A/C-knop
Compressor inschakelen en uitschakelen.
Als de A/C-knop tijdens het inschakelen wordt ingedrukt,
gaat het bijbehorende controlelampje branden en wordt
de compressor geactiveerd (het voertuig wordt gestart).
Als de A/C-knop opnieuw wordt ingedrukt, dooft het A/C-
controlelampje en wordt de compressor uitgeschakeld.
Knop voor ruitontdooiing voorin
Met deze knop kunt u de ruitontdooiing voorin inschakelen.
Als de knop voor ruitontdooiing voorin wordt ingedrukt, licht het
bijbehorende controlelampje op. De standaardfuncties in deze
luchtuitlaatmodus zijn lucht blazen door externe circulatie, A/C
aan en ontdooien. Het luchtvolume wordt naar de 6e stand
geschakeld (als de knop voor ruitontdooiing voorin wordt
ingedrukt en het luchtvolume groter is dan de waarde van de
6e stand, blijft deze stand behouden). Druk in de stand voor
ruitontdooiing voorin opnieuw op de knop voor ruitontdooiing
voorin of op een andere modusknop om de ontdooistand te
verlaten.
MODE-knop
Pas de luchtblaasmodus aan. Druk op de MODE-knop om
beurtelings te schakelen tussen de modi Gezicht, Gezicht en
voetenruimte, Voetenruimte, Voetenruimte en ontdooien, en
Ontdooien.
76
Voordat u gaat rijden
Rolknop voor het regelen van de temperatuur
Pas de temperatuur van de airco aan.
Met het paneel ingeschakeld: wanneer de rolknop naar
beneden wordt gedraaid, daalt de ingestelde temperatuur.
Wanneer de rolknop naar boven wordt gedraaid, stijgt de
ingestelde temperatuur. Het temperatuurbereik is: LO (17
°C), 18 °C ~ 32 °C en HI (33 °C). De overeenstemmende
temperatuur van de handmatige A/C geeft niet de werkelijke
temperatuur aan maar wijst enkel op het temperatuurniveau.
Knop interne/externe luchtcirculatie
Als u op de knop interne/externe luchtcirculatie drukt en het
controlelampje voor interne luchtcirculatie brandt, betekent dit
dat de modus voor interne luchtcirculatie geactiveerd is. Als het
controlelampje uit is, is de modus voor externe luchtcirculatie
geactiveerd.
Als de ontdooimodus wordt geactiveerd, wordt gedwongen
overgeschakeld naar de modus voor externe circulatie. Op dat
moment is het mogelijk om handmatig terug te schakelen naar
de modus voor interne circulatie.
Ruitontdooiing achterin
Voor modellen die uitgerust zijn met een functie voor
ruitontdooiing achterin bevindt de aanraakknop van deze
functie zich op het scherm van het entertainmentsysteem.
Druk op de knop voor ruitontdooiing achterin om de functie
voor ruitontdooiing achterin in te schakelen. Als u deze functie
inschakelt, wordt de achterruit snel ontdooid en ontwasemd.