Praesideo 3.5 | Installatie- en gebruikershandleiding | 9 | Systeemconfiguratie
44.4 Systeeminstellingen
Via de pagina System wide settings kunnen enkele algemene
systeemparameters worden ingesteld (zie figuur 44.11).
figuur 44. 1 1: Systeeminstellingen
•
Redundant ring network - Geeft aan of het
Praesideo-netwerk een redundante ring vormt (Yes) of
niet (No). Wanneer u deze optie op Yes zet, worden
kabelbreuken gemeld.
•
Bericht FLASH beschikbaar - Hiermee bepaalt u of
de netwerkcontroller een compacte flashcard bevat (Yes)
of niet (No). Als u deze optie op Yes zet, wordt de
beschikbaarheid van de flashcard bewaakt.
•
Toets time-out - Na deze tijd wordt de selectie die met
een oproepstation (op afstand) is gemaakt automatisch
opgeheven als de selectie niet is uitgevoerd. De key
timeout bepaalt ook de time-out voor vergrendeling van
de oproepstations als de oproepstations met een
cijfertoetsenpaneel worden gebruikt en de onderbreking
voor toegang is ingesteld (zie paragraaf 43.4.6).
•
Toegang toegestaan voor niet geconfigureerde
TCP/IP-apparaten - Geeft aan of TCP/IP-apparaten
die geen deel van de systeemdefinitie uitmaken wel (Yes)
of geen (No) toegang tot het systeem kunnen krijgen. Als
dit op No is ingesteld, moeten alle TCP/IP-apparaten die
het systeem binnenkomen aan de systeemdefinitie
worden toegevoegd (zie paragraaf 42.9).
•
Nieuwe tonenset activeren - Importeert een nieuwe
tonenset in de configuratie. SelecteerYes als het systeem
vanuit een vorige softwareversie is opgewaardeerd.
Nieuwe softwareversies bevatten tonen die niet in andere
versies beschikbaar zijn of tonen met verbeterde
tooneigenschappen. Nieuwe installaties zullen
automatisch van de nieuwe tonenset gebruikmaken.
•
Noodfunctie: inactiveert oproepen onder het
prioriteitsniveau - Dit schakelt oproepen met een
lagere prioriteit dan de opgegeven prioriteit uit als het
systeem in de noodfunctie werkt. Het systeem gaat bij
Bosch Security Systems | 2011-02
het starten van een noodoproep automatisch naar de
noodfunctie.
•
Reservevoedingsfunctie:
•
Inactiveert oproepen onder het
prioriteitsniveau - Dit schakelt achtergrondmuziek
en oproepen met een lagere prioriteit dan de opgegeven
prioriteit uit als het systeem op reservevoeding werkt.
Zet met behulp van de Back-up power mode het gehele
systeem in de reservevoedingsfunctie. Zie paragraaf
47.3.25. Individuele vermogensversterkers en
basisversterkers gaan naar de reservefunctie als de
netvoeding van het betreffende apparaat uitvalt. Dan
worden achtergrondmuziek en oproepen met een lagere
prioriteit dan de opgegeven prioriteit alleen naar
versterkers (zones) geleid die niet in de
reservevoedingsfunctie staan.
•
Versterkers naar standby overschakelen -
Stroombesparingsfunctie Als hier JA is geselecteerd,
worden de versterkers tijdens gebruik van de
reservevoeding op standby gezet. Bij een oproep met
een hoger prioriteitsniveau dan ingesteld in het veld
Oproepen onder het prioriteitsniveau
uitschakelen worden de vereiste versterkers
geactiveerd en wordt de oproep uitgezonden. De
Stroombesparingsfunctie beslaat de perioden waarin de
reservevoeding via de batterij de basis- en
vermogensversterkers kan voeden. De
Stroombesparingsfunctie is alleen beschikbaar tijdens
gebruik van de reservevoeding.
Opmerking
Als de Stroombesparingsfunctie is ingesteld, gaat
een reserveversterker die niet in gebruik is naar de
Stroombesparingsfunctie. Een hoofd- of
reserveversterker die in de
Stroombesparingsfunctie staat, wordt niet bewaakt
en storingen worden niet gerapporteerd.
Eventuele storingen die zich voordoen vanuit de
Stroombesparingsfunctie zijn secundaire storingen,
terwijl uitval van het elektriciteitsnet de primaire
storing is. In de meeste gevallen is het toegestaan
om secundaire storingen niet te rapporteren.
•
Release call station fault indicator after - De gele
voeding/storing-LED (zie tabel 15.1) wordt vrijgegeven
nadat een storing is erkend of gereset. Een storing hoeft
niet te worden verholpen alvorens deze te bevestigen.
•
Reactivate silenced fault alarm buzzer - Er kan
een timeoutperiode worden geconfigureerd waarna een
storingsalarmzoemer weer wordt geactiveerd wanneer
de storingen zijn erkend, maar nog niet zijn opgelost en
gereset.
nl | 373