Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 11 | Optionele Software
gezorgd dat de sample-snelheid en de latentie van deze
variabele overeenkomen met de waarde
modeRateControl. De sample-grootte is doorgaans
hetzelfde voor alle kanalen in een bundel, dus kunt u de
optie All Same inschakelen om dezelfde waarde toe te
wijzen aan alle kanalen.
SubCount
•
Deze variabele kan worden gebruikt om het aantal
kanalen te beperken dat in de bundel wordt verzonden.
De standaardwaarde is 8, maar elke waarde van 0 tot en
met 8 kan worden ingesteld om indien gewenst het
gebruik van de bandbreedte te minimaliseren.
UnicastMode
•
Deze waarde kan worden gebruikt om de normale
enkelvoudige versus de meervoudige implicaties van het
toegewezen bundelnummer te overschrijven of wijzigen.
De gebruikelijke standaardwaarde is Never Multicast.
De beschikbare opties zijn:
•
Always Multicast
Alle bundels worden meervoudig verzonden,
ongeacht het bundelnummer.
Multicast over 1
•
Als er meer dan één ontvanger is ingesteld voor de
ontvangst van deze bundel, wordt deze meervoudig,
anders enkelvoudig.
•
Multicast over 2
Als er meer dan twee ontvangers zijn ingesteld voor
de ontvangst van deze bundel, wordt deze
meervoudig, anders enkelvoudig of samengesteld
enkelvoudig.
•
Multicast over 3
Als er meer dan drie ontvangers zijn ingesteld voor
de ontvangst van deze bundel, wordt deze
meervoudig, anders enkelvoudig of samengesteld
enkelvoudig.
•
Multicast over 4
Als er meer dan vier ontvangers zijn ingesteld voor
de ontvangst van deze bundel, wordt deze
meervoudig, anders enkelvoudig of samengesteld
enkelvoudig.
•
Never Multicast
Er wordt slechts een enkele bundel enkelvoudig
verzonden.
MaxUnicast
•
Deze waarde kan worden ingesteld om het aantal
samengestelde enkelvoudige bundels in te stellen dat
door deze zender wordt verzonden.
De standaardinstelling voor deze waarde is 1 en de
toegestane waarden zijn 1 tot en met 4.
Bosch Security Systems | 2011-02
55.10.4 Receiver Configuration
Het dialoogvenster Receiver Configuration kan vanuit het
hoofdvenster Configuration worden geopend door een regel
met ontvangerinformatie te markeren en vervolgens op de
knop Configure te klikken of door te dubbelklikken op de
regel met ontvangerinformatie.
figuur 55.7: Dialoogvenster Receiver Configuration
Dit dialoogvenster Receiver Configuration biedt toegang tot
de nuttigste configuratievariabelen voor een ontvanger.
Raadpleeg de CobraNet Programmer's Reference Manual
voor uitgebreidere informatie over de betekenis en het
gebruik van deze variabelen.
Bundle
•
Hier kunt u een bundelnummer toewijzen aan deze
ontvanger.
SubMap
•
Hier wordt het kanaal voor het audio-traject gedefinieerd
dat wordt toegewezen aan een audiokanaal binnen de
bundel. De ontvangerkanalen 1 t/m 4 van de Praesideo
CobraNet-interface komen overeen met de
SubMap-nummers 33 t/m 36.
SubFormat
•
Status: alleen-lezen. Hier wordt de status getoond van de
audio die in een bundel wordt ontvangen. Hier wordt
Not Receiving weergegeven of worden de huidige
sample-snelheid, sample-grootte en verzendlatentie van
de ontvangen audio getoond. De gekleurde vierkantjes
rechts van rxSubFormat geven verdere informatie over
de status.
Groen
•
Hiermee wordt aangegeven dat er audio wordt
ontvangen en correct wordt gedecodeerd.
•
Zwart
Hiermee wordt aangegeven dat er geen audio wordt
ontvangen op dit kanaal.
nl | 445