telefoneren.
Pagina 153
Teamfuncties Inleiding aantal beschikbare gesprekstoetsen telefoon aantal toetsen OpenPhone 73 met extra toet- 36 extra toetsen zonder display. senbord KeyExtension 73P Op een OpenPhone 73 kunnen max. 3 van deze toetsenborden worden aangesloten. OpenPhone 75 negen toetsen met display OpenPhone 75 met extra toet- 20 extra toetsen met display.
Pagina 154
Teamfuncties Inleiding bezettoets aangenomen oproep wordt niet in de bellerslijst van de oorspron- kelijk opgebelde deelnemer genoteerd. Bovendien is het mogelijk, de desbe- treffende teamgenoot via de bezettoets op te bellen als zijn toestel in de rust- status staat. De verbindingsopbouw naar deze teamgenoot vindt via de eigen lijntoets plaats.
De samenstelling van teams en het programmeren van gesprekstoetsen met oproepnummers en teamfunctie gebeuren in de Configurator van de OpenCom X320 (menu PBX Configuratie: Groepen en Aansluitingen: U De gesprekstoets 1 is standaard aan elke systeemtelefoon als lijntoets ingesteld. Deze instelling kan door de systeembeheerder worden veranderd.
Pagina 156
Teamfuncties Toepassingsvoorbeelden Lijntoewijzing De secretaris is te bereiken onder het oproepnummer 11 (lijntoets LT 11: secreta- riaat). De chef is te bereiken onder oproepnummer 10 (lijntoets LT 10: kantoor van de chef ). Hij kan zijn gesprekken ook aannemen aan de zithoek-telefoon. Bovendien is voor de chef aan beide telefoons een privé...
Teamfuncties Toepassingsvoorbeelden secretaris akoestisch gemeld. Ook de secretaris kan een vervangingsschakeling activeren. Oproepen voor het oproepnummer 11 worden dan akoestisch gemeld op de telefoon van de chef en optisch op de telefoon chef-zithoek en op de telefoon van de secretaris. 11.2.2 Team van drie Het hier beschreven team van drie is een voorbeeld van een teamconfiguratie in een projectgroep, bv.
Teamfuncties Toepassingsvoorbeelden De teamleden kunnen elkaar via de teamtoetsen bellen. Voorbeeld: Mulder kan door op TT 12 te drukken het oproepnummer 12 kiezen; de oproep wordt via de telefoon van Schouten op LT 12 gemeld. Weergave van de toewijzing Als een lijn is toegewezen, bv. LT 11 Meijer, wordt dit weergegeven op de teamtoetsen 11 van de telefoons Mulder en Schouten.
Teamfuncties Toepassingsvoorbeelden Alle teamleden kunnen via deze oproepnummers telefoneren (oproepen aan- nemen en verbindingen opbouwen). Tip: in deze teamconfiguratie is het handig om de functie “wach- ten” bij elke telefoon op een functietoets te programmeren. Een gesprek, bv. op LT 11, kan dan door het drukken van de functietoets in wacht worden gezet.
Pagina 160
Teamfuncties Toepassingsvoorbeelden Mulder 14:22 Wo.14.feb.01 LT 10: Support 1 LT 11: Support 2 LT 12: Support 3 LT 13: Support 4 LT 14: Support 5 LT 15: Hotline 1 LT 16: Hotline 2 TT 20: Support 6 TT 25: Hotline 3 Meijer 14:22 Wo.14.feb.01...
Pagina 161
Teamfuncties Toepassingsvoorbeelden makelen, doorschakelen en conferenties” in de handleiding “OpenPhone 61, 63, 65” of “OpenPhone 71, 73, 75”. Weergave van de toewijzing Als er een lijn is toegewezen, b.v. LT 10 aan de telefoon Mulder, wordt dit op de betreffende teamtoets eveneens weergegeven, hier TT 10 aan de telefoon Meijer. Oproepmelding In dit voorbeeld worden oproepen aan de lijntoetsen akoestisch gemeld.
Oproepen in wacht worden door de OpenCom X320 met de volgende prioriteit behandeld: directe verbinding, sensoroproepen, deuroproepen, herhaalde oproepen, VIP-oproepen, andere interne en externe oproepen. Sensoroproepen krijgen dus bv.
Opmerking: omdat faxtoestellen vaak met de dienstcode “taal” worden gebruikt (bv. op analoge aansluitingen), is aan te bevelen om aansluitingen voor faxapparatuur aan de OpenCom X320 toe te wijzen aan een gebruikersgroep zon- der wacht. De wacht kan met de functies “afleiding”, “Pickup” en “Groepsoproep” worden gecombineerd om bv.
