Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 11 | Optionele Software
59.5.4.8 Achtergrondmuziekkanalen configureren
Dit onderdeel configureert de achtergrondmuziekkanalen
die vanuit de PC Call Station Clients kunnen worden
geselecteerd.
figuur 59.13: Achtergrondmuziekkanalen configureren
Gebruik de pictogrammen Add new en Delete om nieuwe
achtergrondmuziekkanalen te maken en deze een unieke
naam ter verwijzing te geven. De naam verschijnt op de
selectieknoppen voor de achtergrondmuziek van de PC Call
Station Client. In dit configuratievenster verschijnt de naam
ook in een kopie van het schermpictogram, zodat u kunt
controleren of de tekst past.
Gebruik de knop Select om de Praesideo
achtergrondmuziekkanalen als bronnen op verschillende
netwerkcontrollers aan dit kanaal toe te wijzen.
Achtergrondmuziek wordt niet via de geconfigureerde
onderlinge verbindingen tussen netwerkcontrollers
overgedragen, dus in ieder subsysteem met een eigen
netwerkcontroller moet een enkele audio-ingang voor dat
achtergrondmuziekkanaal op die netwerkcontroller worden
toegewezen en geconfigureerd. Omdat
achtergrondmuziekkanalen standaard vast en niet
dynamisch zijn, is het mogelijk om vaste onderlinge
verbindingen via XLR-kabels tussen subsystemen voor
overdracht van achtergrondmuziek te gebruiken of om
CobraNet-interfaces voor dit doel te gebruiken. Deze
verbindingen worden vervolgens zoals gewoonlijk in
Praesideo via de configuratiewebpagina's geconfigureerd.
Bosch Security Systems | 2011-02
59.5.4.9 Configure PC Call Station Client Users...
Dit onderdeel configureert de rechten voor alle gebruikers
van de PC Call Station Client van het systeem.
figuur 59.14: Configure PC Call Station Client users
Gebruik de pictogrammen Add new, Delete en Copy to new
om nieuwe gebruikers aan te maken en geef ze een unieke
naam als verwijzing. Deze naam wordt door de gebruiker
gebruikt om zich aan te melden bij een
PC Call Station Client. U kunt voor elke gebruiker een
wachtwoord maken. Hier kunt u het gedrag voor de knop
Start voor iedere gebruiker afzonderlijk configureren.
De mogelijkheden zijn:
•
Omschakelen met afbreken bij opnieuw indrukken
•
Omschakelen zonder afbreken bij opnieuw indrukken
•
Tijdelijk met afbreken bij opnieuw indrukken
•
Tijdelijk zonder afbreken bij opnieuw indrukken
Merk op dat voor het omschakelen de toets wordt
geactiveerd als de muisknop omhoog gaat (wordt
losgelaten). Bij tijdelijke activiteiten wordt de toets
geactiveerd bij het neergaan van de muisknop (klik met de
muis) en het omhoog gaan van de muisknop.
Voor iedere gebruiker kan een lijst van vooraf vastgestelde
oproepen en indelingen uit de lijst van aangemaakte
vastgestelde oproepen en indelingen worden geselecteerd.
Op deze manier kunnen sommige gebruikers meer keuze
mogelijkheden dan andere gebruikers krijgen. Klik op Select
om het selectievenster voor vooraf vastgestelde oproepen te
openen, zodat u vooraf vastgestelde oproepen kunt
selecteren. Gebruik hiervoor de knoppen Add en Remove,
of sleep items vanuit de lijst met beschikbare oproepen naar
de lijst met geselecteerde oproepen. De volgorde van de
geselecteerde vooraf vastgestelde oproepen in de lijst is
bepalend voor de volgorde waarin de oproepen worden
weergegeven in het scherm van de PC Call Station Client.
U kunt de volgorde wijzigen door vooraf vastgestelde
oproepen in de rechterkolom met de muis te verslepen naar
een andere positie.
In de lijst met voorgedefinieerde oproepen kunt u Default
call selecteren of <none>. De standaardoproep wordt
nl | 468