Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 11 | Optionele Software
In figuur 60.3 ziet u de verschillende (standaard)weergaven
van de selectieknoppen voor vooraf vastgestelde oproepen.
Van boven naar onder: Algemene oproep inactief,
Algemene oproep geselecteerd, Algemene oproep actief,
Noodoproep inactief, Noodoproep geselecteerd,
Noodoproep actief, Noodoproep bevestigen, Noodoproep
resetten.
Zelfs als een geselecteerde oproep wordt geactiveerd, geeft
de bijbehorende knop nog steeds de geselecteerde status
weer, totdat u een andere knop selecteert. Dan wordt de
knop voor de duur van de oproep gewijzigd naar de actieve
status.
60.6.2.2Activeringsknoppen voor oproepen
figuur 60.4: Activeringsknoppen voor oproepen
In figuur 60.4 ziet u de verschillende (standaard)weergaven
van de activeringsknoppen op het besturingspaneel.
Van links naar rechts: Starten, Stoppen, Afbreken.
60.6.2.3Voortgangsbalk voor oproep
figuur 60.5: Voortgangspictogrammen voor oproep
In figuur 60.5 ziet u de verschillende
(standaard)voortgangspictogrammen voor een oproep. Van
links naar rechts: Begin- of eindtoon, Bericht(en), Directe
spraak. Deze pictogrammen worden weergegeven boven de
elementen van de voortgangsbalk om de gebruiker te
informeren over de fase van de oproep. Wanneer de
voortgangsbalk het pictogram Directe spraak bereikt, wordt
de microfoon ingeschakeld zodat de gebruiker een directe
mededeling kan doen.
figuur 60.6: Elementen van voortgangsbalk voor oproep
Bosch Security Systems | 2011-02
In figuur 60.6 ziet u de verschillende statussen die de
elementen van de voortgangsbalk voor een oproep kan
hebben. Van boven naar onder: Fase moet worden
overgeslagen, Fase moet worden uitgevoerd, Fase wordt
uitgevoerd, Fase voltooid.
Welke fase van een vooraf vastgestelde oproep wordt
overgeslagen, wordt gedefinieerd in de vooraf vastgestelde
oproep zelf, bijvoorbeeld wanneer deze wel of geen
berichten bevat; zie paragraaf 59.5.4.4.
Er kunnen meerdere oproepen zonder directe spraak
worden gestart en tegelijkertijd worden uitgevoerd. Door
een van de knoppen voor een actieve vooraf vastgestelde
oproep te selecteren, wordt de voortgangsbalk van die
geselecteerde oproep weergegeven.
60.6.2.4Zonestatuspictogrammen
Zones en zonegroepen worden in het zoneselectiepaneel
aangeduid met pictogrammen. De rand van een
zonepictogram geeft de selectiestatus van de zone aan,
terwijl de binnenkant de oproepstatus aangeeft. In lagen op
elkaar gestapelde exemplaren van een zonepictogram
worden gebruikt om een zonegroep aan te duiden, zie
figuur 60.7. De statusaanduidingen zijn hierbij hetzelfde als
voor een afzonderlijke zone. Het aantal lagen ligt vast en
geeft niet aan uit hoeveel zones de zonegroep bestaat.
figuur 60.7: Zone- en zonegroeppictogrammen
figuur 60.8: Geselecteerde zone
In figuur 60.8 ziet u hoe een zonepictogram op het scherm
wordt weergegeven nadat die (vrije) zone is geselecteerd
door de PC Call Station Client. De selectie wordt aangegeven
door een kleurwijziging van de selectierand.
Van links naar rechts: Niet geselecteerd, Geselecteerd voor
een algemene oproep, Geselecteerd voor een noodoproep.
figuur 60.9: Geen regeling van zone
In figuur 60.9 ziet u hoe een zonepictogram wordt gewijzigd
nadat die (vrije) zone is geselecteerd door de PC Call Station
Client en er geen regeling voor die zone mogelijk of
toegestaan is. Normaal gesproken gebeurt dit wanneer de
nl | 478