Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 11 | Optionele Software
56.7.4 Database
56.7.4. 1
Overzicht
In de tab Database (zie figuur 56.12) kunnen de
eigenschappen van de registratiedatabase worden
gedefinieerd.
figuur 56. 1 2: Tab Database
56.7.4.2 Recente gebeurtenissen
Gebruik het blok Recent events om het aantal gebeurtenissen
dat in de Logging Viewer wordt weergegeven te definiëren
(zie paragraaf 57.6.2.3).
56.7.4.3 Databasebestand
Gebruik de besturingselementen in het blok Database file om
het volgende te definiëren:
•
De locatie van de registratiedatabase. Deze kan in het
bovenste tekstvenster worden ingevoerd.
Opmerking
Alleen voor specialisten: de registratiedatabase is
een Microsoft® Access-bestand dat ook via
Microsoft® Access kan worden geopend. Als om
één of andere reden de database defect raakt en
de Logging Server de database niet meer kan
openen, kan de database via Microsoft® Access
worden gerepareerd.
Sluit de Logging Server applicatie.
Open de database met Microsoft® Access.
Selecteer: Tools > Database utilities > Compact
and Repair database.
•
De kritieke omvang van de registratiedatabase. Als de
kritieke omvang wordt bereikt, geeft de Logging Server het
volgende bericht weer (zie paragraaf 56.5.2):
The Logging Server database has reached its critical size. Please
decrease the logging expiration periods.
Bosch Security Systems | 2011-02
U kunt een reservekopie van de registratiedatabase maken
(zelfs als de Logging Server draait). Bij het maken van een
reservekopie van een draaiende logserver wordt
aangeraden om hiervoor een moment te kiezen waarop
weinig gebeurtenissen worden verwacht (d.w.z. als er bijna
geen lopende oproepen zijn). Gebeurtenissen die zich
tijdens het maken van de reservekopie voordoen, worden
niet naar de registrerende database gekopieerd.
Gebeurtenissen die zich tijdens het maken van de
reservekopie hebben voorgedaan kunnen echter wel
worden bekeken met de standaard Windows Event Viewer
(Start > Settings > Control Panel > Administrative Tools > Event
Viewer).
56.7.4.4 Opschoongebeurtenissen
Gebruik de besturingselementen in het blok Flush events om
gebeurtenissen uit de registratiedatabase op te schonen.
Ga als volgt te werk:
1 Markeer als de storingsgebeurtenissen uit de logdatabase
moeten worden gewist het aankruisvakje Fault events.
2 Markeer als de algemene gebeurtenissen uit de
logdatabase moeten worden gewist het aankruisvakje
General events.
3 Markeer als de oproepgebeurtenissen uit de logdatabase
moeten worden gewist het aankruisvakje Call events.
4 Klik op de knop Flush now om de geselecteerde soorten
gebeurtenissen uit de registratiedatabase op te schonen.
•
Als het veld Move expired events to overflow file van het
geselecteerde type gebeurtenissen op het tabblad
Logging Expiration (zie paragraaf 56.7.3) is
gemarkeerd, wordt het geselecteerde type
gebeurtenissen naar een overloopbestand verplaatst .
•
Als het veld Move expired events to overflow file van het
geselecteerde type gebeurtenissen op het tabblad
Logging Expiration (zie paragraaf 56.7.3) niet is
gemarkeerd, wordt het geselecteerde type
gebeurtenissen uit de database verwijderd.
Opmerking
Als de database wordt opgeschoond en de
Logging Server weer wordt opgestart, is de
database gevuld met de gebeurtenissen die uit de
actieve netwerkcontrollers zijn opgehaald. Iedere
actieve netwerkcontroller houdt een interne lijst van
maximaal 200 gebeurtenissen van ieder type bij.
Gebruik de applicatie File Transfer om de interne
lijst te wissen (zie paragraaf 36.6).
nl | 454