Wijzig de voorzijde, de linker- en de rechterzijde van
het voertuig op geen enkele manier. Hierdoor zou
de werking van de airbag nadelig kunnen worden
beïnvloed.
Wanneer het voertuig wordt afgedankt, kunnen niet-
geactiveerde airbags gevaarlijk zijn. Deze moeten
eerst in een gecontroleerde omgeving worden
geactiveerd. Dit mag alleen door professionals
worden gedaan.
Dit voertuig kan uitgerust zijn met een airbag voor de
bestuurder, een airbag voor de voorpassagier, een zij-airbag
aan de bestuurderszijde, een zij-airbag aan de kant van
de voorpassagier en dubbel zijdelings luchtgordijn aan de
voorstoelen.
Opmerking:
De
airbag
bijkomende veiligheidsvoorzieningen. De voornaamste
veiligheidsvoorziening blijft de veiligheidsgordel. Deze
moet tijdens het rijden worden gedragen.
• Wanneer een airbag wordt geactiveerd, kan een luid
geluid hoorbaar zijn en komt er een kleine hoeveelheid
rookachtig gas en stof vrij. Deze rook vormt geen gevaar
voor de gezondheid. Het stof kan de huid irriteren en moet
worden afgewassen met zeep en water.
• Om veiligheidsredenen is het raadzaam de airbag(s)
iedere 12 jaar door onze onderhoudsdealer te laten
vervangen. Als het voertuig wordt verkocht, is de
eigenaar verplicht om de koper te wijzen op de vermelde
waarschuwingen.
38
Voordat u gaat rijden
en
de
voorspanner
Let op
Airbag en voorspanner inspecteren
Als het waarschuwingslampje na het inschakelen
van de contactschakelaar niet gaat branden, na
ongeveer 6 seconden niet dooft of tijdens het rijden
gaat branden, betekent dit dat de voorspanner
van de veiligheidsgordel of de airbag defect
is. Neem zo snel mogelijk contact op met onze
onderhoudsdealer.
Als de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN) wordt gezet
en het "Airbag-waarschuwingslampje (rood)"
het combi-instrument ongeveer 6 seconden oplicht, betekent
dit dat de airbag en de voorspanner van de veiligheidsgordel
worden gecontroleerd. Als het "Airbag-waarschuwingslampje
zijn
(rood)" na ongeveer 6 seconden dooft, betekent dit dat de
airbag en de voorspanner van de veiligheidsgordel normaal
werken.
Activering van airbag(s)
Een verkeerde zithouding of zitten op of leunen
tegen plaatsen in de buurt van de airbag kan leiden
tot ernstige of zelfs fatale letsels als de airbag wordt
geactiveerd.
Om het risico op letsel door het opblazen van
airbags tot een minimum te beperken, moeten
veiligheidsgordels te allen tijde correct worden
gedragen. De bestuurder en voorpassagier moeten
een juiste zithouding aannemen en hun stoel
zodanig afstellen dat er voldoende afstand is tot
de frontairbags, om ernstig letsel of de dood als
op