Oproep in wacht Toepassingsvoorbeelden Tijdens het instellen van een dergelijke oproepafleiding worden de wachtende bellers niet overgedragen aan het bestemmingsnummer. Als er bij activering van de afleiding nog oproepen in wacht staan, dan kunnen die alleen op het oorspron- kelijke toestel worden aangenomen. Bij oproepafleidingen “na tijd”...
Pagina 165
Oproep in wacht Toepassingsvoorbeelden ■ stel onder PBX Configuratie: Aansluitingen: U de OpenPhone 65/ OpenPhone 75 en b.v. de RFP 22/24 in. ■ stel onder PBX Configuratie: Systeemtelefoons een lijntoets voor de OpenPhone 65/OpenPhone 75 in. ■ stel onder PBX Configuratie: Aansluitingen: DECT-PP de OpenPhone 27 in en wijst de OpenPhone 27 een eigen oproepnummer toe.
Oproep in wacht Toepassingsvoorbeelden OpenPhone 27 gemeld of in wachtrij daarvan opgenomen, zodat dan de OpenPhone 27 als mobiele oproepplek wordt gebruikt. Bij terugkeer naar zijn werkplek deactiveert de operator de omroepafleiding per functietoets. Oproepen die al in wachtrij staan worden nog doorverbonden naar de mobiele OpenPhone 27.
Pagina 167
Oproep in wacht Toepassingsvoorbeelden iedere Gebruiker het oproepnummer van de lijntoets van zijn systeemte- lefoon toe. bescherming bescherm. ■ activeert op alle drie toestellen in het menu 2de opr. ■ programmeer op alle drie systeemtelefoons een functietoets met de functie Oproepen: Groepsaansluit.
Hard- en software van de OpenCom X320 kunnen echter door alle betrokken firma’s in dezelfde mate worden gebruikt, terwijl door de configuratie van de OpenCom X320 voor elke firma individueel wordt geregeld, in welke omvang de eigenschappen van het systeem mogen worden gebruikt.
2. De gewenste firma’s moeten worden ingesteld (zie Firma’s instellen en beheren vanaf pagina 168). 3. De gebruikers van de OpenCom X320 worden aan de firma’s toegewezen (zie Gebruikers toewijzen vanaf pagina 168). 4. Om ervoor te zorgen, dat de OpenCom X320 inkomende oproepen juist naar de overeenkomstige firma’s (of hun leden) kan doorschakelen, moeten de aan-...
13.1.2 Firma’s instellen en beheren In de OpenCom X320 kunnen maximaal vijf firma’s worden ingesteld. Bij aflevering van de OpenCom X320 is een firma met de naam “Firma 1” vooraf ingesteld. Alle configuratie-instellingen (bv. in de gebruikersgroepen of in de bundelconfigu- ratie) gelden voor deze vooraf ingestelde standaardfirma, als er geen andere firma wordt gekozen.
-point- to-multipoints) samengevat. Om ervoor te zorgen, dat inkomende oproepen via de lijnen van een bepaalde bundel van de OpenCom X320 juist naar de leden van de ingestelde firma’s (de gebruikers) kunnen worden doorgeschakeld, moet elke aanwezige bundel aan een van de firma’s worden toegewezen. Dit is bv. nodig om inkomende externe oproepen waarbij de opgeroepen interne deelnemer niet kan worden bereikt, naar de juiste firmacentrale door te schakelen (“verbinding naar...
Met de variant voor meerdere firma’s werken In de variant voor meerdere firma’s staan alle eigenschappen van de OpenCom X320 ter beschikking, die de gebruikers – eventueel – al van de variant voor één firma bekend zijn. Deze eigenschappen kunnen in dezelfde mate worden gebruikt en ongewijzigd worden gehandhaafd.
“Administrators”). Externe firmatelefoonboeken kunnen alleen in de Configurator in het menu Telefoonboek worden bewerkt. Het aantal ingaven in een firmatelefoonboek is niet beperkt. De OpenCom X320 kan in totaal maximaal 2.000 ingaven in alle telefoonboeken (in het centrale, in het persoonlijke en in de firmatelefoonboeken) beheren.
