Teamfuncties
Mulder
10
LT 10: Support 1
11
LT 11: Support 2
12
LT 12: Support 3
13
LT 13: Support 4
14
LT 14: Support 5
15
LT 15: Hotline 1
LT 16: Hotline 2
16
TT 20: Support 6
TT 25: Hotline 3
Meijer
20
LT 20: Support 6
21
LT 21: Support 7
22
LT 22: Support 8
23
LT 23: Support 9
24
LT 24: Support 10
25
LT 25: Hotline 3
26
LT 26: Hotline 4
TT 10: Support 1
TT 15: Hotline 1
Voorbeeld: makelaarteam
Lijntoewijzing
Aan elke teamgenoot zijn zeven oproepnummers toegewezen die elk als lijntoets
zijn geprogrammeerd (LT 10 t/m LT 16 en LT 20 t/m 26). Op deze lijntoetsen zijn
voor elk lid zowel support-nummers als ook hotline-nummers geprogrammeerd.
Het telkens eerste support-nummer en het eerste hotline-nummer is bij het
andere teamlid als teamtoets geprogrammeerd, b.v. LT 10 en LT 15 aan telefoon
Mulder als TT 10 en TT 15 op telefoon Meijer. Er wordt van uitgegaan dat bij ieders
eerste oproepnummer de meeste oproepen binnenkomen en dat de afzonderlijke
medewerkers minder worden belast als die oproepen ook door een andere team-
genoot kunnen worden aangenomen.
Op elke telefoon kan worden omgeschakeld tussen de oproepen op de afzonder-
lijke lijnen, b.v. LT 10 en LT 11, door op de betreffende toets te drukken (makelen).
Elke verbinding op een lijntoets kan via de R-toets aan een willekeurige deelnemer
worden doorverbonden. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Ruggespraak,
158
14:22
Wo.14.feb.01
14:22
Wo.14.feb.01
Toepassingsvoorbeelden