Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 7 | Installatie van de systeemhardware
voedingsstroom voor die versterker te verkrijgen, en
vervolgens vermenigvuldig met 24 uur om het vereist
accu-vermogen in Ah te verkrijgen voor die versterker
bij onbelast gebruik.
•
Voor EN54-16 systemen, is het gebruik van de
stroombesparingsfunctie van de versterker niet
toegestaan.
•
Tijdens noodoproepen wordt er dikwijls een alarmtoon
uitgezonden. De maximale sterkte van zo'n toon is -3dB.
Dit komt overeen met de helft van het nominale
uitgangsvermogen. Het stroomverbruik van de
versterkers bij -3dB wordt ook gespecificeerd in het
hoofdstuk met de technische gegevens. Delen door 48 V
en vermenvuldigen met 0,5 om het vereiste
accu-vermogen in Ah te verkrijgen voor die versterker,
voor een alarmtoon op maximaal niveau gedurende
30 minuten. Wanneer de versterker slechts deels wordt
belast, kan het accu-vermogen dienovereenkomstig
worden verminderd. Wanneer er directe of opgenomen
gesproken berichten worden gebruikt in plaats van
tonen, kan het vermogen weer gehalveerd worden,
omdat het nominale uitgangsniveau van spraak
doorgaans < -6dB is voor volledig uitgangsvermogen.
Wanneer een alarmtoon een bedrijfscyclus van minder
dan 100% heeft (d.w.z. een periode van stilte heeft) kan
het vermogen dienovereenkomstig worden verminderd.
Wanneer het uitgangsniveau onder het maximale
uitgangsniveau ligt, kan het vermogen ook
dienovereenkomstig worden verminderd.
•
Voor reserveversterkers kan alleen het onbelaste
stroomverbruik worden meegerekend.
•
Het stroomverbruik van alle units die worden
aangedreven door de networkcontroller staat vermeld in
paragraaf 33.2. Tel de waarden voor alle aangesloten
units op, deel dit door 48 V en vermenigvuldig dat met
24,5 uur om het vereiste accu-vermogen in Ah voor deze
units te verkrijgen.
•
Neem de som van alle berekende accuvermogens en
vermenigvuldig de uitkomst met 1,25, als
compensatiemarge voor verloren accu-vermogen door
veroudering van de accu's.
Om de kans om rekenfouten te verkleinen, wordt sterk
aangeraden om de Praesideo Vermogenscalculator te
gebruiken.
33.4 Voedingsbronnen
Standaard is de netwerkcontroller de enige voedingsbron in
het systeem. Iedere systeembusconnector aan de achterzijde
van de netwerkcontroller levert 55 Watt.
Bosch Security Systems | 2011-02
Opmerking
Als u een redundante ring creëert en geen extra
voedingen gebruikt, kunt u maximaal 55 Watt op de
netwerkcontroller aansluiten. Hierdoor kan -
wanneer er in een van de systeembusconnectors
van de netwerkcontroller een storing optreedt - de
andere systeembusconnector voor voldoende
voeding voor het hele netwerk zorgen.
Als er meer vermogen nodig is, kunnen externe voedingen
worden gebruikt. Op de volgende units kan een externe
voeding worden aangesloten:
•
PRS-NSP Netwerksplitter Een op een netwerksplitter
aangesloten externe voeding voedt alleen de
aftakkingen.
•
PRS-FIN(S), PRS-FINNA Vezelinterface Een op een
vezelinterface aangesloten externe voeding voedt alleen
de Praesideo-systeembus.
•
LBB4433/00 Oproepstationset. Een op een
oproepstationset aangesloten externe voeding voedt
alleen de oproepstationset.
•
PRS-CSI Oproepstationinterface Een op een
oproepstationinterface aangesloten externe voeding
voedt alleen de oproepstationinterface en als optie het
aangesloten oproepstation op afstand of de aangesloten
set voor het oproepstation op afstand.
•
PRS-CSR Oproepstation op afstand. Een op een
oproepstation op afstand aangesloten externe voeding
voedt alleen het oproepstation op afstand en als optie de
aangesloten oproepstationinterface.
•
PRS-CSRK Set voor oproepstation op afstand. Een op
een set voor een oproepstation op afstand aangesloten
externe voeding voedt alleen de set voor het
oproepstation op afstand en als optie de aangesloten
oproepstationinterface.
Het vermogen van een externe voeding wordt als volgt
berekend:
P
=
P = vermogen (W)
U = gelijkspanning (V)
I = gelijkstroom (A)
nl | 307
U I ⋅