ABS (antiblokkeerremsysteem)
Het ABS voorkomt dat de wielen blokkeren wanneer er in
een noodsituatie hard wordt geremd, zodat u de macht
over het stuur kunt behouden. Daarvoor is geen speciale
stuurmanskunst nodig.
Bij normaal remmen (wanneer de banden voldoende grip
hebben en de wielen niet blokkeren), wordt het ABS niet
geactiveerd.
Een
integraal
onderdeel
elektronische
remverdeling
Distribution), een functie die de remkracht op de achterwielen
optimaliseert bij volledige belasting.
Belangrijke regels voor een noodstop met ABS:
1 Druk het rempedaal volledig in.
2 Rijd om het obstakel heen. Hoeveel remkracht er ook wordt
gebruikt, u kunt altijd blijven sturen.
Starten en rijden
van
dit
remsysteem
is
(EBD
-
Electronic
Brake
ABS in werking
Het is mogelijk dat ABS de remafstand niet verkort.
Dit hangt af van de toestand van het wegdek. De
remafstand zonder ABS kan op bepaalde wegen
(zoals grindwegen of besneeuwde wegen) zelfs
korter zijn.
ABS biedt geen oplossing wanneer u het voertuig
op een te korte afstand tot stilstand wilt brengen,
wanneer u met te hoge snelheid een bocht neemt, of
de
bij aquaplaning, dus wanneer een laag water contact
tussen de banden en het wegdek verhindert.
ABS
beschermt
beter
tegen
verantwoordelijkheid om tijdens het rijden de
normale
veiligheidsafstand
en te letten op het wegdek, het weer en de
verkeersomstandigheden.
Als de grip van de banden op het wegdek onvoldoende is om
de remkracht op te vangen en een of meer wielen blokkeren,
treedt het ABS automatisch in werking. U hoort dan een snel
kloppend geluid dat via het rempedaal ook te voelen is.
Zelfs wanneer u een noodstop maakt op een glad wegdek,
moet het rempedaal volledig worden ingedrukt. Het ABS wordt
dan onmiddellijk geactiveerd. Het controleert de snelheid van
elk wiel en varieert de remkracht op de wielen afhankelijk van
de beschikbare grip.
Daardoor blokkeren de wielen niet en houdt u de macht over
het stuur.
u
en
andere
weggebruikers
onnodige
risico's.
U
in
acht
te
2
hebt
de
nemen
121