Voice over IP (VoIP)
VoIP-systeemtelefoons
TFTP server IP address en TFTP server filename: Geef het IP-adres en de vol-
ledige bestandsnaam voor de besturingssoftware van de VoIP-systeemtelefoon op
(zie tabel op pagina 120). Bij de OpenCom X320 is dat altijd het IP-adres van het
communicatiesysteem.
Registration IP address en Registration port: Hier voert u over het algemeen het
IP-adres van de OpenCom X320 en het poortnummer 8100 in.
Default gateway: Klik op de opdracht Add parameter om dit optionele
invoerveld weer te geven. Geef vervolgens het IP-adres van de router ("Default
Gateway") op. Klik op de verwijder-knop om de optionele parameter te verwij-
deren.
SYSLOGD: Voor het maken van een protocol kunnen er berichten van de VoIP-sys-
teemtelefoonnaar een syslog-server worden verzonden. Schakel de optie yes in
en configureer de instellingen SYSLOGD IP address en SYSLOGD port om deze
functie in te schakelen.
VLAN: Om de overdrachtsveiligheid te verbeteren of veiligheidsrichtlijnen te
implementeren kunnen pc-dataoverdracht en VoIP-dataoverdracht met deze
techniek van elkaar worden gescheiden. Schakel de optie yes in en geef de
gewenste IP Phone VLAN ID voor de VoIP-dataoverdracht op. Geef een waarde
van 1-4094 op. Via de pc-aansluiting van de VoIP-systeemtelefoon worden
gegevens altijd zonder VLAN-tags verzonden. Als u bij PC traffic tagged on LAN
interface de optie yes inschakelt, worden de pc-gegevens pc-gegevens bij de
LAN-aansluiting voorzien van een PC VLAN ID. De VoIP-systeemtelefoon moet
opnieuw worden gestart om de wijziging van de VLAN-instellingen van kracht te
laten worden.
124