Voice over IP (VoIP)
■
Bij de gespreksopbouw wordt er tussen de deelnemers een bidirectionele RTP-
datastroom met een dynamisch toegekend UDP-poortnummer gebruikt. Dat
heeft tot gevolg dat inkomende RTP-verbindingen vaak belemmerd worden
door een aanwezige firewall- of NAT-configuratie bij het toegepaste internet-
gatewayproduct. Als u niet de OpenCom X320 als internet-gateway gebruikt,
dient het product dat u gebruikt compatibel met SIP-telefonie te zijn. Derge-
lijke producten hebben bijvoorbeeld een instelling "Full Cone NAT" voor deze
toepassing.
■
Om een afzonderlijke internetverbinding te kunnen gebruiker met meerdere
toestellen, worden de in een LAN gebruikte IP-adressen (vaak: 192.168.x.x) met
een adresvertaling omgezet naar een IP-adres dat in het internet geldig is
("NAT", Network Address Translation). Voor een inkomende RTP-verbindings-
opbouw is voor NAT echter nog geen statusinformatie beschikbaar. Om dit
probleem te omzeilen, wordt het op internet zichtbare IP-adres van een work-
station of telefoon bepaald met behulp van een STUN-server (STUN: Simple
Traversal of UDP over NAT). Het IP-adres en poortnummer van de STUN-server
kunt u opvragen bij de SIP-operator. Als u geen STUN-server nodig heeft, laat u
het invoerveld onder SIP operator leeg.
■
Voor directe SIP-gesprekken kan de OpenCom X320 alleen contact opnemen
met SIP-ID's die cijferreeksen in de deelnemeridentificatie hebben, die bij de
ingestelde SIP-operator zijn geregistreerd.
■
Deze bundel kunt u in routes als verbindingsmogelijkheid opgeven. Met een
providerregel kan bj voorkeur een bepaald oproepnummerbereik via SIP-tele-
fonie worden gevoerd (zie ook Netwerken van communicatiesystemen, onder
Configuratie vanaf pagina 145).
SIP-verbindingen kunt u in de Configurator op de pagina's PBX Configuratie: SIP
Lijnen: SIP-conto's en PBX Configuratie: SIP Lijnen: SIP operator instellen.
Onder SIP operator kunt u de technische eigenschappen voor een bepaalde SIP-
operator instellen, bijvoorbeeld de IP-adressen voor de registrar en de STUN-
server. Onder SIP-conto's stelt u de aanmeldinformatie voor een bestaand SIP-
conto in, bijvoorbeeld gebruikersnaam, paswoord, toegewezen oproepnummer
en het maximale aantal gespreksverbindingen dat tegelijkertijd mogelijk is.
112
SIP-telefonie