Variant voor meerdere firma’s Met de variant voor meerdere firma’s werken 13.2.3 Kosten per firma afrekenen In de Webtoepassing Kosten kunnen de totalen van de kosten naar firma’s gesor- teerd, worden uitgevoerd. Alle gebruikers, die de bevoegdheid hebben, deze toepassing te gebruiken, kunnen de totalen van de kosten van alle firma’s bekijken.
Op een terminal met het OS Windows kunnen door de installatie van drivers en programma’s nog meer toepassingen worden gerealiseerd. De daarvoor nodige installatieprogramma’s vindt u op de product-CD, die met de OpenCom X320 wordt meegeleverd. Om extra software te installeren gaat u als volgt te werk: 1.
Pagina 176
PC-software instellen PC-Offline-configuratie 2. Start het installatieprogramma voor het StartCenter met een dubbelklik op het bestand “Setup.exe”. Volg de instructies van de installatie-assistent. Kies een geschikte directory of bevestig de voorgestelde directory. 3. Op de product-CD vindt u in de installatiedirectory van de Offline-Configurator ZIP-archiefbestanden voor verschillende systeemtypes.
Met een TAPI (Telephony Application Programming Interface) kan u een CTI-toe- passing (Computer Telephony Integration) gebruiken. De CTI-toepassing maakt daarbij gebruik van de diensten van de OpenCom X320 met behulp van de op een Windows-PC geïnstalleerde TAPI-drivers. Met een geschikte TAPI-compatibele software kunnen vele telefoonfuncties worden gestuurd, bv.: ruggespraak, makelen, conferentie, oproepovername,...
Pagina 178
Verbindingsnaam kan u een beschrijvende naam voor de ver- binding invoeren. In het invoerveld CTI-server moet u de DNS-naam of het IP- adres van de OpenCom X320 invoeren. Met de knop […] kan u dit adres in het LAN zoeken. Voer in de invoervelden Gebruikersnaam en Paswoord de gebruikersinformatie van een op de OpenCom X320 ingestelde gebruiker in.
Met een CAPI-driver (Common Application Programming Interface) kunnen Windows-programma’s gebruik maken van diensten en functies van een ISDN- kaart. De OpenCom X320 maakt met een op een netwerk gebaseerde CAPI het gebruik van ISDN-functies ook voor de terminals mogelijk waarin geen ISDN-kaart is ingebouwd.
Pagina 180
PC-software instellen NET-CAPI instellen Let op! voordat u de CAPI-driver voor de OpenCom X320 installeert, moet u een eventueel al aanwezige ISDN-kaart uitbouwen alsmede een eventueel al aanwezige CAPI-driver deïnstalle- ren. NET-CAPI-driver installeren 1. Roep het startscherm van de product-CD op (zie PC-software instellen op pagina 173).
OpenCom X320. 14.4 PC-statusindicatie gebruiken U kan een statusindicatie voor de OpenCom X320 instellen, die in de startbalk van een terminal ter beschikking staat. Die statusindicatie (“Systray-Programma”) informeert u continu of er een ISP-, een RAS- of een LAN-LAN-verbinding via ISDN actief is.
14.5 Browser voor OpenCTI en OpenHotel Met een speciaal voor de OpenCom X320 aangepaste Web-browser kan u het dagelijkse gebruik van de OpenCTI en de OpenHotel vereenvoudigen. Na elk opstarten van de terminal kan dit browserprogramma automatisch starten en de aanmeldingsprocedure uitvoeren.
PC-software instellen Video-telefonie instellen taakbalk. Kies dan het commando Readme. Het Readme-bestand bij de Open- Hotel vindt u in de installatie-directory van dit browser-programma. Opmerking: er kunnen beide browser-programma’s paral- lel worden gebruikt. 14.6 Video-telefonie instellen Met de OpenCTI kan u een videoweergave inschakelen voor een bestaand intern gesprek.
OpenCom X320 gesynchroniseerd worden. Voorwaarden Om de OpenCom X320 de tijdindicatie van de interne klok op de voor SNTP beno- digde GMT (Greenwich Mean Time) te kunnen laten terugrekenen moet u de tijdzone aangeven: 1.
4. Controleer de werking. Roep in het menu Bewerken het commando Zoeken: Personen op. De dialoog Personen zoeken wordt geopend. 5. Kies in de lijst Zoeken in de ingave met het adres van de OpenCom X320 uit. Geef een gebruiker in het invoerveld Naam in, bv. “Administrator”. Klik op Start zoeken.
Pagina 186
PC-software instellen Adres opvragen met LDAP Opmerking: er kunnen alleen gebruikers worden gevon- den waarvoor een intern oproepnummer is ingesteld.
