Vereisten voor de oplaadapparatuur
Vereisten voor de acculader
• Isolatieweerstand ≥ 10 MΩ.
• De laagspanning gelijkstroomvoeding van de batterijlader
ligt tussen 15 A en 20 A.
• Omdat de laagspanningsplatform van het voertuig een
spanning van 12 V heeft, wordt voor het opladen een
laadstation met een uitgangsspanning van 12 V gebruikt, om
schade aan de laagspanningsapparatuur van het voertuig te
voorkomen.
• De hoogspanningsoutput van de lader is hoger dan 410 V.
Speciale vereisten
• De laadapparatuur moet aan norm IEC 62196 voldoen.
102
Starten en rijden
Veiligheidsinstructies voor thuis opladen met
elektriciteit
Basisprincipes
• Er is geen laadpunt beschikbaar voor thuis opladen met
elektriciteit. Laat laadpunten die voor thuisgebruik worden
aangeschaft installeren door professionals.
• Sluit geen andere elektrische apparaat aan op dezelfde
elektriciteitsleiding wanneer u oplaadt via een stopcontact
thuis.
• Het voedingscircuit dat gebruikt wordt voor thuis opladen,
moet door een opgeleide professional worden gecontroleerd.
Vereisten voor beveiligingsapparaten tegen het lekken van
elektriciteit
• Een beveiligingsapparaat tegen het lekken van elektriciteit
moet op het voedingscircuit thuis worden gebruikt en
moet worden geïnstalleerd aan het voorste deel van het
voedingscircuit.
• Het
gebruikt
beveiligingsapparaten tegen het lekken van elektriciteit
met een detectiespanning van 30MA of een lagere
lekkagewaarde wordt aanbevolen.
Vereisten voor bescherming tegen te hoge spanning
(luchtschakelaar)
• De bescherming tegen te hoge spanning moet op het
voedingscircuit, achter en dicht in de buurt van het apparaat
tegen lekken van elektriciteit, worden geïnstalleerd.
van
zeer
gevoelige,
hoge
snelheid