• Vanuit de stand R
Bij het schakelen van de stand R naar een andere
versnelling: het wordt aanbevolen het rempedaal in te
drukken en te wachten tot het voertuig volledig tot stilstand
komt voordat u verder rijdt.
• Vanuit de stand D
Bij het schakelen van de stand D naar de stand N: het wordt
aanbevolen het voertuig te stoppen en het rempedaal in te
drukken.
100
Starten en rijden
①: wanneer het voertuig in de stand D staat, drukt u de
versnellingspook één stand omhoog en houdt u deze 1,5
seconden vast om naar de stand N te schakelen. Wanneer
het voertuig in de stand R staat, trekt u de versnellingspook
één stand omlaag en houdt u deze 1,5 seconden vast om
naar de stand N te schakelen. U mag alleen naar de stand
R/D schakelen als het voertuig gereed is.
Auto Park (automatisch terug naar de stand P)
Als het voertuig gestart is en de snelheid laag is, schakelt
het voertuig automatisch over naar de stand P wanneer
de bestuurder uitstapt en het voertuig in de stand D, N of R
staat (het portier aan bestuurderszijde wordt geopend, de
veiligheidsgordel van de bestuurdersstoel wordt losgemaakt en
het rempedaal wordt losgelaten) om het risico op botsingen of
kantelen te voorkomen. Wanneer een laadstekker aangesloten
is op het voertuig om het op te laden, schakelt het voertuig ook
naar de stand P.
Opmerking: als het voertuig wordt uitgeschakeld, schakelt
het automatisch naar de stand P, ongeacht de huidige
versnelling.
Let op