Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 11 | Optionele Software
55.3
Configuratie van
netwerkadapters
Netwerkadapters in privé- en bedrijfsnetwerken voor PC's
worden normaal gesproken geconfigureerd om automatisch
een IP-adres te verkrijgen van het netwerk waarop ze zijn
aangesloten. Deze adresservices worden doorgaans
verzorgd door een internet-gateway of een servercomputer
in het netwerk. Hoewel sommige geavanceerde
audionetwerken deze services mogelijk ook bieden, geldt dit
meestal niet voor een specifiek CobraNet-netwerk. Daarom
moet u in de meeste gevallen handmatig een IP-adres
toewijzen aan uw netwerkadapter.
55.3.1 IP-adressen toewijzen
Het is raadzaam om de volgende IP-adressen toe te wijzen
voor CobraNet-netwerken.
•
192.168.100.1 tot en met 192.168.100.199 -
CobraNet-apparaten (standaard-IP-adressen toegewezen
door CobraNet Discovery)
•
192.168.100.200 tot en met 192.168.100.219 -
Netwerkswitches en infrastructuur.
•
192.168.100.220 tot en met 192.168.100.254 - Computers
Als u de bovenstaande aanbevelingen opvolgt, wordt er een
ongebruikt IP-adres in het bereik 192.168.100.220 tot en
met 192.168.100.254 toegewezen aan uw computer. Zie ook
paragraaf 32.8 over de beperkingen van IP-adressen.
55.3.2 Handmatig een IP-adres
toewijzen
1 Open Network Connections vanuit Control Panel.
2 Klik met de rechtermuisknop op de Ethernet-adapter
die u wilt gebruiken voor het CobraNet-netwerk en
selecteer Properties.
3 Ga naar Internet Protocol (TCP/IP) in de lijst met services.
4 Klik op de knop Properties.
5 Selecteer Use the following IP address in het dialoogvenster
Internet Protocol (TCP/IP) Properties.
6 Typ IP Address.
7 Typ 255.255.255.0 voor Subnet mask.
8 Laat het veld Default gateway leeg.
9 De instellingen in de tweede helft van het dialoogvenster
zijn onbelangrijk voor de werking van Discovery. U kunt
de velden Preferred DNS server en Alternate DNS server leeg
laten.
10 Klik op OK in alle dialoogvensters om de instellingen op
te slaan. In Windows NT en 2000 moet u mogelijk de
computer opnieuw opstarten voordat de nieuwe
instellingen van kracht worden.
Bosch Security Systems | 2011-02
Opmerking
Als u op een later moment de instellingen weer wilt
herstellen naar automatische toewijzing, keert u
terug naar het dialoogvenster Internet Protocol
(TCP/IP) Properties en selecteert u Obtain and IP
address automatically.
55.4 Bediening
Zorg dat de PC waarop u CobraNet Discovery hebt
geïnstalleerd op het CobraNet-netwerk is aangesloten en
zich niet achter een firewall bevindt. Ga op de PC naar
Start> Programs> CobraNet Discovery > CobraNet Discovery.
Wanneer het programma wordt gestart, ziet u op de PC het
venster van CobraNet Discovery (zie figuur 55.1 voor een
voorbeeld). Er kan slechts één CobraNet
Discovery-programma tegelijkertijd actief zijn.
figuur 55. 1 : Hoofdvenster van CobraNet Discovery
Het Discovery-venster is een dynamische weergaven van de
apparaten die in het netwerk worden gevonden. Als er een
CobraNet-apparaat wordt toegevoegd aan het netwerk,
wordt dit apparaat toegevoegd aan de lijst. Als er een
apparaat wordt verwijderd uit het netwerk of wordt
uitgeschakeld, wordt de status ervan gewijzigd in offline,
maar blijft het apparaat in de lijst staan tot de weergave
handmatig wordt gereset met de bewerking Display Refresh
(F5) of tot applicatie opnieuw wordt gestart. Als Discovery
voor het eerst wordt gestart, wordt er nog geen geldig
IP-adres weergegeven voor de apparaten. U kunt het
formaat van de kolommen in het Discovery-venster
wijzigen door de scheidingslijnen van de kolommen in het
gebied met de kolomkoppen te verslepen. U kunt de
volgorde van kolommen wijzigen door de tekstgebieden in
het gebied met de kolomkoppen te verslepen.
Het Discovery-venster bevat de standaardkolommen
S (Status), MAC Address en IP Address, die altijd worden
weergegeven en niet kunnen worden verborgen of
verwijderd.
De informatie in deze kolommen wordt verkregen door de
communicatie in het netwerk op passieve wijze te bewaken.
nl | 438