Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 4 | Versterkers
De luidsprekerlijnen kunnen op drie verschillende
manieren worden aangesloten, afhankelijk van het
bewakingsniveau en de vereiste redundantie.
Sluit als luidsprekerlijnen A en B zich in hetzelfde gebied
bevinden de luidsprekerlijnen aan zoals aangegeven in
figuur figuur 10.8.
Spare In
Pilot
figuur 10.8: Uitgangen A en B in hetzelfde gebied
Deze methode heeft volledige bewaking en redundantie. De
relais A en B zijn doorgaans gesloten en bewakingskaarten
(zie paragrafen 12.2.2 en 12.2.3, aangegeven met EOL)
worden op beide groepen A en B aangesloten.
•
In geval van overbelasting van een versterker regelt de
multi-kanaalinterface de relais A en B om de
overbelasting te isoleren en de andere groep werkende
te houden.
•
Als de bewakingskaarten in één van de groepen een
lijnstoring detecteren, wordt de betreffende groep
uitgeschakeld. Een storing voor groep A of groep B
wordt gegenereerd.
Sluit als luidsprekerlijnen A en B zich op verschillende
locaties bevinden de luidsprekerlijnen aan zoals aangegeven
in figuur figuur 10.9.
Spare In
Pilot
figuur 10.9: Uitgangen A en B in aparte gebieden
Bosch Security Systems | 2011-02
EOL
A
B
EOL
EOL
A
B
EOL
Deze methode kent geen redundantie. De relais A en B zijn
beiden doorgaans gesloten.
•
Als de bewakingskaarten in één van de groepen een
lijnstoring detecteren, blijft de groep ingeschakeld.
•
Alleen bij detectie van overbelasting wordt de
betreffende groep uitgeschakeld. Een storing wordt
gegenereerd.
Sluit als luidsprekerlijnen A en B een klasse A lus vormen
de luidsprekerlijnen aan zoals aangegeven in figuur 10.10.
Spare In
Pilot
figuur 10. 1 0: Klasse A lus van uitgang A naar B
De A- en B-uitgangen maken beiden gebruik van dezelfde
luidsprekergroep. Het A-relais is doorgaans gesloten en het
B-relais is doorgaans open.
•
Als de bewakingskaart (EOL) een lijnstoring detecteert,
sluit relais B en wordt een storing gegenereerd om de
omschakeling aan te geven.
•
In geval van een gebroken kabel levert de A-uitgang
voeding aan alle luidsprekers die voor de breuk zitten en
de B-uitgang aan alle luidsprekers aan de andere kant
van de breuk.
•
Als de lijnstoring wordt veroorzaakt door kortsluiting of
overbelasting, genereert de versterker een storing.
nl | 174
A
B
EOL