Download Print deze pagina

Bosch Praesideo 3.5 Installatie- En Gebruikershandleiding pagina 122

Advertenties

Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 3 | Besturingsapparatuur
7.2
Bedieningsonderdelen en
connectors
7.2.1
Vooraanzicht
De voorzijde van de CobraNet-interface (zie figuur 7.2)
bevat de volgende onderdelen:
1 Menudisplay - Een LCD-display voor 2x16 tekens
geeft informatie over de CobraNet-interface
(zie paragraaf 7.7).
2 Menuknop - Een draai-en-drukknop om het menu te
gebruiken (zie paragraaf 7.7).
3 Uitgang voor bewakingskoptelefoon - Een
koptelefoonaansluiting van 3,5 mm voor bewaking van
het geluid.
7.3
Achteraanzicht
De achterzijde van de CobraNet-interface (zie figuur 7.2)
bevat de volgende onderdelen:
4 Systeembus - Twee systeembusconnectors om de
CobraNet-interface op andere Praesideo-apparatuur aan
te sluiten (zie paragraaf 7.4.2).
5 CobraNet-interface - Twee RJ45 aansluitingen voor
aansluiting van de CobraNet-interface op het CobraNet-
netwerk (zie paragraaf 7.4.3).
6 Besturingsingangen - De besturingsingangen
kunnen worden gebruikt om signalen te ontvangen van
externe apparatuur die het Praesideo-systeem tot
bepaalde acties moet aanzetten (zie paragraaf 7.4.4).
7 Besturingsuitgangen - De besturingsuitgangen
kunnen worden gebruikt om door het Praesideo-systeem
gegenereerde signalen naar externe apparatuur te sturen
om die tot bepaalde acties aan te zetten
(zie paragraaf 7.4.5).
Bosch Security Systems | 2011-02
7.4
Aansluitingen
7.4.1
Inleiding
Dit gedeelte bevat een overzicht van de
aansluitmogelijkheden van de CobraNet-interface.
Het Praesideo-netwerk aansluiten (zie paragraaf 7.4.2).
Het CobraNet-netwerk aansluiten (zie paragraaf 7.4.3).
Besturingsingangen aansluiten (zie paragraaf 7.4.4).
Besturingsuitgangen aansluiten (zie paragraaf 7.4.5).
7.4.2
Het Praesideo-netwerk
aansluiten
Sluit de CobraNet-interface op het Praesideo-systeem aan
met behulp van de systeembusconnectors en LBB4416-
netwerkkabels. Beide connectors zijn onderling
verwisselbaar.
Deze unit wordt via de Praesideo-systeembus gevoed door
de netwerkcontroller.
7.4.3
Het CobraNet-netwerk
aansluiten
Sluit de CobraNet-interface met behulp van de Ethernet-
connectors en CAT-5 Ethernet-kabels op het CobraNet-
netwerk aan. Gebruik één CAT-5-aansluiting voor een
normale Ethernet-aansluiting of twee voor een redundante
aansluiting. Ethernet ondersteunt redundante aansluitingen
tussen schakelaars met behulp van zelfherstellende
topologieën. Iedere aansluiting heeft twee indicatielampjes:
Het rechter indicatielampje brandt constant groen bij
Ethernet-verbinding en knippert groen bij Ethernet-
activiteit.
Het linker indicatielampje brandt geel op de poort die in
gebruik is en knippert geel op de poort die in gebruik is
als de interface de geleider is.
nl | 122

Advertenties

loading