Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 9 | Systeemconfiguratie
50
Diagnose installeren
50. 1
Inleiding
Gebruik de pagina Installation in het deel Diagnose van de
webinterface (zie figuur 50.1) om de systeeminstallatie te
diagnosticeren.
figuur 50. 1 : Installatiepagina
50.2 Marge kabellengte
De marge voor de kabellengte kan worden gecontroleerd
als de netwerkcontroller hardwareversie 20.00 of hoger
heeft. Zoals wordt aangeduid in paragraaf 31.5, is de
maximale kabellengte voornamelijk afhankelijk van het
aantal nodes in het systeem. Voor een systeemlus is een
bepaalde maximale gegevensvertraging toegestaan voor een
juiste werking. Het grootste deel van de vertraging is de
propagatievertraging van de kabel, maar elke node
introduceert extra vertraging die enigszins afhangt van de
temperatuur van de unit. Een hogere unittemperatuur
veroorzaakt meer vertraging en verlaagt de maximale
kabellengte. De netwerkcontroller meet de
gegevensvertraging en berekent de resterende tijd. Deze
tijdmarge wordt vervolgens omgezet naar de marge voor
kabellengte, de kabellengte die aan het systeem kan worden
toegevoegd. Als gevolg van de afhankelijkheid van
temperatuur verandert deze marge afhankelijk van de
temperatuur en het aantal nodes in het systeem. Daarom
wordt een extra kwaliteitsindicatie gegeven: Safe, Critical of
Unstable. Bij Safe hoeft u niets te doen. Er is voldoende
Bosch Security Systems | 2011-02
marge. In de situatie Critical moet de marge worden
gecontroleerd bij de hoogste verwachte temperatuur om
zeker te weten dat er nog marge over is. In de situatie
Unstable moet het systeem worden verkleind door het
aantal nodes of de kabellengte te verminderen.
Wanneer een topologie met redundante lussen wordt
gebruikt, moet de kabellengte worden gecontroleerd nadat
de kortste verbinding tussen twee nodes is verwijderd. Dit is
de meest ongunstige situatie.
50.3 Aantal nodes
Het aantal aangesloten adresseerbare nodes kan worden
gecontroleerd als de netwerkcontroller hardwareversie
20.00 of hoger heeft. Zie tabel 31.2 voor het aantal nodes
per unit. Het maximumaantal nodes is 63.
50.4 Optisch netwerk
Ga voor het diagnosticeren van het optische netwerk als
volgt te werk:
1 Controleer de marge van het optische vermogen van
alle netwerkaansluitingen door het optische niveau naar
Half power te verlagen.
2 Controleer met verlaagd niveau op
storingsgebeurtenissen. Als er geen relevante storingen
aanwezig zijn, hervat dan de normale werking door de
netwerkcontroller opnieuw op te starten. Controleer
anders op kritieke aansluitingen.
Opmerking
Hoewel het mogelijk is om de normale werking te
hervatten door Full power te selecteren, wordt het
sterk aanbevolen om de netwerkcontroller opnieuw
op te starten. Indien de vermogensmarge bijna
kritiek is, mag de unit het commando Full power
niet meer accepteren.
nl | 409