Gevaarlijke spanningen in het apparaat. Om de installatie stroomloos te maken, moet u de netstekker uit het stop- contact te trekken! Open het deksel van het huis (zie OpenCom X320 openen en sluiten vanaf pagina 29). Licht het controlelampje op (Power-LED)?
3 x snel knippert is het opnieuw opstarten niet goed gelukt. Als het heropstarten van de OpenCom X320 niet met succes is afgesloten, zet u de OpenCom X320 terug in de standaardinstelling (zie daarvoor het hoofdstuk Systeemgegevens terugzetten vanaf pagina 80).
Pagina 189
Vraag: op een telefoon kan een eigenschap (bv. oproepafleiding instellen) niet worden gebruikt, hoewel die eigenschap in de Configurator van de OpenCom X320 is ingesteld. Controleer of de voor deze telefoon ingestelde gebruiker lid is van een gebruikers- groep met bevoegdheid om deze eigenschap te gebruiken (Configurator, menu Gebruikersmanager: Gebruiker en Gebruikersgroepen).
Vragen en antwoorden DECT als MSN programmeren. Tips daarvoor vindt u in de handleiding van de ISDN- telefoon. Vraag: een ISDN-telefoon gaat altijd over als er een andere deelnemer aan de S -bus wordt opgebeld. Ook in dit geval moet u op de ISDN-telefoon MSN instellen (zie antwoord hier- boven).
OpenCom X320 bestaat, voert u in het Windows startmenu onder “Uitvoeren” het commando “Ping IP-adres” (bv. ping 192.168.99.254) in. Vraag: hoe kan ik het IP-adres van de OpenCom X320 te weten komen? Om het IP-adres te weten te komen, voert u aan een aangesloten systeemtelefoon...
Vraag: de netwerkverbinding functioneert maar in de browser wordt niets weergegeven. Voer het IP-adres van de OpenCom X320 volledig in, inclusief de kenmerken van het protocol, bijvoorbeeld http://192.168.99.254/. Controleer of de browser voor een verbinding via een proxy-server is ingesteld. Als dat het geval is deactiveert u de instelling “verbinding via proxy-server”.
Pagina 193
Met de directe toegang kan een willekeurige provider direct worden gekozen. Met de indirecte toegang wordt de routingfunctie van de OpenCom X320 mede gebruikt; zo gelden dan bijvoorbeeld ook de daarbij inge- stelde veiligheidseigenschappen. Direct via een externe-toegangsverbinding.
Pagina 194
Vraag: via een SIP-verbinding zijn spraakverbindingen alleen naar een kant mogelijk. Waar ligt dat aan? U gebruikt als internet-toegangsrouter niet de OpenCom X320 of er is geen contact met de STUN-server van de SIP-provider mogelijk. Schakel de SIP-onder- steuning op uw internet-toegangsrouter in of stel de OpenCom X320 in als internet-toegangsrouter.
Technische gegevens 16. Technische gegevens systeemgegevens netspanning 230 V ~ 50 Hz nominaal vermogen 205 VA beschermingsklasse toegestane temperaturen +5 °C tot +40 °C statisch, tegen weerinvloeden be- schermd maten (B x H x D) 366 x 368 x 124 mm gewicht 2000 g -interfaces...
Pagina 196
Technische gegevens -interfaces voor systeemtoestellen en DECT basis- stations voor aansluiting van systeemeindtoe- stellen, DECT-compatibel met interfacekaarten: max. 16 x; beschikbare interfacekaarten met U – 4 x U – 4 x U met DECT – 8 x U – 8 x U met DECT –...
Pagina 197
– voor interfacekaarten slot 2 met aansluiting op de Ethernet- switch voor Media Gateway Card – voor Fax/V.24-kaart Opmerking: in de online-help vindt u het overzicht van de grenswaarden die bij de configuratie van de OpenCom X320 in acht moeten worden genomen.
Opmerkingen over de verwijdering 17. Opmerkingen over de verwijdering Informatie conform “§ 9, Abs. 2, Elektro- und Elektronikgerätegesetz” (Duitse wet op elektrische en elektronische apparatuur) Ter voorkoming van mogelijke effecten van bij de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur aanwezige gevaarlijke stoffen op het milieu en de gezondheid van de mens werden de richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad ■...
Pagina 199
Opmerkingen over de verwijdering Let op! Afgedankte elektrische apparatuur hoort niet in het huisvuil. Lever deze kosteloos bij de bekende inzamelpunten in.