3 Laat het reservewiel zakken.
Steek de wielmoersleutel in het gat voor montage/
demontage van het reservewiel en draai de wielmoersleutel
tegen de klok in om het reservewiel op de grond te laten
zakken.
4 Blijf de wielmoersleutel linksom draaien als het reservewiel
de grond heeft bereikt en haal het reservewiel onder het
voertuig vandaan. Draai de moersleutel niet te ver, anders
raakt het reservewiel beschadigd.
Als het reservewiel eenmaal op de grond ligt, komt de
kabel slap te hangen. Blijf de wielmoersleutel linksom
draaien en trek het reservewiel elke 8 tot 10 slagen verder
onder het voertuig vandaan om de kabel weer strak te
trekken.
172
Wat te doen in een noodsituatie
Let op
5 Verwijder de klem uit het reservewiel.
Trek het wiel na vervanging helemaal omhoog en zet het
goed vast. Bij modellen met stalen wielen kan het vervangen
wiel op de plaats van het reservewiel gemonteerd worden.
Omdat de band beschadigd en leeggelopen is, kan deze
mogelijk niet goed worden vastgemaakt. Als het vervangen
wiel niet op de plaats van het reservewiel wordt bevestigd
en de kabel onbelast wordt opgewikkeld, kan de kabel te
los komen te zitten, waardoor het reservewiel een volgende
keer niet geleidelijk kan worden neergelaten. Daarom moet
iemand onder het voertuig aan de kabel blijven trekken,
om te voorkomen dat deze te los wordt opgewikkeld. Bij
modellen met aluminium wielen kan het vervangen wiel niet
op de plaats van het reservewiel gemonteerd worden. Leg
het wiel tijdelijk in de laadruimte en neem contact op met
de onderhoudsdealer om de beschadigde band te laten
repareren.
Let op