Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 9 | Systeemconfiguratie
4 Klik op de knop OK om de versterker aan de lijst van in
het systeem aanwezige versterkers toe te voegen. In het
mainframe van de webinterface wordt een scherm
weergegeven zoals in figuur 42.7.
figuur 42.7: Vermogensversterker toevoegen, stap 4
5 Bij fysieke aanwezigheid kan de vermogensversterker
worden ingeschakeld door het aankruisvakje Enabled te
markeren.
6 Sla de wijzigingen op. Merk op dat uw wijzigingen pas
definitief worden als de configuratie wordt opgeslagen
(zie paragrafen 40.4.4 en 40.4.5).
42.4.2Een vermogensversterker
verwijderen
Ga voor het verwijderen van een vermogensversterker uit
de systeemconfiguratie als volgt te werk:
Opmerking
Het wordt niet aanbevolen om een unit te
verwijderen als de ingangen of uitgangen hiervan
worden gebruikt in, bijvoorbeeld, de pagina's Zone
& Amplifier of Action Programming. Bij het wissen
van een unit worden echter alle ingangen en
uitgangen hiervan uit de configuratie verwijderd
(bijv. uit macro's en zones).
1 Ga naar Configure > System definition > Power amplifier. In
het mainframe van de webinterface wordt een scherm
weergegeven zoals in figuur 42.8.
figuur 42.8: Vermogensversterker verwijderen, stap 1
Bosch Security Systems | 2011-02
2 Klik ergens in de rij van de versterker die u uit de
systeemdefinitie wilt verwijderen. De hele rij wordt
gemarkeerd (zie figuur 42.9).
figuur 42.9: Vermogensversterker verwijderen, stap 2
3 Klik op de knop Delete. In het mainframe van de
webinterface wordt een scherm weergegeven zoals in
figuur 42.10.
figuur 42. 1 0: Vermogensversterker verwijderen, stap 3
4 Klik op de knop OK om de versterker uit de
systeemdefinitie te verwijderen. Een pop-upvenster
vraagt om bevestiging.
5 Klik op de knop OK om te bevestigen. In het mainframe
van de webinterface wordt een scherm weergegeven
zoals in figuur 42.11. De verwijderde versterker is nu uit
de tabel verdwenen.
figuur 42. 1 1: Vermogensversterker verwijderen, stap 5
6 Sla de wijzigingen op. Merk op dat uw wijzigingen pas
definitief worden als de configuratie wordt opgeslagen
(zie paragrafen 40.4.4 en 40.4.5).
nl | 336