Starten en rijden
• Overtuig
u
ervan
onderhoudsinspecties zijn verricht in overeenstemming
met het deel "Onderhoud en service - inspectie door de
eigenaar".
• Controleer of de stoel in de juiste positie staat.
• Controleer of alle achteruitkijkspiegels goed zijn afgesteld.
• Controleer of alle verlichting, signaleringssystemen en
waarschuwingslampjes normaal werken.
• Controleer of alle inzittenden hun veiligheidsgordel goed
hebben omgedaan.
Zet de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) en controleer
of alle waarschuwingslampjes en meters normaal werken. (Zie
"Waarschuwings- en controlelampjes" in het deel "Voordat u
gaat rijden").
Lees eerst het deel "Voordat u gaat rijden" in dit
instructieboekje en zorg dat u uw voertuig en de uitrustingen
ervan goed begrijpt voordat u dit deel doorleest.
92
Starten en rijden
dat
alle
dagelijkse/wekelijkse
Let op
Contactschakelaar
Starten zonder sleutel
Opmerking: Het voertuig is uitgerust met een start-
stopknop.
Om
het
voertuig
afstandsbedieningssleutel met PEPS in het voertuig
aanwezig zijn. De contactschakelaar in de stand "ON"
(AAN) het rempedaal moet worden ingedrukt om de
schakelhendel uit de stand P te kunnen halen.
ACC - rood lampje
• Start niet
Als de motor niet wil starten, schakelt de contactschakelaar
in stand ACC (neutraalstand) of "OFF" (UIT) (stand P).
• Abnormaal parkeren
Wanneer de aandrijfmotor draait en de schakelhendel niet in
de stand P staat, schakelt de contactschakelaar naar ACC
wanneer deze knop wordt ingedrukt.
• Nooduitschakeling
te
starten,
moet
de