Praesideo 3,5 | Installatie- en gebruikershandleiding (IUI) | EN54-16: 2008
Bepaling / Eis
a
all mandatory indications shall be visible
at access level 1 without prior manual
intervention (e.g. the need to open a
door);
b
manual controls at access level 1 shall be
accessible without special procedures;
c
indications and manual controls that are
mandatory at access level 1 shall also be
accessible at access level 2;
d
entry to access level 2 shall be restricted
by a special procedure;
e
entry to access level 3 shall be restricted
by a special procedure, differing from
that for access level 2;
f
the entry to access level 4 shall be
restricted by special means which are not
part of the VACIE.
NOTE - Further access levels are permitted
provided that they are distinct from the
access levels described in this standard.
13.7 Indications by means of light-
emitting indicators
13.7. 1 Mandatory indications from light
emitting indicators shall be visible in an
ambient light intensity up to 500 lux, at any
angle up to 22.5° from a line through the
indicator perpendicular to its mounting
surface
•
at 3 m distance for the general
indications of functional condition,
•
at 3 m distance for the indication of
the supply of power, and
•
at 0.8 m distance for other
indications.
13.7.2 If flashing indications are used, both
the on period and the off period shall be
greater than or equal to 0.25 s, and the
frequencies of flash shall not be less than
•
1 Hz for voice alarm indications, and
•
0.2 Hz for fault indications.
13.7.3 If the same light emitting indicators are
used for the indication of specific faults and
disablements, fault indications shall be
flashing and disablement indications shall be
steady.
13.8 Indications on alphanumeric displays
13.8.1 If an alphanumeric display consists of
elements or segments, the failure of one of
these shall not affect the interpretation of the
displayed information.
13.8.2 If an alphanumeric display is used to
display mandatory indications, it shall be
clear and unambiguous.
Bosch Security Systems | 2011-02
Conformiteit
Op toegangsniveau 1 dienen alle controlelampjes van het Praesideo-
systeem zichtbaar te zijn. De installateur dient te zorgen voor correcte
implementatie van deze eis.
Handmatige bedieningselementen van het Praesideo-systeem op
toegangsniveau 1 zijn zonder speciale procedures toegankelijk.
Alle indicatoren van Praesideo (LED's, toestellen aangesloten op
uitgangscontacten, Front Panel Display) en handmatige
bedieningselementen (ingangscontacten, oproepposttoetsen, Front
Panel Menu's) die toegankelijk zijn op toegangsniveau 1 zijn ook
toegankelijk op toegangsniveau 2.
Toegang op toegangsniveau 2 is beperkt door een speciale procedure;
zie bepaling 13.6, toegangsniveau 2 voor een nadere beschrijving.
Toegang op toegangsniveau 3 is beperkt door een speciale procedure;
zie bepaling 13.6, toegangsniveau 3 voor een nadere beschrijving. Een
correcte configuratie en installatie (fysieke toegangsregeling) zorgt
ervoor dat de speciale procedure afwijkt van die van toegangsniveau 2.
TDe systeembeheerder dient gebruikers van het type 'user' voor
toegangsniveau 2 te bepalen en gebruikers van het type 'installer' voor
toegangsniveau 3. De installateur dient ervoor te zorgen dat de fysieke
toegangsprocedure verschilt van die van de fysieke toegangsprocedure
voor toegangsniveau .
Toegang op toegangsniveau 4 is beperkt door middel van het gebruik
van de File Transfer Application (FTA); zie bepaling 13.6, toegangsniveau
4 voor een nadere beschrijving. Deze FTA wordt alleen gebruikt voor
functies op toegangsniveau 4 en vormt daarom geen onderdeel van de
dagelijkse werking/configuratie van het Praesideo-systeem.
Praesideo is conform.
Alle licht gevende indicatoren van het Praesideo-systeem voldoen aan
deze eis. Wanneer externe licht-gevende indicatoren geïnstalleerd
worden, zoals LED's aangesloten op een oproeppostset, of licht-
gevende indicatoren aangesloten op uitgangscontacten, dient de
installateur indicatoren te gebruiken die aan deze eis voldoen.
De Voice Alarm-indicator knippert niet; hij brandt op beide oproepposten
en op uitgangscontacten constant.
De storingsindicator op een oproeppost knippert met een frequentie van
2 Hz (aan-en-uit-periodes van 0,25 s) wanneer er een storing is in het
systeem, en constant wanneer er een storing is in de oproeppost zelf. De
storingsindicator op de uitgangscontacten brandt altijd constant.
Disabled-indicatie is niet beschikbaar in het Praesideo-systeem, daar
Praesideo de optionele stand Disabled niet ondersteunt.
Praesideo is conform.
De elementen van het Praesideo-systeem hebben allemaal een
alfanumeriek display met een dot matrix LCD. Als een enkele dot op een
dergelijk display niet werkt, zal dit de interpretatie van de getoonde
informatie niet beïnvloeden.
Het display van de netwerkcontroller wordt gebruikt om de verplichte
indicaties weer te geven. Indicatie van de Voice Alarm-stand wordt
gegeven door middel van de tekst 'Nood' en de naam van de toets die
de Voice Alarm-stand heeft geactiveerd. Indicatie van de
storingswaarschuwingsstand wordt gegeven door middel van de tekst
'Storingen' en een indicatie van het aantal actieve storingen in het
systeem. Afzonderlijke storingen worden met nadere gegevens in een
menustructuur getoond.
nl | 51
Handtekening