Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 9 | Systeemconfiguratie
Opmerking
Geluidsverwerkingsparameters worden
onmiddellijk gewijzigd als op de knop Submit
Equalizer op de pagina's Audio Processing wordt
geklikt. Bedenk dat hoewel de veranderingen wel
hoorbaar zijn, ze niet automatisch zijn opgeslagen.
Als u de wijzigingen niet opslaat, gaan ze verloren
bij het resetten van de netwerkcontroller.
40.4.6 Toegestane tekens
Gebruik bij het invoeren van namen voor units, ingangen,
uitgangen, berichten, zones, zonegroepen enz. alleen de
volgende tekens:
•
letters: A tot en met Z en a tot en met z
•
cijfers: 0 tot 9
•
speciaal: # . ( ) [ ] _ - + : en <spatie>
Opmerking
Alle overige tekens zijn niet toegestaan.
40.4.7 Unieke namen
Zorg bij het invoeren van namen voor units, ingangen,
uitgangen, berichten, zones, zonegroepen enz. dat alle
ingevoerde namen uniek zijn. Het is niet toegestaan om
dezelfde naam voor meerdere onderdelen te gebruiken.
De naam moet niet alleen uniek zijn binnen een groep
onderdelen (zoals unitnamen), maar ook binnen de gehele
systeemconfiguratie (bijv. zonegroepen moeten andere
namen hebben dan zones). Namen die niet uniek zijn
veroorzaken inconsistenties in de configuratiedatabase.
Op hun beurt kunnen deze inconsistenties leiden tot
onvoorspelbaar gedrag van het systeem.
40.4.8 Aanvangswaarden
Als de waarde van een parameter van een
configuratieonderdeel <None>is, heeft de parameter nog
geen waarde. Bijvoorbeeld, als de pagina Action programming
van een toets Call macro voor de eerste keer wordt geopend
(zie paragraaf 47.3.7), is de waarde van het veld Call macro
<None>.
Als de waarde van een parameter van een
configuratieonderdeel <Default>is, is de parameter op de
standaardwaarde ingesteld. Bijvoorbeeld, als de
audio-ingang van een oproepmacro (zie paragraaf 46.2)
<Default>is, is de geconfigureerde audio-ingang de
microfoon van het oproepstation dat de oproepmacro heeft
opgestart.
Bosch Security Systems | 2011-02
40.4.9 Wijzigingen ongedaan maken
De meeste pagina's van het deel Configure hebben een knop
Cancel. Wanneer u op de knop Cancel klikt, worden alle op
die pagina aangebrachte wijzigingen geannuleerd.
Opmerking
Start om alle wijzigingen ongedaan te maken de
netwerkcontroller opnieuw op zonder de wijzingen
op te slaan.
40.4.10 Geactiveerde onderdelen
Configuratieonderdelen kunnen via het aankruisvakje
worden geactiveerd en geïnactiveerd. Bij activering van een
configuratieonderdeel kan het systeem een
storinggebeurtenis genereren als zich een storing voordoet.
Als een configuratieonderdeel wordt geïnactiveerd, kan het
systeem in geval van een storing geen storingsgebeurtenis
genereren. De webinterface zet geïnactiveerde
configuratieonderdelen tussen haakjes in keuzelijsten.
Bijvoorbeeld, het geïnactiveerde configuratieonderdeel
AudioIn01 wordt in keuzelijsten weergegeven als
(AudioIn01).
40.4.11 Onderdelen verwijderen
Als een configuratieonderdeel wordt verwijderd, worden
alle configuratieonderdelen die met het verwijderde
configuratieonderdeel verband houden ook verwijderd.
Bijvoorbeeld, als een vermogenversterker uit de
systeemdefinitie wordt verwijderd (zie paragraaf 42.4),
maken alle audio-uitgangen van de vermogenversterker niet
langer deel uit van de configuratie.
40.4.12 Audio-ingangen of -uitgangen
Audio-ingangen en –uitgangen mogen niet voor meer dan
één doeleinde worden gebruikt, omdat dit inconsistenties in
de configuratiedatabase kan veroorzaken. Op hun beurt
kunnen deze inconsistenties leiden tot onvoorspelbaar
gedrag van het systeem. Bijvoorbeeld:
•
Als een audio-ingang al onderdeel van een
oproepmacro is (zie paragraaf 46.2), kan de
audio-ingang niet ook in een achtergrondmuziekkanaal
worden gebruikt (zie paragraaf 45.5).
•
Audio-uitgangen kunnen slechts aan één zone worden
toegewezen.
40.4.13 Configuratie downloaden
De configuratiedatabase kan naar een PC worden
gedownload (zie paragraaf 56).
nl | 328